SGP, doe oproep tot proteststem op 9 juni
De SGP moet na de uitspraak van de Hoge Raad niet blijven steken in de rol van slachtoffer, vindt mr. Arwin W. Mulderij. Als de partij volwassen omgaat met de situatie, biedt dat nieuwe mogelijkheden.
Als jurist en voormalig (bestuurs-recht)advocaat heb ik met meer dan gewone belangstelling het proces gevolgd over het vrouwenstandpunt van de SGP. Ik vind het intriest dat het Proefprocessenfonds Clara Wichmann nu toch zijn gelijk heeft weten te halen. Het heeft geen werkelijk belang, maar wordt slechts geleid door ergernis over het SGP-standpunt.Veel SGP’ers zijn verontwaardigd en voelen zich slachtoffer. Zo stelt drs. J. A. Schippers in zijn column (RD van 12 april) dat de Hoge Raad zich partijdig heeft opgesteld. Ik kan deze gevoelens goed begrijpen, maar veroorloof me toch enige opmerkingen. Voor de goede orde: ik ben geen SGP’er en reken me evenmin tot de gereformeerde gezindte.
Ik ben jurist genoeg om te weten dat de Hoge Raad op zuiver technisch-juridische wijze tot zijn oordeel komt. In tegenstelling tot Schippers acht ik het persoonlijk uitgesloten dat ons hoogste rechtscollege partij zou kiezen. De Hoge Raad stelt vast, toetst het recht, weegt af en komt op zuiver juridische gronden ‘klinisch’ tot zijn oordeel, dat zeer uitgebreid is gemotiveerd. Het is buitengewoon onaannemelijk dat hij zich daarbij zou hebben laten leiden door de ideologische drijfveren van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann.
Een dergelijk verwijt aan het adres van de Hoge Raad draagt het risico in zich dat het wordt opgevat als een zwaktebod van een slecht verliezer. Laat de SGP niet blijven steken in het zwarte schaap spelen en volwassen omgaan met deze situatie.
Ledenraadpleging
Ik zou het een groot verlies vinden als de oudste partij van Nederland om zeep wordt geholpen, terwijl daartoe geen werkelijk belang aanwezig is. Ik wil de SGP daarom twee suggesties aan de hand doen.
In de eerste plaats: de SGP beschouwt zich als een partij die de democratische beginselen respecteert en daarnaar handelt. De partij zou een ledenraadpleging over het vrouwenstandpunt kunnen houden. Als een meerderheid van de leden vrouwen wil toestaan op de kieslijsten, kan de SGP zelf haar standpunt wijzigen. Dan laat de partij gelijk zien dat ze niet passief achteroverleunt.
Is een meerderheid tegen, dan zal de staat –vermoedelijk– maatregelen treffen, maar daarvoor draagt de SGP dan zelf geen verantwoordelijkheid. Uiteindelijk is er geen werkelijk probleem voor de SGP. Als de staat de partij oplegt om het vrouwenstandpunt te wijzigen en de SGP dat vervolgens noodgedwongen uitvoert, dan blijft de partij trouw aan de wet.
In de tweede plaats: ik ben het volstrekt oneens met veel van de SGP-standpunten (waaronder het vrouwenstandpunt), maar ik overweeg serieus op 9 juni een proteststem op de SGP uit te brengen. Deze partij mag niet op deze wijze aan de kant worden geschoven. Laat de SGP daarom alle Nederlanders ertoe oproepen om één keer een uitzondering te maken en bij de komende Kamerverkiezingen SGP te stemmen.
De auteur is jurist.