Vergilius en Dante volgens Drs. P
Titel:
”Mijn reis met Dante door de hel” van Publius Vergilius Maro, vert. Drs. P; ill. S. Botticelli; uitg. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2003
ISBN 90 253 0847 0
Pagina’s: 96 blz., € 19,95. Drs. P. heeft zijn humor losgelaten op Dantes beroemde werk ”La Divina Comedia”. In ”Mijn reis met Dante door de hel” presenteert hij zich als de zogenaamde vertaler van de tekst die Vergilius zou hebben geschreven.
„Eens was ik ’s nachts (en vraag me nu niet hoe)/ Gearriveerd in een sinister woud/ En zag ik daar een personage lopen// dat merkbaar vreesde voor zijn lijfsbehoud/ Ik stond voor zijn verhaal welwillend open/ En sprak dus: ’Zeg me, vriend, waaraan het schort// U praat niet te omslachtig, wil ik hopen/ Dit oord misnoegt mij zeer, dus houd het kort/ Maar spreek me toch wel samenhangend toe’// ’Vergilius! Die bent u toch, nietwaar?’/ Zo riep hij uit. ’Wat leuk! Nu, luister maar.’”
Kenners zullen in dit fragment de opening herkennen van ”La Divina Commedia” van de 14e-eeuwse Italiaanse dichter Dante Alighieri. De ikfiguur is echter niet Dante zelf, zoals in het origineel, maar Vergilius, die de renaissancedichter door de hel zal begeleiden.
Waar heeft de lezer mee van doen? Met een grap? Een parodie? Een serieuze navolging? De vormgeving van het boekje suggereert een serieuze poging het middeleeuwse verhaal opnieuw te vertellen vanuit het gezichtspunt van de Romeinse dichter uit de eerste eeuw voor Christus.
Bij nadere bestudering lijkt het echter de bedoeling dat de lezer gecharmeerd raakt door allerlei grappige zinswendingen en toespelingen op de originele tekst. De auteur van het geheel gaat door het leven onder de naam Drs. P en presenteert zichzelf als „vertaler” van Vergilius’ tekst.
Hij heeft zijn best gedaan om er wat van te maken: een uitzonderlijk rijmschema (abc/bcd/cda/ee), hetzelfde aantal ”canti” (34) als bij Dante (overigens van zeer ongelijke lengte) en een schier ontelbare reeks van ’geestige’ woordspelingen.
Een willekeurig voorbeeld: „Want die bijkomstigheden kosten tijd/ Wat lopigheid betreft, is dit al wijd”, aldus het eigen commentaar op een uitweiding van 440 versregels over Jason en het gulden vlies, een verhaal dat bij Dante noch bij Vergilius wordt aangetroffen.
En in dezelfde excurs: „Ze voeren eerst op een rivier of drie/ Ik sla die over in mijn causerie”.
Aanvankelijk leveren dit soort dingen wel een glimlach op -Drs. P beschikt over een zekere taalvaardigheid in een bepaald genre- maar gaandeweg wordt het allemaal wel erg flauw en badinerend. Dit is vooral bezwaarlijk omdat een dergelijke toon niet zo past bij het onderwerp (een tocht door de hel) en evenmin geslaagd is als ’variatie’ op de werken van Dante en Vergilius, die een tegenovergesteld stijlregister hanteerden.
Of de boekenmarkt gediend is met deze uitgave, valt dan ook te betwijfelen. Geef mij maar de schitterende, bij dezelfde uitgever verschenen editie van de ”Divina Commedia” in Nederlandse vertaling mèt de Italiaanse tekst en de gravures van Gustave Doré.