Helpers in de februaridagen
Titel:
”De Koninklijke Marechaussee op de Zuid-Hollandse Eilanden tijdens de watersnood in februari 1953”
Auteur: K. J. Waleboer
Uitgeverij: Stichting Streekhistorie Voorne-Putten en Rozenburg, Brielle, 2003
Pagina’s: 135
Prijs: € 11,-. Het boek is te koop bij het Streekarchief aan de Rik 22 te Brielle. Het kan ook schriftelijk worden besteld bij: Streekarchief VPR, Postbus 79, 3230 AB Brielle. Er is een enorme hoeveelheid boeken over de Watersnoodramp van 1953 verschenen. Vele handelen over slachtoffers en de schade die is ontstaan. De ervaringen van hulpverleners blijft echter vaak onderbelicht. Oud-marechaussee K. J. Waleboer, geboren in de Hoeksche Waard, voorziet in deze leemte. Een van zijn conclusies luidt: „De regering heeft indertijd verstek laten gaan bij het tijdig om hulp vragen aan andere landen.”
Waleboer was in de februaridagen van 1953 als marechaussee direct betrokken bij het verlenen van bijstand aan getroffen burgers. In de Hoeksche Waard was hij actief als chauffeur. Met eigen ogen zag hij de gevolgen van de ramp voor de streek. Het was een groot voordeel dat hij er geboren was en zodoende goed de weg wist.
Dat de marechaussee nauw met het leger verweven was, blijkt uit Waleboers nauwgezette verslaglegging. Met bijna militaire precisie worden in ”De Koninklijke Marechaussee op de Zuid-Hollandse Eilanden tijdens de watersnood in februari 1953” de gebeurtenissen beschreven, met tijdsvermelding en al. Ook de militaire bewoordingen waarin de overname van de taken van een niet al te doortastende burgemeester worden beschreven, laat weinig aan de verbeelding over. De vele opsommingen en citaten uit nogal droge rapporten komen de leesbaarheid echter niet altijd ten goede.
Waleboer is niet direct een geboren verteller, maar dat neemt niet weg dat de lezer de dramatiek van de situatie goed kan meebeleven. „Wij waren jongens van rond de twintig jaar. Daar sta je dan, in het schemerdonker, ergens in een loods waar zestig lijken liggen. Zoiets vergeet je nooit meer. Wat we zagen en meemaakten was in- en intriest.” Veel hulpverleners zijn naderhand bij de psychiater beland. Waleboer zelf niet, hoewel hij nog wel eens aan de ramp moet terugdenken. „Vijf jaar geleden kwam ik in Spijkenisse wonen. Ik ben een hele tijd uit de streek geweest. Als je dan weer in die plaatsjes komt, zoals bijvoorbeeld Zuidland of ’s-Gravendeel, dan komen er toch allerlei dingen op je netvlies die niet zo prettig zijn.”
Gereserveerde houding
Waleboers bronnen zijn behalve eigen herinneringen interviews met collega’s van destijds en archieven. Al met al is hij twee jaar bezig geweest om alle informatie voor het boek te verzamelen. Dat was soms een hele puzzel. Er bleek weinig of niets echt gedocumenteerd te zijn; het leger had vele zaken lukraak in losse mappen gestopt.
De chronologische beschrijving van de hulpverlening, het verloop van de hele operatie, is de rode lijn in het boek. Treffend is de schildering van de gereserveerde houding die de bevolking (en sommige hulpverleners) aannamen tegen de Duitse militairen die ook bij het reddingswerk werden ingezet.
Harde conclusies trekt Waleboer niet, maar een goed verstaander kan wel tussen de regels door lezen dat de coördinatie van de hulpverlening niet altijd even goed geregeld was. „Het was ook een verwarrende tijd”, nuanceert Waleboer. „Je deed wat voorhanden was, het was een noodsituatie. En daarbij, de communicatiemiddelen waren beperkt. De telefoon werkte op veel plaatsen niet meer. Het leger en andere instanties wisten op een gegeven moment echt niet meer waar iedereen was. Vermoeidheid speelde ook een rol, je was voortdurend in touw. Toch kan gesteld worden dat de regering verstek heeft laten gaan bij het tijdig om hulp vragen bij andere landen. Dat heeft te lang geduurd en ten slotte heeft het leger het zelf maar gedaan.”
Stapel kopietjes
Terwijl er veel goeds over de inhoud van het boek gezegd kan worden, is de lay-out beslist onder de maat. Het woord ”boek” is eigenlijk te veel eer voor de stapel kopietjes, die bij elkaar worden gehouden door een plastic rug en een doorzichtige omslag. De (soms unieke) foto’s komen daardoor niet goed uit de verf. Hoewel de prijs van ”De Koninklijke Marechaussee op de Zuid-Hollandse Eilanden tijdens de watersnood in februari 1953” door de simpele uitvoering niet hoog is, doet de lay-out afbreuk aan een op zich waardevolle aanvulling op de vele titels die rond de watersnood zijn verschenen.