„Herhaling van eerdere toezeggingen”
„Een stap in de goede richting.” Zo betitelt prof. Ko Colijn de aankondiging van de Amerikaanse president Barack Obama om het nucleaire beleid van de Verenigde Staten te wijzigen.
Al tijdens de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen liet Obama weten dat hij –op termijn– streeft naar een kernwapenvrije wereld. In een toespraak in Praag, april vorig jaar, herhaalde Obama dat nog eens.Volgens prof. Ko Colijn, verbonden aan instituut Clingendael in Den Haag, zijn de uitspraken die Obama eerder deze week over het nieuwe nucleaire beleid van Amerika deed dan ook niets anders dan een herhaling van zijn eerdere toezeggingen.
President Obama kondigde aan dat de Verenigde Staten geen nieuwe kernwapens zullen ontwikkelen. Ook wil Obama het aantal atoomwapens, in overleg met andere kernmogendheden, fors terugbrengen. Wel tekende hij nadrukkelijk aan dat de VS een „veilig en effectief kernwapenarsenaal” zullen aanhouden zolang er ook maar één land ter wereld is dat nucleaire wapens heeft.
Volgens prof. Colijn passen de uitspraken van Obama in het nieuwe Amerikaanse buitenlands beleid. „Je merkt aan alles dat de Verenigde Staten wat voorzichtiger op het wereldtoneel willen opereren. Ook op het gebied van nucleaire ontwapening geven ze graag het goede voorbeeld. Dat gebeurt overigens natuurlijk niet zonder bijbedoeling. De diepere bedoeling is om andere landen in dit streven mee te trekken.”
De focus ligt nu vooral op Amerika en Rusland. Welke rol speelt China in deze discussie?
„Laten we niet vergeten dat de Verenigde Staten en Rusland 95 procent van alle kernwapens bezitten. Desondanks speelt China een belangrijke rol in dit geheel, omdat het invloed op India en Pakistan kan uitoefenen. China staat op een kruispunt. Het worstelt met de vraag of het ook een supermacht moet worden, met de daarbijbehorende duizenden kernwapens. Peking heeft als sterk punt dat het relatief weinig kernwapens bezit en een beleid van ”no first use” hanteert. China hoeft dus niet als eerste stappen te zetten, maar kan rustig wachten tot de Amerikanen dat doen.”
Wat is nu het werkelijke motief van Obama om het nucleaire beleid aan te passen?
„Er zijn, denk ik, twee motieven. Enerzijds wil Amerika niet opnieuw in een geldverslindende wapenwedloop worden meegesleept. Tegelijkertijd weet Obama ook dat de huidige conventionele technologie veel van de nucleaire taken kan overnemen. En hoe je het ook wendt of keert, Washington zal de conventionele wapenrace altijd winnen, dus Obama kan wat dat betreft mooi weer spelen.
Het tweede motief is misschien nog belangrijker: de VS maken zich grote zorgen over de verspreiding van kernwapens. Door het goede voorbeeld te geven, hopen zij dat zij de verspreiding van kernwapens kunnen tegengaan en kunnen voorkomen dat dit soort oorlogstuig in handen van terroristen of schurkenstaten valt.”
Minister Verhagen verklaarde een jaar geleden nog dat kernwapens een essentieel onderdeel van de militaire strategie van de NAVO vormen. Heeft de NAVO die wapens echt nodig?
„Dat is een moeilijke vraag. De NAVO vindt dat zij die wapens nodig heeft, zo red ik me er dan maar uit. Militair gezien is de kans natuurlijk uiterst klein dat de NAVO genoodzaakt wordt kernwapens te gebruiken. Maar er is ook een politieke kant. De Baltische staten zien de aanwezigheid van kernwapens op NAVO-grondgebied als een belangrijke veiligheidsgarantie richting Rusland.