„Soldaat op elke hoek leidt tot politiestaat”
Politieagenten op elke hoek van de straat, militairen bij belangrijke overheidsgebouwen en strenge veiligheidscontroles op de luchthavens. Door de sterk toegenomen terreurdreiging is New York in een vesting veranderd.
Voor de zoveelste keer lopen sergeant-majoor Aaron Stieglitz en sergeant Brian Donnelly hun rondje om Ground Zero, de plaats waar op 11 september 2001 twee vliegtuigen op het World Trade Center stortten. Automatisch geweer voor de borst, kogelvrij vest om en de radio binnen handbereik om versterking in te roepen.
„Misschien blijkt het achteraf allemaal niet nodig, maar we moeten op alles voorbereid zijn”, zegt Stieglitz. „Het is niet het leukste werk om te doen. Door de oorlog in Irak is de dreiging van terroristische aanslagen echter zeer reëel. New York vormt nu eenmaal een risicogebied. Hier is het hart van Amerika’s economisch leven. Dit is bij uitstek het symbool van alles wat onze vijanden haten.”
„Na 11 september kregen we het verwijt dat we geen rekening met dat soort aanslagen hadden gehouden”, vervolgt de Amerikaanse soldaat. „Dat kunnen ze nu in elk geval niet zeggen. Of het zal helpen, is een heel andere vraag. Terreurdaden komen altijd onverwacht. Wat kunnen wij hier met onze M-16’s beginnen als er een gekaapt vliegtuig op de stad neerstort?”
Donnelly en Stieglitz zijn slechts twee van de duizenden militairen en politieagenten die de Amerikaanse autoriteiten hebben ingezet om het land tegen terroristische aanslagen te beschermen. Op de luchthavens van alle grote steden patrouilleren zwaarbewapende soldaten. Op de bruggen van New York heeft het leger controleposten opgezet. Politieagenten zijn rond financiële instellingen en overheidsgebouwen in de stad geposteerd. Metro- en treinstations worden streng bewaakt. In de metrocoupés hangen posters die passagiers aansporen oplettend te zijn. Een speciaal telefoonnummer kan worden gebeld om verdachte zaken te melden.
De verscherpte veiligheidsmaatregelen betreffen niet alleen het inzetten van extra leger en politie. De gouverneur van New Jersey beval dit weekend dat alle privé-vliegtuigen die zich in de staat bevinden, van ten minste twee sloten moeten worden voorzien om te voorkomen dat ze worden gestolen en voor een terroristische aanslag worden gebruikt. Eén slot op de deur en één slot op het wiel of de propeller. Als piloten de overheidsorders niet binnen zeven dagen opvolgen, lopen ze het risico dat hun toestellen in beslag worden genomen.
Verder hebben de autoriteiten van New Jersey aangekondigd dat ze webcams zullen installeren op alle kleine en middelgrote vliegvelden in de staat. Medewerkers van luchthavens krijgen per direct de beschikking over een speciale mobiele telefoon om hulpdiensten snel te kunnen waarschuwen als zich een calamiteit voordoet.
De meeste New Yorkers laten de verscherpte veiligheidsmaatregelen gelaten over zich heen komen. „We zijn in oorlog, dus dan kun je dit soort dingen verwachten”, zegt Jake Vandenberg, terwijl hij in de metro naar Wall Street stapt. „Ik lig niet wakker van die paar extra agenten. Het probleem is alleen dat ook terroristen daar niet wakker van zullen liggen.”
Niet iedereen reageert zo laconiek op de toegenomen terreurdreiging. „Ik moet met de metro naar mijn werk, maar eigenlijk stap ik elke ochtend met een bang gevoel in”, zegt Susan Dennehey. „De ondergrondse is natuurlijk een prachtig doelwit voor terroristen. In één klap maakt je tientallen slachtoffers, zeker als je gifgas of dat soort dingen gebruikt.”
Volgens conducteur Samuel Woods is het aantal reizigers dat van de New Yorkse metro gebruikmaakt niet afgenomen. „Ik krijg wél meer vragen van mensen over veiligheid. Soms wijzen passagiers me op verdachte objecten op stations. Sommigen kijken zelfs in de prullenbakken of er soms iets in is verstopt. Daar kun je natuurlijk lacherig over doen, maar ik ben ervan overtuigd dat als iedereen die alertheid zou hebben, het risico op aanslagen een stuk kleiner zou zijn.”
Hoewel de meeste Amerikanen geen enkel probleem met de veiligheidsmaatregelen hebben, klinkt hier en daar ook stevige kritiek. De Amerikaanse Unie voor Burgerlijke Vrijheden (ACLU) van New Jersey, zoals altijd op het vinkentouw als de privacy in het geding is, noemt de massale inzet van leger en politie „overdreven en grenzend aan de staat van beleg.”
Volgens ACLU-directeur Deborah Jacobs heeft de unie tientallen telefoontjes gekregen van verontruste burgers „die zich afvroegen of het leger de controle over dit land” heeft overgenomen. „Natuurlijk beseffen wij de ernst van de situatie. Maar dat mag geen excuus zijn om maatregelen te nemen die ons het gevoel geven dat we in een politiestaat leven. We vechten om het Iraakse volk te bevrijden en onze hooggewaardeerde open maatschappij te beschermen. Soldaten op elke hoek van de straat passen niet bepaald in dat plaatje.”