Opinie

Hoge Raad zaagt met SGP-arrest tak door waar hij zelf op zit

De Hoge Raad tast met de uitspraak over de SGP de fundamenten aan van de parlementaire democratie, meent prof. dr. Ger Groot.

20 April 2010 09:07Gewijzigd op 14 November 2020 10:22

Je hoeft geen sympathie te koesteren voor het vrouwenstandpunt van de SGP om de uitspraak die de Hoge Raad daarover gedaan heeft hoogst problematisch te vinden. De SGP mag vrouwen niet langer uitsluiten van haar verkiezingslijsten, omdat daarmee het gelijkheidsbeginsel jegens de vrouw geschonden wordt, aldus de Hoge Raad.Opmerkelijk is dat deze zaak werd aangespannen door het Clara Wichmannfonds, een ‘belangenvereniging’ die bij de uitspraak hoogstens een symbolisch maar geen materieel belang heeft. De steun van de werkelijk betrokkenen (de vrouwen in SGP-kringen) heeft het fonds uitdrukkelijk niet. Eerder verdedigt het de rechten van SGP-vrouwen als een verlichte kolonisator die de inlandse bevolking de marsroute naar haar eigen bevrijding inprent. Te vrezen is dat dit ideële proefproces vooral de rechtsgevoelens van het fonds zelf heeft moeten dienen.

Dat is echter niet de meest problematische kant van de uitspraak van de Hoge Raad, en die ligt al evenmin in de veronderstelde botsing tussen de voorschriften van een egalitaire samenleving en de vrijheid van godsdienst. Dat de SGP zich voor haar standpunt op religieuze motieven beroept is niet van wezenlijke betekenis. Dit arrest heeft gevolgen voor iedere politieke partij die zich verzet tegen enig element in de (Grond)wet of in door Nederland ondertekende verdragen, en zich dienovereenkomstig organiseert. Daarmee raakt het aan de grondslagen van de Nederlandse rechts- en staatsorde.

Kortsluiting

Ogenschijnlijk loopt het met dit arrest zo’n vaart niet. De mening dat vrouwen niet tot openbare ambten geroepen zijn mag de SGP naar hartenlust blijven uitdragen. Ze mag alleen haar partij en fractie niet volgens dit beginsel blijven organiseren. Dat heeft tot merkwaardig gevolg dat de Hoge Raad de SGP veroordeelt tot wat we filosofisch een ”performatieve tegenspraak” zouden kunnen noemen. In haar handelen en gestalte moet de partij iets anders doen uitschijnen dan wat zij aan diepste overtuiging omhelst. Daarmee wordt zij gedwongen tot een ongeloofwaardigheid die de verdediging van haar ideeën feitelijk onmogelijk maakt en haar politieke vrijheid beknot.

Dat is ernstig, want het tast de fundamenten van de parlementaire democratie aan. Deze steunt op het beginsel dat het volk zichzelf in vrijheid uitspreekt en vanuit die vrijheid zijn wetten afkondigt. Deze volkssoevereiniteit is de enige legitimatie waarop ons staatsbestel zich kan en wil beroepen. Ze wordt uitgeoefend in de vorm van representatieve vergaderingen, waarin de partijen de visies uitdragen die leven in het volk als geheel.

Het arrest van de Hoge Raad heeft tot gevolg dat een van die visies niet meer op een coherente wijze tot uitdrukking kan worden gebracht. Vanaf dat ogenblik is de stem van het volk dus niet meer werkelijk vrij en daarmee wordt de hele constructie van de wet en de staat twijfelachtig. Terwijl deze principieel berust op de wil van het soevereine volk, gaat ze de uitdrukking van die wil nu beperken, en daarmee ontstaat een vreemd soort kortsluiting in het systeem. De wetgevende stem, die zijn bestaansrecht ontleent aan zijn eigen vrijheid, wordt beknot door de bepalingen die hij zelf uitvaardigt. Sommige meningen (en de daarmee verbonden politieke organisatievormen) worden daardoor niet-ontvankelijk verklaard. Alleen die geluiden zijn nog in tel die gesanctioneerd worden door de wetten die nu juist in het vrije politieke debat tot stand moeten komen.

Schijngevecht

Niet alleen de wetgever ziet zijn legitimiteit daarmee gereduceerd, zodat het politieke debat steeds meer een schijngevecht wordt. Ook de rechtspraak deelt in dat lot. Recht wordt er in Nederland immers eveneens gesproken uit naam van het soevereine volk. Door de beperkingen die dit arrest oplegt aan de politieke organisatie van dat volk, komt ook de rechtmatigheid daarvan in de lucht te hangen. Principieel doorgedacht (en het gaat in deze hele zaak om principes) zaagt de Hoge Raad met dit arrest de tak door waarop hij zelf zit.

In plaats van de volkssoevereiniteit lijkt nu een andere instantie het fundament van de staatsorde te gaan worden: de (Grond)wet en de daarmee op één lijn staande verdragen waarop ook de Hoge Raad zich beroept. Het zijn immers deze instanties die nu de politieke partijen (dus de stem van het volk) gaan voorschrijven hoe ze zich wel en niet mogen articuleren.

Deze instanties komen daarmee boven de partijen te staan, terwijl ze in werkelijkheid afhankelijk zouden moeten zijn van hun politieke zeggingsmacht. Volkssoevereiniteit wordt zo ingewisseld voor een (Grond)wetsfundamentalisme dat aan de politiek nog maar heel weinig ruimte laat. Elk voorstel tot wijziging van de (Grond)wet kan immers worden opgevat als een poging tot schending van diezelfde (Grond)wet. Is het eenmaal zo ver gekomen, dan heeft de politiek in het staatsbestel afgedaan en verdampt de rol van partijen even snel als de volkssoevereiniteit waarvan zij de uitdrukking zijn.

Het probleem van de uitspraak van de Hoge Raad (daartoe mogelijkerwijs gedwongen door een ongelukkige bepaling in het VN-Vrouwenverdrag) is dat hij politieke partijen behandelt als willekeurige verenigingen. Politieke partijen zijn echter geen gewone burgerorganisaties die onverkort onder de wet vallen. Zij zijn constitutief voor die wet – en willen ze dat blijven, dan mag hun in principe niets in de weg worden gelegd. De grens van dat beginsel is pas daar bereikt wanneer zij zich zouden gedragen als volbloed criminele organisaties (bijvoorbeeld wanneer de maffia via een politieke partij zijn doeleinden zou gaan nastreven) en dus feitelijk helemaal geen politieke partijen meer zijn.

In alle andere gevallen moet hun de absolute vrijheid worden geboden om zich als stem uit het soevereine volk op coherente wijze te manifesteren. Uit de discussie van alle meningen, zelfs de meest onsmakelijke, ontstaat immers de rechtsorde. Dat is de dragende gedachte achter ons rechts- en staatsbestel.

Biljartclub

Ironisch genoeg heeft juist de SGP dit beginsel van de volkssoevereiniteit altijd verworpen. Dat heeft bijna een eeuw lang niemand werkelijk verontrust. Het bestel was sterk genoeg om deze anomalie te verdragen onder het hogere principe van de politieke vrijheid, zelfs voor een partij die de menselijke autonomie principieel ontkende.

Het is spijtig dat deze innerlijke systeemkracht nu is aangetast door een rechtzaak die niet alleen symbolische betekenis heeft. De aanklacht van het Clara Wichmann­fonds getuigt, onder het mom van democratisch vrijheid, van een afkalvende tolerantie jegens alles wat in Nederland niet tot de politieke mainstream behoort. Het is precies in deze intolerantie dat het principiële belang van deze zaak ligt.

Het is verontrustend dat ter wille van een vrijheidsbeknotting die zich als bevrijding voordoet de grondslagen van de democratie op een zo luchthartige wijze op de helling worden gezet. In de aanklacht én de uitspraak van deze zaak verdwijnt de rangorde van rechten, plichten en vrijheden waarbinnen het politieke bestel functioneert uit zicht. Dan kan een politieke partij op dezelfde wijze worden behandeld als een biljartclub. De wijsheid dat de staat zich niet moet mengen in de overtuigingen en organisatie van het volk waaraan hij zijn bestaan en rechtmatigheid dankt, is hierin ver te zoeken.

Te vrezen is echter dat het daarbij niet zal blijven. Een van de initiatiefnemers stelde al een wijziging van de Kieswet in het vooruitzicht waardoor voortaan ook de geslachtelijke samenstelling van de kandidatenlijsten aan strenge normen zal worden onderworpen. De vrijheid van politieke partijen om zich naar eigen inzichten te organiseren en hun boodschap uit te dragen op de wijze die hun het beste past wordt almaar kleiner.

De auteur is hoogleraar ”filosofie en literatuur” aan de Radboud Universiteit en doceert tevens filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit artikel is zaterdag ook verschenen in NRC Handelsblad.

Meer over
SGP onder vuur

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer