Koninginnedag
Wat doe je als je de tekstschrijver van premier Balkenende bent en op 30 april 2009 hoort dat iemand een aanslag heeft gepleegd op de koningin en het flitst direct door je hoofd dat die iemand je broer wel eens zou kunnen zijn? Rond die vraag heeft de schrijver Willem Asman een boek geschreven onder de titel ”Koninginnedag”. Zo’n titel maakt nieuwsgierig.
Het boek behoort tot het factiongenre, waarin historische feiten (facts) met fictie worden gemengd. Koninginnedag 2009 leent zich goed voor zo’n aanpak. Toch houdt dit genre altijd iets onbevredigends, omdat nooit duidelijk is waar de werkelijkheid ophoudt en de fictie begint.Teleurstellend en schokkend is het taalgebruik dat Asman op papier zette: een aantal zinnen is grof, plat en godslasterlijk. Het had anders gekund, het had anders gemoeten.
Asman neemt de lezer mee naar Polen. Daar vergadert eind april de EVP, de Europese koepel van christendemocratische partijen. Balkenende is er ook met zijn staf.
Voor de ik van het boek is het wennen. Zij is voor het eerst op stap met de premier. In –te– lange flashbacks schildert Asman hoe het zo ver is gekomen. Hoe de slimme tekstschrijfster bij de premier aan tafel is beland. Dit zijn geen spannende hoofdstukken.
Tussendoor blikt de tekstschrijfster terug op haar jeugd en vertelt zij over haar familie. Zij groeide op in een gezin met links-radicale ideeën. Haar broer zit in hetzelfde vaarwater. Hij is zwaar gefrustreerd, moet niets van de overheid hebben en veracht de Oranjes. Hij dreigt met acties. Tot de laatste pagina blijft het spannend of het zover komt.
Koninginnedag, Willem Asman; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 234 5900 2; 222 blz.; € 17,50.