Buitenland

VS moeten Turken en Koerden te vriend houden

Goed nieuws van het Iraakse front deze week. In het zuiden zitten de Irakezen klem, bij Bagdad hebben de Amerikanen het internationale vliegveld in handen en in het noorden heeft minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell Ankara zover weten te krijgen dat het geen troepen naar Noord-Irak stuurt. Een conflict tussen Koerden en Turken is voorlopig van de baan.

27 March 2003 21:38Gewijzigd op 14 November 2020 00:13

Turkije kijkt altijd met argusogen naar Noord-Irak. Met name het Turkse leger vreest dat Iraakse Koerden de oorlog tegen Saddam Hussein zullen gebruiken om een onafhankelijke Koerdische staat uit te roepen, of dat ze hun kans waarnemen en de aardolierijke provincies Kirkuk en Mosul in het noordwesten van Irak zullen bezetten. Aan de vooravond van de strijd zei de toenmalige premier Bülent Ecevit dat Turkije op iedere actie zal reageren die strijdig is met „zijn legitieme belangen.”

December vorig jaar deden in de Turkse hoofdstad geruchten de ronde dat zowel Turkije als de Noord-Iraakse Koerden Kirkuk en Mosul willen bezetten, nog voordat Saddam Hussein ten val zou zijn gebracht. De aardolievelden van Kirkuk zouden voor Noord-Irak de kurk betekenen waarop het economisch kan drijven.

Kirkuk is van oudsher het zogenaamde hart van Koerdistan. Vaak is het genoemd als hoofdstad van een ”federale Koerdische staat”. Turkije krijgt alleen al van de gedachte een nachtmerrie. Ankara is bevreesd dat de circa 12 miljoen Turkse Koerden in het zuidoosten van Turkije zich dan sterk zullen maken voor aansluiting.

Om de Koerdische aspiraties te dwarsbomen steunt Ankara de Turkmenen, een Turkstalige minderheid in Irak die met instemming van Turkije aanspraak maakt op het gebied rond Kirkuk. Toen half maart veiligheidsagenten van de Koerdische Democratische Partij zo’n honderd Turkmenen oppakten, omdat ze zogenaamd voor Turkije werkten, stond Ankara op zijn achterste benen.

De ontwikkelingen van de afgelopen weken in Noord-Irak zijn niet naar de zin van Turkije. Het liefst waren de Turkse militairen met de Amerikaanse troepen het gebied binnengemarcheerd, maar omdat de politiek geen medewerking aan de Amerikaanse strijd wilde verlenen, kwam hier niets van terecht.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, adviseerde twee weken geleden Turkije geen troepen te sturen. Hij hield zijn hart vast voor „een crisis tussen Turkije en de Noord-Iraakse Koerden.” Hij smeerde Ankara nog wat stroop om de mond door te stellen dat Turkije „een grote vriend” van Amerika is. Maar daar koop je weinig voor. Tegelijkertijd zei een niet nader genoemde Amerikaanse regeringsfunctionaris dat Amerikaanse soldaten het vuur zullen openen op Turkse eenheden als die zonder toestemming van het Pentagon Noord-Irak binnendringen.

Ook de gevangengenomen PKK-leider Abdullah Öcalan raadde de Turken aan Noord-Irak ongemoeid te laten. Een invasie zou een nieuwe geweldsspiraal op gang brengen. Hij stelde Ankara een conflict in het vooruitzicht dat „zeker honderd jaar zal duren.”

De Koerden in Noord-Irak kunnen een leger van 60.000 man op de been brengen. Dat zijn de zogenaamde peshmerga. Letterlijk betekent dat dat ze voor de dood staan, met andere woorden: ze zijn bereid hun leven te geven. De peshmerga zijn uitgerust met moderne lichte wapens, die ze van de Verenigde Staten hebben gekregen. Over zware wapens beschikken ze niet. Desondanks kunnen ze met hun lichte uitrusting het reguliere troepen in de bergachtige regio behoorlijk moeilijk maken.

Woensdag vertelde Powell Turkije wat het graag wilde horen: Noord-Irak zal onder controle van de coalitie blijven en als Noord-Irak opnieuw wordt ingericht mag Turkije ook aan tafel zitten. Een onafhankelijke Koerdische staat komt er niet. Alles blijft zoals het is.

Voorlopig althans. Want er zal hoe dan ook een oplossing voor de Koerden gevonden moeten worden. De Koerden op hun beurt kijken ook naar de Verenigde Staten als het om de realisering van hun aspiraties gaat. En dat is volledige autonomie. „We zullen onze autonomie verkrijgen als Amerika ons steunt”, zeggen de Koerden.

In hoeverre zal Washington hen steunen? Nu vechten de Koerden in Noord-Irak zij aan zij met de Amerikaanse troepen tegen Saddam Hussein. Wat zal hun beloning zijn? In het verleden zijn de Koerden vaker bedrogen uitgekomen. De overwinnaars uit de Eerste Wereldoorlog beloofden de Koerden autonomie en stelden volledige zelfstandigheid in het vooruitzicht. Er kwam niets van terecht. De stichter van het moderne Turkije, Kemal Atatürk, beloofde de Koerden te zullen behandelen „als broeders en gelijken.” Vervolgens onderdrukte hij de Koerdische minderheid.

Begin jaren zeventig steunden de VS en Iran een Koerdische opstand om Irak onder druk te zetten. In 1975 liet Washington ze keihard vallen. In 1991 kwamen de Koerden op verzoek van de Amerikanen in opstand tegen Saddam Hussein. Toen de Iraakse dictator de opstand neersloeg, keek Washington met de armen over elkaar toe.

Wat zal Amerika dit keer doen? Het lijkt erop dat de ideeën van de Koerden overeenstemmen met die van de Amerikanen: de inrichting van een democratisch, pluralistisch en federaal Irak, waarin de Koerden autonomie verkrijgen. Als Ankara hiermee kan leven is er één probleem minder in de wereld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer