Aanzien Oranjehuis aangetast
Een mediacode. Dat zagen de Oranjes als het middel om de publiciteit rond het koningshuis te regisseren. Getekend door de ervaring in haar eigen jeugd, heeft koningin Beatrix in de achterliggende dertig bijna krampachtig geprobeerd alles in en rond het koningshuis onder controle te houden. Tot op zekere hoogte is haar dat ook gelukt. Maar na drie decennia heeft de monarchie wel aan aanzien moeten inleveren.
Cees Fasseur, de biograaf van koningin Wilhelmina en schrijver van een boek over het huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard, wijst de kijkcijfers aan als belangrijke oorzaak voor het afkalven van het aanzien van de Oranjes. Het in negatieve zin berichten over het koninghuis noemt hij een „echte tv-trend. De omroepen hebben ontdekt dat het koningshuis momenteel beter scoort dan zeehondjes en dan melkt men dat ten volle uit”, zei hij enkele weken geleden in het Algemeen Dagblad.Ongetwijfeld zit er iets van waarheid in die opmerking. Elke stap en elke uitspraak van de Oranjes worden in de media voor het voetlicht gehaald en breed uitgemeten, of die nu publiek of privé worden gemaakt. Er zijn kranten, tijdschriften en omroepen die in de berichtgeving over het koningshuis de grenzen van het betamelijke ernstig overschrijden. Begrijpelijk dat de koninklijke familie zich boos maakt als journalisten of fotografen hen voortdurend op de hielen zitten. Dat de leden van het koningshuis om die reden afspraken met de media hebben gemaakt, is logisch. Ook zij hebben recht op een privéleven.
Bondgenootschap
Toch is het te gemakkelijk om allereerst en vooral de media de schuld te geven van het afkalvend aanzien van het Oranjehuis. Er zijn ook andere factoren die ertoe bijdragen dat de populariteit van het koningshuis daalt. Die zijn zowel binnen als buiten de paleismuren te vinden.
In de machtsverhouding tussen de Oranjes en de politieke elite is de laatste jaren een duidelijke verschuiving opgetreden. Historisch gezien staat het vorstenhuis tegenover de landsbestuurders. Daarbij was het volk altijd de bondgenoot van de Oranjes. Voor de koningin bestond, en bestaat nog steeds, meer waardering dan voor de premier. Wanneer de vorstin een rampplek bezoekt, roept dat nog altijd meer emotie op dan wanneer de minister-president dat doet. Wanneer laatstgenoemde zijn medeleven betuigt, ervaren burgers dat als een functionele reactie; doet de koningin dat, dan ziet men het als een oprechte steunbetuiging, alsof een moeder haar kinderen troost.
Die verhouding tussen vorst en volk is aan het veranderen. Ook al is van een groot aantal politieke leiders bekend dat ze weinig ophebben met de monarchie, harde kritiek daarop uitten ze in het verleden nauwelijks. Zo was algemeen bekend dat minister-president Drees bepaald niet veel ophad met de monarchie, maar als een wijs staatsman hield hij zijn standpunt voor zich.
Alleen de communistische CPN wond er geen doekjes om dat het koningschap moest verdwijnen. De antimonarchistische standpunten waren later te beluisteren binnen uitgesproken linkse partijen zoals GroenLinks en de SP. Maar ook zij maakten dat niet tot speerpunt van hun beleid. De fractieleden van deze partijen beseften dat er bij de bevolking nog altijd een breed draagvlak was voor het koningschap. Alleen de afwezigheid van sommige politici van deze twee partijen op Prinsjesdag illustreerde de partijopvatting omtrent de monarchie.
Populisme
Sinds het optreden van Pim Fortuyn is daar verandering in gekomen. Hij was de eerste politicus die kon rekenen op brede steun bij de bevolking ondanks zijn forse kritiek op het koningshuis. Fortuyn was lid van het Republikeins Genootschap. Hoewel hij steeds zei de bestaande staatsrechtelijke verhoudingen te respecteren, wond hij er geen doekjes om een republikeinse staatsvorm te prefereren boven de monarchie. Ook in zijn kritiek op leden van het Koninklijk Huis was hij niet mals.
Na zijn dood heeft de populist Wilders het stokje van Fortuyn overgenomen. In zijn ordinaire kritiek op de bestaande elite neemt hij voor het gemak het Koninklijk Huis mee.
Het grote verschil met het verleden is dat het antimonarchistische gedachtegoed niet langer alleen maar bij uitgesproken linkse politici gevonden wordt, maar nu ook bij rechtse, populistische groepen die kunnen rekenen op steun van aanzienlijke delen van de bevolking.
Daarmee loopt het genoemde bondgenootschap tussen het koningshuis en het volk schade op. De steun bij de Nederlandse bevolking voor een republiek steeg tussen 2005 en 2009 van 20 procent naar 28 procent; de waardering voor de monarchie daalde navenant met 8 procent van 74 naar 66. Weliswaar is dat nog geen dramatische ontwikkeling, maar ze kan dat wel worden als die trend zich doorzet.
Nu valt de dalende populariteit van het koningshuis niet alleen te wijten aan het optreden van linkse en rechtse politici. Ook het Oranjehuis zelf heeft bijgedragen aan die ontwikkeling.
Daarbij is opvallend dat het niet het optreden van de koningin zelf is dat kritiek oproept. Integendeel, hoewel koningin Beatrix afstandelijker overkomt dan haar moeder, breed in de samenleving is waardering voor haar werkkracht en deskundigheid.
Als er al kritiek is dan betreft dat vooral haar sterke neiging de regie in eigen hand te houden. Maar iedereen beseft dat dit voor een monarch bepaald niet de slechtste eigenschap is. Stel dat de koningin veel meer dingen op hun beloop liet, dan zou de kritiek terecht zijn dat ze de zaken niet in de hand had en dus ongeschikt was om het land te regeren.
Van held naar schavuit
De kritische geluiden betreffen vooral de mensen rondom de koningin, meer in het bijzonder haar inmiddels overleden vader Bernhard en haar zoon Willem-Alexander.
Jarenlang werd prins Bernhard bejubeld als een grote held. Hij had zich in de oorlog bewezen als een goede vaderlander. Voor de Binnenlandse Strijdkrachten was hij tijdens en na de bevrijding de geroemde aanvoerder. Prins Bernhard was voor de Nederlanders ook de redder van de monarchie toen deze onder invloed van de gebedsgenezeres Greet Hofmans dreigde te wankelen.
Dat de prins een vrolijk leven leidde was algemeen bekend, maar dat vergaf de Nederlander hem vanwege zijn verdiensten graag. Zelfs na de Lockheedaffaire bleef hij populair. Geruchten over zijn al te losbandige levensstijl circuleerden wel, maar bleven vooral voer voor de roddelpers.
Vrijwel direct na zijn overlijden begon het beeld van de held Bernhard te kantelen richting de schavuit Bernhard. De prins leverde daar postuum nog een belangrijke bijdrage aan. Kort voor zijn dood gaf hij de Volkskrant een uitgebreid interview waarin hij een boekje opendeed over zijn leven en daarbij niet schuwde over zijn escapades en schelmenstreken te vertellen.
De publicatie van deze vraaggesprekken, vrijwel direct na zijn overlijden, was aanvankelijk vooral smullen voor mensen die tuk zijn op schandaaltjes. Veel andere Nederlanders waren echter verbijsterd en waren verontwaardigd dat dit tijdens de rouwdagen al naar buiten werd gebracht.
Inmiddels is wel duidelijk dat prins Bernhard een vrijbuiterig en regelmatig zelfs een losbandig leven heeft geleid. Allerlei geruchten over buitenechtelijke kinderen bleken geen verzinsels te zijn. De keuze voor het lidmaatschap van de NSDAP was geen gedwongen, maar een vrijwillige, zo blijkt uit de recent verschenen studie van Annejet van der Zijl. En dat terwijl hij in het interview met de Volkskrant nog zei „met de hand op de Bijbel te kunnen verklaren nooit nazi te zijn geweest.” Ook uit zijn verdere levensgeschiedenis blijkt dat de prins lak had aan regels en conventies als hij maar een leuk leven kon hebben. Zijn vrouw, koningin Juliana, bleef hij in formele zin trouw. Maar zijn vertier haalde hij bij zijn liefjes elders op de wereld.
Het is een merkwaardig verschijnsel in onze samenleving dat de losse huwelijksmoraal breed ingang heeft gevonden, terwijl tegelijkertijd met afkeuring wordt gesproken over het ruige leven dat de prins heeft geleid. Opmerkelijk is ook dat juist die feiten nu mede worden gebruikt om het aanzien van het koningshuis verder aan te tasten. Waarmee overigens op geen enkele manier het liederlijke gedrag van prins Bernhard valt goed te praten.
Misplaatst
Hier en daar wordt in de media prins Willem-Alexander wel vergeleken met zijn opa. Ook hij zou vooral willen genieten van het goede leven, net als prins Bernhard. Dat de toekomstige koning een liefhebber is van de geneugten van het leven, is bekend.
Maar tegelijk is waar dat prins Willem-Alexander keihard werkt. Dat wordt bijvoorbeeld ook onderschreven door de auteurs van de recent verschenen biografie ”Willem IV”. Die is samengesteld door Jan Hoedeman en Remco Meijer, twee journalisten van de Volkskrant, een blad dat niet als uitgesproken koningsgezind bekendstaat.
Dat neemt niet weg dat er inmiddels de nodige ruis rond de prins is geweest, waarbij hij niet altijd even handig heeft gemanoeuvreerd. De ophef rond de bouw van een vakantiehuis in Mozambique ligt nog vers in het geheugen. Ook al hebben de prins en zijn vrouw oprecht de bedoeling gehad te investeren in de bevolking van het Afrikaanse land, hij begreep te laat dat het plan te weinig draagvlak had bij de bevolking.
Voor prins Willem-Alexander is zijn oma, koningin Juliana, altijd het grote voorbeeld geweest. Zo wil hij straks koning zijn. Dan zal hij wel op een belangrijk punt veel moeten investeren. Zijn grootmoeder stond dicht bij het volk, hield niet van protocol en wilde vooral moeder des vaderlands zijn. Dat imago heeft de prins nog niet. Vooralsnog lijkt hij vooral te genieten van de omgang van zijn contacten in de internationale gemeenschap.
Pijnlijk
Voor koningin Beatrix moet het een zorgpunt zijn dat de kritiek op het koningshuis toeneemt en de populariteit daalt. Daarbij moet voor haar als dochter de publiciteit over haar vader uiterst pijnlijk zijn. Bij haar aanstaande regeringsjubileum werpt dat ongetwijfeld schaduwen over de feestvreugde.
Nog steeds is een meerderheid van de Nederlandse bevolking voorstander van het voortbestaan van de monarchie. Nog steeds is de komst van een Oranje voor veruit de meeste mensen reden tot vreugde. De gebeurtenissen op Koninginnedag vorig jaar hebben duidelijk gemaakt dat de Oranjes kunnen rekenen op veel sympathie. De betekenis van het koningshuis als samenbindende factor in onze samenleving is er nog steeds.
Voor het voortbestaan van de monarchie is wel van levensbelang dat de leden van het Koninklijk Huis rekening houden met het volk, daar goed contact meer onderhouden en zich hoeden voor een overdadige levensstijl.