In goed gezelschap
Dr. ir. J. van der Graaf heeft veel, en ook heel verschillende ”medereizigers op de weg naar de eeuwigheid” ontmoet en gekend. Opnieuw schreef hij 25 miniaturen over reisgenoten. Een prachtig boek, met rake karakteriseringen.
De auteur, die jarenlang algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond is geweest, is een boeiende persoonlijkheid en een begenadigd schrijver en publicist. Door zijn werk heeft hij veel mensen meegemaakt. Hij beschreef een vijfentwintigtal van hen in het boek ”Ze hadden wat te zeggen. 25 miniaturen over reisgenoten”.Nog lees ik wel eens een miniatuur over prof. dr. G. C. van Niftrik, ds. M. Groenenberg, prof. dr. A. A. van Ruler, ds. J. T. Doornenbal, dr. J. J. Buskes, en prof. dr. H. Berkhof, om diegenen te noemen die ikzelf heb gekend en met wie ik een band had. En het moet gezegd: het is boeiende stof.
Van Van der Graaf is vorig jaar een vervolg uitgegeven onder de titel ”Ook zij hadden wat te zeggen. Opnieuw 25 miniaturen over reisgenoten”. En opnieuw is dit een zeer goed leesbaar boek. Helder geschreven, heel persoonlijk en met rake karakteriseringen. Dit keer over wat meer niet-theologen dan in de eerdere bundel. En voordat iemand denkt dat alleen publiek bekende personen in Gods Koninkrijk betekenis zouden hebben, wil ik citeren wat Van der Graaf in zijn ten geleide schrijft: „Duizenden mensen die niet aan de weg timmeren, hebben mede hun van God gegeven plek.” Waarvan nadrukkelijk akte.
Hoewel alle miniaturen zeer lezenswaard zijn, wil ik toch even stilstaan bij de miniaturen over enkelen met wie ik mij zeer verwant heb geweten en die ik ook persoonlijk heb gekend: dr. Willem Aalders, ds. Jacobus van Dijk, prof. dr. Gijsbertus Hendrik ter Schegget.
Om met de laatste te beginnen. Nog herinner ik mij onze ”mislukte gevechten” als orthodoxe studenten –jong en fanatiek als we waren– om diens benoeming in Leiden te dwarsbomen. Nog herinner ik mij de discussies met hem. Nog herinner ik mij hoe hij God en godsdienst overzette in doen en laten, in ethiek. Bidden was volgens hem niet „in de lucht roepen”, maar „je handen uit de mouwen steken naar de onderdrukten” enzovoort. Nog herinner ik mij een gebed van hem. Een lange zucht, beëindigd met de woorden van een aantal coupletten uit Psalm 5 in de nieuwe berijming. En ik was totaal in de war. Was hij nu die ‘ketter’ waar wij hem voor (moesten) houden? Of was hij een oprecht christenmens? Het laatste won het bij mij. Geroerd las ik Van der Graafs miniatuur.
Daarna ds. Jac. van Dijk. Mede onder een pinksterpreek van hem in de Grote Kerk van Vlaardingen riep God mij tot het ambt. Een prachtige miniatuur over een man die beslist een biografie verdient. Bevindelijk en modern. In diens preken stond de rechtvaardiging van de goddeloze centraal. Hij was bepaald geen gereformeerdebonder, maar een pastor door wie de liefde van God in Christus heen brandde tot in je ziel. Kostelijk beschreven door Van der Graaf.
Ten slotte: mijn leermeester en pastor dr. Willem Aalders. Ooit was de Gereformeerde Bond een anti-Aaldersbolwerk, toen Aalders in zijn zogenoemde liturgische periode verkeerde. Ten onrechte. Jammer dat niets over die periode vermeld is. Vele prachtige Schriftstudies zijn toen verschenen. De knielbank in de kerk waar Aalders voor pleitte, werd als „romanisering” van de kerk beschouwd. Maar heel veel orthodox-gereformeerden leerden hun kinderen wel op hun knieën voor het bed te bidden. Wat zou het een zegen zijn als juist in de hele gereformeerde gezindte en in evangelicale kringen iedere zondag de hele gemeente voor God door de knieën ging. Verootmoedigend. Aalders is er nooit op teruggekomen.
Mag ik met één kritische noot eindigen? Velen die Van der Graaf beschrijft, waren geen bonders, ook niet eens echt gereformeerd, maar breder en meer de ”una sancta”, de heilige algemene christelijke kerk, benadrukkend. Velen waren ook christologischer en eschatologischer dan menige bonder. Van der Graaf ziet, respecteert, waardeert en memoreert dat; sluit zich soms zelfs schijnbaar bij hen aan. Maar toch merk je hier en daar dat hij schrijft vanuit zijn eigen hervormd-gereformeerde visie.
Hoe graag zou ik zien dat nog vaker en breder vanuit de kring van de Gereformeerde Bond onomwonden zou worden gezegd dat er ook een diep, bevindelijk en christocentrisch geloofsleven wordt gevonden buiten de gereformeerde liturgie en kringen. Gods verborgen omgang is niet alleen voorbehouden aan de gereformeerde gezindte, maar aan héél Christus’ Kerk, wereldwijd.
Ook zij hadden wat te zeggen. Opnieuw 25 miniaturen over reisgenoten, dr. ir. J. van der Graaf;uitg. Groen, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 5829 950 5; 336 blz.; € 14,50.