Strijd in Irak: dag acht
Een overzicht van de strijd in Irak op de achtste dag van de oorlog.
Bagdad en Midden-Irak
De geallieerden nemen opnieuw de stad Bagdad onder vuur. Zowel in het centrum als ten zuiden van de Iraakse hoofdstad worden enkele malen zware explosies gehoord die gebouwen op hun grondvesten doen schudden. De aanvallen op de buitenwijken zijn gericht op stellingen van de Republikeinse Garde, die zich daar heeft ingegraven om de stad te verdedigen.
Het Iraakse luchtafweergeschut is actief. Volgens de Iraakse overheid zijn bij een van de bombardementen in het zuiden van de stad „veel doden en gewonden” gevallen.
Nu de zandstormen zijn gaan liggen en de regen is opgehouden, willen de Amerikaanse en Britse troepen hun operaties in Irak gaan uitbreiden. „Je zult de komende uren en dagen een toename van onze activiteiten zien, overal op het slagveld”, zo kondigde een woordvoerder van het centrale commandocentrum aan. Voor de komende drie dagen is helderder en droger weer voorspeld. Verslaggevers die met Amerikaanse troepen optrekken, melden dat die tegenaanval inmiddels is begonnen, getuige verhevigde artilleriebeschietingen langs de route naar Bagdad.
De Amerikaanse legerleiding doet ondertussen luchtig over meldingen dat een Iraakse militaire colonne van mogelijk 1000 voertuigen vanuit Bagdad is vertrokken in de richting van het zuidelijker gelegen Najaf. Najaf is al dagenlang het toneel van bloedige gevechten, vooral rond een strategisch belangrijke brug over de rivier de Eufraat. Het Amerikaanse leger verwacht dat de legermachten binnen twee tot drie dagen op elkaar zullen stuiten. De slag zal vermoedelijk worden uitgevochten bij Karbala, tussen Najaf en Bagdad.
Amerikaanse mariniers hebben na bloedige gevechten tijdens de opmars van Nasiriya richting Bagdad met steun vanuit de lucht Qalat Sukkar bereikt, 100 kilometer ten noordoosten van Nasiriya. Bij Nasiriya zijn tientallen Amerikaanse mariniers gewond geraakt toen zij bij vergissing onder Amerikaans vuur kwamen te liggen. Het Iraakse leger doet er bij deze strategische stad alles aan om de uiterst belangrijke aanvoerlijnen van het Amerikaanse leger te verstoren.
Zuid-Irak
Britse militairen hebben de staatsradio en -televisie in de tweede stad van Irak, Basra, uit de lucht gehaald. Daardoor is de stad afgesneden van communicatie met de hoofdstad. Ondertussen leveren Britse troepen hevige strijd met de strijdkrachten in de stad, onder meer bij het vliegveld. Iraakse soldaten zouden volgens een Britse legerwoordvoerder door bijzonder regeringsgetrouwe eenheden van de paramilitaire Fedayeen Saddam worden gedwongen om door te vechten.
Ten zuiden van Basra hebben Irakezen tot twee keer toe geprobeerd uit de stad te breken. De geallieerden hebben de colonnes met luchtaanvallen uiteengedreven en daarbij tanks vernietigd.
Noord-Irak
In het noorden van het land zijn de Amerikanen begonnen met de voorbereidingen van een tweede front. Ongeveer 1000 parachutisten van de Amerikaanse 173e Brigade zijn geland op een vliegveld in Koerdisch gebied in de buurt van de stad Arbil. Samen met Koerdische militiestrijders hebben zij het vliegveld onder controle. Anonieme functionarissen bij het Amerikaanse ministerie van Defensie hebben gemeld dat de komende dagen materieel, zoals tanks en pantservoertuigen, zal worden overgevlogen. „Dit is het begin van het noordelijk front.” Bij Chamchamal hebben Koerdische milities een stelling van het Iraakse leger ingenomen.
West-Irak
Amerikaanse commando’s hebben in een geheimgehouden operatie een groot deel van het westen van Irak ingenomen. Militaire functionarissen in Washington hebben tegen de krant Washington Post gezegd dat het om een terrein gaat van ongeveer 300 kilometer lang vanaf de grens met Jordanië.
Het grootste deel is woestijn waar vrijwel niemand woont, maar er liggen verscheidene vliegvelden en ontelbare schuilplaatsen waarvandaan de regering in Bagdad raketten af zou kunnen schieten op Israël, Saudi-Arabië of Jordanië.
Volgens een functionaris strekt het gebied zich uit tot voorbij het vliegveld Mudaysis, ruim 270 kilometer ten oosten van de grens tussen Jordanië en Irak. Bij de inname van het terrein hebben Amerikaanse militairen „enkele keren moeten vechten”, maar hij gaf geen details. Hij sloot niet uit dat er nog enkele „verzetshaarden” van Irakezen zijn.