Christelijke begrafenis is geloofsbelijdenis
Hij ligt in een geleende wieg, vaart in een geleende boot, rijdt op een geleende ezel en rust in een geleend graf. De begrafenis van de Heere Jezus onderstreept Zijn armoede en vernedering. In Nederland staat de sobere begrafenis onder druk.
De nieuwste innovatie in de uitvaartbranche is de uitvaarttruck. Sinds enkele weken kunnen vrachtwagenchauffeurs in een tientonner met laadklep naar de laatste rustplaats gereden worden. Er is behoefte aan een persoonlijk getinte begrafenis of crematie. Sommigen willen vooral dat het er milieubewust aan toe gaat en kiezen voor de ecologisch verantwoorde wilgentenen of kartonnen kist.In een onderzoek van Centraal Beheer Achmea van enkele jaren geleden gaf bijna de helft van de ondervraagden aan dat de uitvaart feestelijk beëindigd moet worden. De rouw verdwijnt en de begrafenis of crematie krijgt steeds meer het karakter van een zelfbewuste beëindiging van het levensproject.
Deze behoefte houdt verband met een aantal spectaculaire begrafenissen van bekende Nederlanders. In september 2004 wonen bijna 50.000 mensen de afscheidsceremonie bij van volkszanger André Hazes in de Amsterdam ArenA; 6 miljoen mensen zitten voor de buis. Dat zet een trend. De ernst van de dood wijkt voor de sfeer van de show.
Predikanten in orthodox- christelijke kring krijgen steeds vaker te maken met de wens om aan de begrafenis een persoonlijke tint te geven. De creativiteit camoufleert de verlegenheid met de dood. Het is pijnlijk als de wensen van kinderen niet overeenstemmen met de sfeer waarin hun ouders geleefd hebben. Daarom is het belangrijk om een begrafenis van tevoren goed door te spreken.
Geen kerkdienst
Een rouwdienst is geen kerkdienst. Na de Reformatie is het aanvankelijk zelfs verboden om bij een begrafenis een ”lijkpredicatie” te houden. Een ambtelijke bijdrage van een predikant herinnert te veel aan de rooms-katholieke dodenmis. Later wordt het soepeler, maar een begrafenis blijft een familieaangelegenheid. Daarbij kan een predikant of ouderling uitgenodigd worden om een troostrijk woord uit de Schrift te spreken, maar een kerkdienst is het niet.
Het bijzondere karakter van een rouwdienst schept de mogelijkheid om bij de invulling enige soepelheid te betrachten. Soms zijn familieleden beter thuis in de gezangen dan in de psalmen. Je kunt beter samen ”De Heer’ is mijn Herder” zingen dan als predikant Psalm 23 in solozang. Een kerkenraad die gezangen bij de rouwdienst uitbant om de gereformeerde traditie te handhaven, handelt juist in strijd met die traditie door van de rouwdienst een kerkdienst te maken.
Zaaien
De invulling van de begrafenis hangt sterk af van plaatselijke gewoonten. Niet overal wordt gezongen. Soms gebeurt dat alleen als iemand „een goede ruil” mag doen, maar dat kan leiden tot ongewenste speculaties over iemands eeuwige staat. Katwijkers zingen altijd op het graf terwijl het lichaam in de aarde daalt. Dat maakt indruk. In Hongarije blijft de gemeente staan en zingt terwijl het graf gedicht wordt. Begraven is zaaien.
In een rouwdienst mag het Woord van God opengaan, maar dat wil niet zeggen dat de begrafenis volstrekt onpersoonlijk wordt. Bij de verwerking van de rouw hoort ook de behoefte om herinneringen aan de overledene een plaats te geven. Als kinderen een in memoriam willen uitspreken of als kleinkinderen een gedicht willen voordragen, hoeft dat niet per se afgekeurd te worden. Goed overleg is wel belangrijk. Het gebeurt nogal eens dat de overledene zelf wordt aangesproken; dat hoort niet. Het Woord mag altijd het laatste woord hebben.
De Dordtse synode van 1574 wilde al dat de voorgangers „der afgestorvener lof niet en verkondigen.” De angst dat de mens in het middelpunt zou komen te staan, was een reden om rouwdiensten te verbieden. Maar dan lijkt het middel erger dan de kwaal. Het moet toch mogelijk zijn om het Evangelie onverkort te verkondigen en in die verkondiging het leven en sterven van de overledene een plaats te geven.
Een begrafenis vindt altijd plaats in een missionaire context. Er zijn familieleden, collega’s, buren of vrienden aanwezig die soms ver afstaan van het christelijke geloof. De inhoud van de Bijbelse boodschap mag niet worden aangepast, maar hun aanwezigheid moet wel verdisconteerd worden in de manier waarop die boodschap verkondigd wordt. Eenvoud, bewogenheid en liefde zetten dan de toon.
Vanwege die bewogenheid kan het soms ook verstandig zijn om ruimte te laten voor een meer persoonlijke noot. De ervaring leert dat dezelfde boodschap vertolkt via de levensgeschiedenis van de overledene of gevat in een enkel woord dat hij of zij gesproken heeft, veel dichterbij komt dan een in algemene termen verkondigde waarheid over de ernst van de eeuwigheid.
De meeste mensen beamen dat het belangrijk is om van tevoren over de invulling van een begrafenis te spreken in de kring van het gezin. Maar net als bij het opmaken van een testament betekent dat niet dat de meeste mensen dat ook doen. Op de dood en het graf rust nog wel een taboe.
De Kist
De Evangelische Omroep probeert dat te doorbreken. Deze week is de tweede serie gestart van het programma De Kist. Presentator Herman Wegter rijdt door het land in een gele Fiat 500, een doodskist op het dak. Hij voert met bekende en onbekende Nederlanders een gesprek over hun visie op de dood.
De bedoeling is goed. „De EO streeft er met het programma De Kist naar dat kijkers worden aangezet om over het thema de dood door te praten”, aldus de omroep op de website. Het is ongelooflijk lastig om in een seculiere cultuur christelijke thema’s aan de orde te stellen en er zijn moed en creativiteit voor nodig om dat toch te doen.
Het is echter de vraag of deze methode de juiste is. Uit het taboe op de dood blijkt dat ook moderne mensen het moeilijk vinden dat hun leven eindig is. Het ongemakkelijke gevoel bij de dood herinnert hen eraan dat zij geschapen zijn om te leven, en niet om te sterven. Het taboe op de dood is een hint naar de levende God.
Christenen die geloven in de opstanding van Christus, mogen uitzien naar de opstanding van hun eigen lichaam. Maar dat betekent niet christenen moeten meewerken aan het doorbreken van het taboe in de cultuur. Het gevaar is levensgroot dat de secularisatie daarmee juist bevestigd wordt. Een doodskist als skibox draagt niet bij aan het besef dat het „de mensen gezet is eenmaal te sterven en daarna het oordeel.”
Crematie
De Britse kerkhistoricus Diarmaid MacCulloch noemt de begrafenis „een van de belangrijkste aspecten van de christelijke praktijk.” De bijna geruisloze vervanging door de crematie kenmerkt de secularisatie in de westerse cultuur. „Naarmate het hellevuur doofde, rukten de vlammen van het crematorium op. Dergelijke vuren, die christenen eerder gereserveerd hadden voor ketters, vormen nu vaak de liturgische climax van de lofrede op de goede aspecten van de overledene.”
Sinds 2003 worden er in Nederland meer mensen gecremeerd dan begraven; een stille revolutie. De eerste crematie vindt weliswaar plaats in 1914, maar pas in 1955 wordt dit wettelijk geregeld en tot 1968 is er nog een codicil voor nodig. Het is opmerkelijk dat cremeren in rooms-katholieke landen slechts sporadisch voorkomt, terwijl Rome het niet officieel verbiedt. De meeste mensen worden gecremeerd in geseculariseerde protestantse landen, zoals Engeland en Scandinavië, waar het aandeel crematies ongeveer 70 procent bedraagt.
Het verbranden van het lichaam is een heidense gewoonte, die in de Bijbel vooral verbonden wordt met het oordeel van God. Het Oude Testament geeft vele voorbeelden van begrafenissen, denk aan de dodenakker van Abraham en het graf van Elisa. Er zijn uitzonderingen op de regel; de mannen van Jabes verbranden de lichamen van Saul en zijn zonen Jonathan, Abinadab en Malchisua (1 Sam. 31:12). Dat is echter een noodmaatregel om te voorkomen dat de lichamen door de Filistijnen nog meer onteerd zouden worden. De beenderen worden vervolgens wel begraven.
In de apostolische brieven wordt gesproken over het lichaam dat in oneer in de aarde wordt gezaaid, om eenmaal in onverderfelijkheid te worden opgewekt. Een christelijke begrafenis is een belijdenis van het geloof in de opstanding van het vlees. Het onuitblusselijk vuur staat symbool voor het laatste oordeel van God over de zonde en de zondaar. Wie dat beseft, kan onmogelijk kiezen voor een crematie.
Huisdienst
Een crematorium is dan ook geen plaats om het Evangelie te verkondigen. Dat betekent natuurlijk niet dat de familie van een overledene die deze keuze gemaakt heeft geen pastorale zorg moet ontvangen. Soms is het zelfs mogelijk om in een huisdienst de Schriften te openen.
Veel hangt ook af van de motivatie van de keuze. Leendert van der Sluijs, evangelist in Kollum en bestuurslid van de Gereformeerde Bijbelstichting, mocht preken in de vrijzinnige gemeente Onderdendam. Aan een vrouwelijke ouderling zegt hij toe om de uitvaart van haar zwager, die aan de drank verslaafd geweest is, te leiden. Het blijkt om een crematie te gaan, maar dat is geen reden voor deze Evangeliedienaar om zich terug te trekken. Iemand die hem tegenwerpt dat hij toch tegen crematies is, antwoordt hij: „Juist. En daarom ga ik er naartoe. Kom ook! Je moet de duivel in zijn nest opzoeken.” Tijdens de rouwdienst legt hij eenvoudig uit waarom een christen begraven wordt en wat dat betekent.
De belangrijkste reden voor een christen om te kiezen voor een begrafenis en niet voor een crematie is dat het graf geheiligd is door de begrafenis van Christus.
De catechismus van Heidelberg belijdt dat Christus begraven is om daarmee te betuigen dat Hij echt gestorven was. Zijn begrafenis is een bevestiging dat Hij de dood is ingegaan. In de rots staat de familienaam van Jozef van Arimathea gebeiteld. Maar Jozef hoeft het graf niet in. Hier rust Jezus in zijn plaats. Vrolijke ruil! Als hij later begraven wordt, ligt hij in het graf van Jezus.
Jezus in mijn graf en ik in Zijn graf, dat is enige de troost in leven en sterven.