CPB: Oorlog kan klap zijn voor economie
Als de oorlog in Irak langer duurt dan verwacht en Europa wellicht geteisterd wordt door terreur, kan dat de toch al niet florerende westerse economieën een nieuwe klap toebrengen. De olietoevoer kan in gevaar komen en het vertrouwen van de consument ernstig geschaad raken.
Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan 2003 (CEP): een jaarlijkse doorlichting van de Nederlandse economie met een vooruitblik op de komende jaren. Het CPB geeft dit jaar twee prognoses. In de meest ongunstige -die waarbij de oorlog in Irak langdurig wordt- ontstaat volgens het planbureau een „olieprijsschok” en zakt het vertrouwen van de consument dramatisch in.
Als de olieaanvoer uit Irak en Koeweit wegvalt en die van andere Arabische landen terugzakt, kan de olieprijs aanvankelijk stijgen tot 70 dollar per vat. Dit tast de koopkracht van gezinnen aan en drukt de particuliere consumptie. Daardoor nemen de bedrijfswinsten af, wat weer negatieve gevolgen heeft voor de bedrijfsinvesteringen.
Oorlog en aanslagen schaden het consumenten- en producentenvertrouwen. Dat leidt tot een stijging van de werkloosheid, waardoor de consumptie nog verder afneemt. In de meest negatieve prognose komt de Nederlandse economische groei 1,2 procent lager uit in 2003, wat zou betekenen dat de geraamde groei van 0,75 procent omslaat in een krimp van 0,5 procent. Zo kan de internationale crisis Nederland in een recessie brengen.
Ook in de minst sombere prognose komt het economisch herstel slechts moeizaam op gang. De groei blijft in dat geval dit jaar steken op een magere 0,75 procent en zal volgend jaar aantrekken tot 1,75 procent. De economische groei in ons land blijft achter bij het gemiddelde van andere Europese landen. De oorzaak ligt bij het verlies van marktaandeel bij de uitvoer. De Nederlandse producten zijn te duur geworden.
Het CPB gaat ervan uit dat werkgevers en werknemers zich houden aan de afspraak om de stijging van de CAO-lonen te matigen, maar zelfs dan blijven de arbeidskosten flink toenemen door stijgende pensioenpremies. Bij de meeste pensioenfondsen is de jaarlijkse stijging van de premies aan een maximum gebonden, zodat de premies slechts stapsgewijs stijgen. Dit houdt wel in dat, als de beurskoersen langdurig onder het niveau van eind vorig jaar blijven, na 2004 nog steeds premies omhoog moeten.
De minst sombere prognose laat een scherpe stijging van de werkloosheid zien. Tot voor kort hoopten de werkgevers nog dat de economie sneller zou aantrekken. Ze hielden personeel in dienst, hoewel er in de bedrijven minder te doen was. Inmiddels wordt het aantal personeelsleden wel verminderd. De werkloosheid zal dit jaar stijgen naar 410.000 mensen of wel naar 5,25 procent van de beroepsbevolking. Volgend jaar stijgt dat zelfs naar 6,25 procent; in de meest sombere prognose wordt het 7,25 procent.
De cijfers, die het CPB vandaag presenteerde, zijn opgesteld voor het maken van de begroting van volgend jaar.
De raming die het CPB in januari maakte voor de kabinetsformatie en die een periode van vier jaar beslaat, is niet aangepast. De onderhandelaars die nu werken aan een nieuwe coalitie van PvdA en CDA hoeven hun cijfers dus niet bij te stellen.