Top tegen nachtmerriescenario
Zo’n veertig regeringsleiders en staatshoofden zijn vandaag en morgen in Washington bijeen op de Nucleaire Veiligheidstop. Een initiatief van de Amerikaanse president Obama, die nucleair terrorisme onlangs de meest direct en acute bedreiging van de internationale veiligheid noemde.
De top moet ervoor zorgen dat landen met nucleaire wapens en nucleair materiaal er beter voor gaan zorgen dat terroristen die niet in handen krijgen.Het initiatief van Obama is zeker niet overbodig, vindt ook Giorgio Franceschini, als expert van massavernietigingswapens werkzaam bij het Peace Research Institute Frankfurt (PRIF). „Iedere terrorisme-expert zal u verzekeren dat al-Qaida op zoek is naar kernwapens en dat deze organisatie ze ook daadwerkelijk zal gebruiken.”
Vooral voor Amerikanen is nucleair terrorisme een acute bedreiging, zegt Franceschini. „Een vooraanstaand expert als Graham Allison heeft ervoor gewaarschuwd dat als de VS niet werken aan betere nucleaire beveiliging, de kans op een aanslag met kernwapens –bijvoorbeeld op een grote Amerikaanse stad– de komende tien jaar meer dan 50 procent is.”
Voorwaarde is wel dat die terroristen dan wel voldoende kritische massa in handen krijgt van uranium of plutonium. Dat betekent: minstens 25 kilo hoogverrijkt uranium (HEU) of 5 à 10 kilo plutonium. Uranium heeft volgens Franceschini de voorkeur omdat het gemakkelijker is om daarvan een explosief te fabriceren.
Wereldwijd lag er vorig jaar tussen de 1300 en de 1900 ton hoogverrijkt uranium opgeslagen (volgens sommige berekeningen goed voor 60.000 kernwapens). De voorraden plutonium worden geschat op 475 tot 525 ton, genoeg voor zo’n 60.000 kernbommen. Over sommige landen bestaat grote zorg dat ze hun materiaal niet goed beschermen. De twee kwetsbaarste landen voor terroristisch misbruik zijn volgens Franceschini Rusland en Pakistan. „Rusland heeft een gigantische voorraad van hoogverrijkt uranium en plutonium, opgeslagen op honderden locaties, maar de autoriteiten weten zelf niet hoeveel ze precies hebben.” Op pijnlijke wijze bleek dat in de jaren 90 van de vorige eeuw toen het gerucht ging dat ergens in Rusland 20 kilo hoogverrijkt uranium werd vermist. „Toen de politie aan de lokale autoriteiten vroeg hoeveel materiaal daar lag opgetast, kreeg ze als antwoord: Dat weten we niet.”
De Amerikanen hebben inmiddels veel geld gestoken in het beveiligen van het Russische nucleaire wapencomplex met het CTR-program (Cooperative Threat Reduction), maar nog altijd zou 30 procent van de opslaglocaties niet goed bewaakt worden.
Pakistan is een nog grotere zorg, omdat dit kernwapenland te kampen heeft met taliban- en al-Qaida-aanvallen binnen de eigen grenzen. „Ieders nachtmerrie is dat Pakistan afzakt naar het niveau van een ”falende staat”, een land zonder effectief bestuur, waar niemand meer de kernwapens en het nucleair materiaal beheert.” Maar volgens de Pakistanen zelf is er geen vuiltje aan de lucht zegt Franceschini. „Iedere keer wanneer deze bezorgdheid ter sprake komt, reageren de autoriteiten en wetenschappers gepikeerd over „zo veel westerse arrogantie.””
En dan is er nog het Afrikaanse probleem. Op de top in Washington zal bekrachtiging van VN-resolutie 1540 hoog op de agenda staan. De resolutie werd in 2004 door de Veiligheidsraad aangenomen, mede naar aanleiding van de terroristische aanvallen van 11 september 2001 en na de nucleaire smokkelpraktijken van de Pakistaanse atoomgeleerde A. Q. Khan. Resolutie 1540 eist van regeringen dat ze door middel van wetgeving en daadwerkelijke controle terroristen ervan weerhoudt om wapens voor massavernietiging in bezit te krijgen of te maken. De resolutie eist daarover ook nauwkeurige rapportage. En wat blijkt? Zeker 29 landen hebben tot op vandaag niet gerapporteerd over wat zij aan maatregelen hebben getroffen. Van de ruim 160 landen die dat wel hebben gedaan, is veel informatie vaag en onvolledig. Vrijwel alle in gebreke gebleven staten liggen in Afrika, waar veel uranium wordt gedolven. Zo hebben de Democratische Republiek Congo en Niger, belangrijke exporteurs van uranium, nog niets van zich laten horen.
Ook voor tal van rijke landen ligt er nog een taak, vindt Franceschini. Ze bezitten namelijk hoogverrijkt uranium voor civiel gebruik, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek, medisch gebruik of als brandstof. „Op lange termijn moeten we ervoor zorgen dat dat verrijkt uranium voor civiel gebruik uit de wereld verdwijnt, of sterk wordt gereduceerd.” Volgens hem kan wetenschappelijk onderzoek prima met laagverrijkt uranium.
Wat moet volgens Franceschini verder de uitkomst van de nucleaire top worden? Hij vindt dat de deelnemende landen met een gemeenschappelijke standaard moeten komen voor de beveiliging van nucleair materiaal. „Dat gaat veel geld kosten, en daarom zullen rijke staten mee moeten betalen aan de bescherming in armere landen.”