Variant van het fascisme
In mijn kinderjaren stonden NSB’ers in het openbaar hun blad Volk en Vaderland uit te venten. Er werd nogal eens een spotliedje op gezongen: „Op de hoek van de straat staat een NSB’er. ’t Is geen man, ’t is geen vrouw, maar een rasplebejer.”
De Nationaalsocialistische Beweging, die vanaf het begin in 1930 veel Nederlanders meetrok in het spoor van Hitler en in 1945 een roemloos einde vond, is nog steeds onderwerp van studie. De historici Robin te Slaa (1969) en Edwin Klijn (1970) schreven een lijvig boekwerk over de eerste jaren van deze Duitsgezinde groepering.Voor veel jongeren is het misschien niet meer dan een document over het verleden, maar voor tal van ouderen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, is het een interessante studie die licht werpt op de vooroorlogse jaren in Nederland en die de wortels blootlegt van een politieke organisatie die een bijzondere betekenis heeft gehad.
Het boek bestrijkt de jaren 1931-1935. De periode tot 1940 en de positie van de NSB van de Duitse inval in 1940 tot de Bevrijding in 1945 worden niet behandeld. Het is denkbaar dat de auteurs hierover alsnog willen publiceren. Wanneer dit even uitvoerig gebeurt als met betrekking tot de nu behandelde periode zouden 2000 pagina’s nodig zijn om het beeld van de NSB te completeren!
Zowel de voorgeschiedenis van de NSB vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog tot aan 1930 als de voorlopers van deze beweging komen uitvoerig aan bod. Vervolgens wordt de NSB getekend in haar moeizame wording gedurende de jaren 1930 tot 1932. Elk volgend jaar wordt hierna apart behandeld: 1933, als het jaar waarin de NSB marcheert, terwijl 1934 meer een jaar is van bezinning voor de beweging. Voor de slotbeschouwing komt het jaar 1935 aan de orde, onder het opschrift ”In gesloten gelederen voorwaarts”.
Samenvattend kan worden gesteld dat de NSB een breuk met de gevestigde orde wilde forceren. Het uitgangspunt was een totaal nieuwe geesteshouding tegenover het rationalistische karakter van de democratie. Nader omschreven: de mythe van een nieuwe mens en een nieuwe elite kreeg voorrang. Het begrip ”mythe” tegenover ”rationalistisch” spreekt al boekdelen.
Te Slaa en Klijn tonen aan dat de NSB in de beginjaren een duidelijke radicalisering doormaakte, die tot uiting kwam in een toenemende gerichtheid op het nazistische Duitsland. De NSB was aanvankelijk ook niet antisemitisch, maar werd het gaandeweg wel.
Toch was de radicalisering niet slechts een zaak van ontwikkeling. Er waren van het begin af aan radicale elementen in de beweging aan te wijzen, met name bij leden die eerder tot andere fascistische groeperingen hadden behoord.
Wat betreft het karakter van de NSB kan men stellen dat deze beweging een eigen, nationale variant van het fascisme wilde creëren, maar tegelijk het oog had op een West-Europese statenbond van gelijkgezinde landen.
Historisch gezien kwam de groei van de NSB in 1933 na een aarzelend begin op gang. Deze ontwikkeling ging door tot de NSB in 1935 bijna 8 procent van de stemmen bij de Statenverkiezingen behaalde, en zo in grootte de vijfde politieke partij van Nederland werd.
De auteurs zien diverse oorzaken voor dit succes. Een ervan was een wijdverbreide onvrede met het moeizame functioneren van de parlementaire democratie. De voortgaande politieke versplintering en de economische crisis van die tijd speelden eveneens een rol.
De vooruitgang van de NSB was evenwel niet het minst te danken aan de persoon van de leider, Anton Mussert. Als ‘fatsoenlijk’ en gematigd man sprak hij velen aan. Tevens had hij de gave om botsende ego’s bij elkaar te houden. Zo ontstond een partij met een eigen karakter. Het ideaal was een nationale wedergeboorte van het Nederlandse volk en de oprichting van een fascistische staat.
Met dit visioen van een eensgezinde, saamhorige samenleving wilde de NSB –naast het communisme en het kapitalisme– een eigen weg gaan om te komen tot een volksbestaan dat boven klassen en standen uitgroeide.
Al waren er in de top zelfs predikanten aanwezig (te denken valt aan ds. Van Duyl, ds. Hylkema, ds. Boissevain en ds. Hofstede), toch wezen vele kerkelijken in het sterk verzuilde Nederland het eenheidsstreven van de NSB onvoorwaardelijk af. Bij alle verschillen vond men elkaar in de bestrijding van het opkomend fascisme. Er was een breed verlangen om de pluriformiteit en de geestelijke vrijheid te verdedigen tegenover het rigide eenheidsdenken van de NSB.
Het neemt niet weg dat de NSB in de eerste jaren sterk groeide, zij het niet voldoende om een absolute meerderheid te krijgen. Bovendien sloot de beweging niet aan bij de gevestigde machten en bij de maatschappelijke elite. De conclusie van de auteurs is dat de NSB steeds meer een verstarde sekte werd, die vasthield aan een politieke religie.
Eind 1935 begon de afname van het aantal leden, al zou de rol van de NSB pas in 1945 uitgespeeld zijn.
Beide schrijvers hebben een lezenswaardige bijdrage geleverd aan de kennis van deze groepering in haar eerste tijd. We zien uit naar het vervolg.
De NSB. Ontstaan en opkomst van de Nationaal Socialistische Beweging, 1931-1935, Robin te Slaa en Edwin Klijn;uitg. Boom, Meppel, 2009; ISBN 978 90 850 6813 6; 939 blz.; € 39,50.
Anton Mussert
Anton Adriaan Mussert (1894-1946) werd geboren als het vierde kind van de gereformeerde hoofdonderwijzer van de openbare lagere school in Werkendam. Hij groeide op in een gezin waarin gezag (of dat nu van God, de landsregering of van de vader afkomstig was) als het centrale element in het leven werd beschouwd. Deze getrouwheid aan het gezag, gesymboliseerd door het Huis van Oranje, werd in huize Mussert gekoppeld aan die andere traditioneel Hollandse deugden als spaarzaamheid, ijver en fatsoen. In 1931 richtte Mussert samen met Cornelis van Geelkerken de NSB op. Mussert wees aanvankelijk de Duitse rassenleer en het antisemitisme als on-Nederlands krachtig van de hand. Met de komst van Meinoud Rost van Tonningen werd de partij radicaler, volkser en antisemitischer. De nazi’s, de NSB en hun sympathisanten presenteerden Mussert van 1942 tot mei 1945 als leider van Nederland. Na de Bevrijding werd hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.