De macht van het geld
Bestuursvoorzitter Lloyd Blankfein van Goldman Sachs verdedigde zich deze week voor een commissie van het Amerikaanse Congres. Eerder had deze bestuursvoorzitter betoogd dat de Amerikaanse zakenbank het „werk van God” verrichtte.
Onlangs werd echter bekend dat Goldman Sachs de Duitse IKB Bank en ABN AMRO misleidde. Goldman Sachs verzweeg dat de producten die hij verkocht waren samengesteld door de speculatieve belegger John Paulsen, die daarvoor pakketten met slechte hypotheken had uitgezocht. IKB en ABN AMRO werden in de waan gelaten dat de als betrouwbaar bekendstaande obligatieverzekeraar ACA de fondsen had samengesteld. Het eindresultaat van deze vorm van misleiding was dat John Paulsen 1 miljard dollar winst maakte en dat 875 miljoen daarvan werd opgebracht door ABN AMRO.De Rabobank werd slachtoffer van vergelijkbare praktijken door de Amerikaanse bank Merill Lynch. Het laat nog weer eens duidelijk zien dat de stelling dat hebzucht aan de basis stond van de kredietcrisis bepaald niet overdreven is.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de kredietcrisis oproept tot bezinning op de economie en de rol van geld. Ook christenen worden uitgedaagd om na te denken over de wijze waarop zij in het economisch leven staan. Ook wij groeien immers op in een samenleving die gekenmerkt wordt door individualisme, streven naar eigen belang, materialisme en consumptiedwang. Als wij niet bewust nadenken over hoe wij ons in zo’n samenleving dienen te positioneren, is de kans heel groot dat wij gewoon meedraaien in de mallemolen van de economie. Hoeveel van ons hebben hun geld niet op spaarrekeningen gezet waar wij net iets meer rente kregen? Hoeveel van ons hebben geld belegd in zeer risicovolle financiële producten? En wat was ons motief daarbij? Hoe overleven wij als christenen in een rijke samenleving waarin materieel gewin en genot de boventoon lijken te voeren en de politiek alleen nog maar over verdeling van geld lijkt te gaan?
Toch is deze thematiek niet alleen van deze tijd. Ook Jezus onderkende de macht van geld over de mens als hij het duidt als een afgod. In de loop van de kerkgeschiedenis zijn er dan ook vele christenen geweest die daar radicaal afstand van hebben genomen. Denk maar eens aan Franciscus. Hij leefde in een tijd waarin de geldeconomie sterk aan belang won. Zijn absoluut afwijzende reactie op geld is bekend. Na zijn bekering wilde hij zelfs geen munten aanraken. Is dat een perspectief dat ook voor andere christenen geldt, een leven zonder bezit en vooral zonder geld? Ik denk dat het antwoord daarop ontkennend is, maar de vraag hoe wij verantwoord kunnen omgaan met geld en goed wordt daardoor niet minder dringend.
Verantwoord omgaan met geld begint met verantwoorde verwerving van inkomen. Maar wat is een eerlijk inkomen? Welke principes kunnen wij aan de Bijbel ontlenen? In de kern draait het om drie principes. Het eerste principe is vrijheid van de koper en verkoper bij een ruil. In de Bijbel staan tal van teksten die dit principe weerspiegelen. Denk bijvoorbeeld aan de teksten uit het Oude Testament die het gebruik van eerlijke maatstaven voor gewichten, volumes en lengte voorschrijven. Men respecteert de vrijheid van de ander niet als men doelbewust een verkeerd beeld van de werkelijkheid schetst om de ander over te halen. In alle transacties is dus eerlijkheid geboden. Het is om deze reden dat de actie van Goldman Sachs verwerpelijk is. Natuurlijk wisten de Amerikanen dat ABN AMRO nooit hun producten zou willen verzekeren als zij ABN AMRO zouden vertellen door wie het pakket van hypotheken was geselecteerd.
Verhouding
Een tweede principe is dat een beloning in verhouding moet staan tot de waarde van de prestatie die is verricht. Ook dat wordt geïmpliceerd door de genoemde teksten over een eerlijk gebruik van maatstaven. Als iemand oneerlijke gewichten gebruikt, probeert deze een beloning in de wacht te slepen die niet in verhouding staat tot de geleverde prestatie. Door te werken, producten te maken en te verkopen dragen wij bij aan de behoeften van anderen en leveren wij daarmee een dienst aan de samenleving. Deze bijdrage dient beloond te worden met een passende beloning. Beloningen die niet in verhouding staan tot de geleverde prestaties zijn niet legitiem. Dat geldt ook de hoge bonussen die Goldman Sachs aan zijn medewerkers betaalt. Door hun handelwijze hebben zij immers grote schade toegebracht aan andere banken en de samenleving als geheel. Desondanks werden zelfs in 2008 en 2009 nog op grote schaal forse beloningen uitgekeerd.
Het derde principe is dat mensen voorzien moeten worden in hun basisbehoeften. Dit is het behoeftebeginsel. Zelfs als iemand weinig waarde toevoegt en anderen vanuit hun eigen vrijheid niet bereid zijn een bepaalde prijs te betalen voor de productie die deze persoon genereert, dan nog is het rechtvaardig als deze persoon een beloning ontvangt die hem of haar in staat stelt in het minimumlevensonderhoud te voorzien. Als de markt dit nalaat, rust er een taak bij de overheid om hierin te voorzien.
Vooral de eerste twee principes tonen aan dat Blankfein eigenlijk de naam van God misbruikte toen hij stelde dat zijn bank het werk van God verrichtte. Of misschien had hij toch wel gelijk, maar vergat hij erbij te vermelden dat hij niet de God van de Bijbel maar de god van het geld, mammon, bedoelde. En wij, wie dienen wij?
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan de Universiteit van Tilburg. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl