Slaapapneu
Jammer dat in ”Slaap is onmisbaar” (RD 10-4) de slaapstoornis slaapapneu zo’n beetje eigen-schuld-dikke-bultgevolg van overgewicht genoemd wordt, en dat de ernst van deze ziekte níét genoemd wordt. Overgewicht heeft zeker een negatieve invloed op slaapapneu, maar de uiteindelijke oorzaak is gewoonlijk een erfelijke. Daarnaast is overgewicht vaak een gevólg van onbehandelde apneu. Een apneupatiënt is inderdaad extreem moe overdag, kan ”altijd” slapen, maar wordt nooit uitgerust wakker. Later volgen talloze andere klachten, het lichaam raakt totaal ontregeld. Helaas wordt de patiënt dikwijls overspannen, depressief en burn-out genoemd, met als gevolg dat de patiënt onbehandeld blijft met steeds ernstiger klachten.
Onlangs werd –na zeven jaar klachten– bij mij hypopneu/apneu vastgesteld.Na ziekte en overlijden van mijn man noemde men mij depressief, wat ik beslist níét was, wel verdrietig, rouwend en enorm vermoeid. Uiteindelijk raakte ik burn-out, mede als gevolg van apneu weet ik nu, maar ook dat werd psychisch genoemd. Vorig najaar las ik een artikel over apneu en vielen de puzzelstukjes op hun plek. Helaas duurde het nog een halfjaar voor ik behandeld werd.
Mensen die bovenstaande herkennen, adviseer ik te kijken op de site van de Apneu Vereniging (nvsap.nl).
K. N. van Voorst-Verhage
Hoogstraat 21
4691 CA Tholen
Dieet
Graag wil ik nog even ingaan op het artikel over het dieet van dr. Frank van Berkum (RD 3-4) in het katern Pluspunt. Omdat het boek ”Gezond slank met Dr. Frank” voor het grootste deel door mij geschreven is, meen ik enig recht van spreken te hebben.
Wat betreft het vitamine C-gehalte kan men gerust zijn, want dat is hoger dan de aanbevolen hoeveelheid. Dat komt vooral doordat er regelmatig rauwkost wordt gegeten bij de lunches en zelfs bij de ontbijten.
Als vakgenoot begrijp ik de bezorgdheid van mevrouw Van der Ploeg over het vetgehalte, maar in het artikel noemt zij energieprocenten van vet. Dat is verwarrend. De lezer zou de snelle conclusie kunnen trekken dat de maaltijd voor meer dan 60 procent uit vet bestaat. Dat is echter niet het geval.
In dit dieet is de gemiddelde inname van verzadigde vetten juist aan de bescheiden kant (17 energieprocent). Omdat het aantal koolhydraten wordt verminderd, stijgt weliswaar het aandeel vet in de voeding, maar men eet niet meer vet.
Door de verhoogde eiwitinname heeft men veel minder honger, omdat eiwitten het hongergevoel remmen. De belangrijkste vitaminen en mineralen zijn doorgerekend. Dit dieet wijkt niet veel af van de aanbevolen hoeveelheden van het Voedingscentrum.
Overigens adviseer ik zelf wel om er een multivitamine bij te nemen als extra steuntje in de rug, maar deze aanbeveling staat niet in het boek.
Ik ben het met mevrouw Van der Ploeg eens dat een dieet inderdaad een tijdelijke omschakeling is. De neiging om terug te keren naar het vertrouwde voedingspatroon is groot en men loopt het risico om snel weer dikker te worden
Elly Poll (voedingstherapeute)
Geerhoek 40
3925 WK Scherpenzeel