Uitzending Peter R. de Vries mag
Peter R. de Vries mag morgen de eerste inleidende uitzending over kindermoordenaar Koos H. uitzenden.
Dat heeft de rechtbank in Amsterdam vrijdag bepaald in een kort geding dat was aangespannen door de advocaten van H. Zij wilden voorkomen dat uitzendingen met onthullingen over H. op de buis komen.De advocaten van H., die wegens seksuele marteling van en moord op drie jonge meisjes in de jaren tachtig tot levenslang werd veroordeeld, vonden dat de uitzendingen onrechtmatig tot stand was gekomen en dat ze inbreuk maakten op de privacy van de man. Ze eisten volgens De Vries dat de verslaggever al het materiaal over H. aan hen zou afstaan en dat hij 1 miljoen euro zou betalen als hij het toch uitzendt.
Over de andere twee uitzendingen beslist de rechter volgende week vrijdag. De eerste uitzending mag worden uitgezonden omdat er geen beelden van H. in zitten en geen citaten.
Misdaadverslaggever De Vries kondigde donderdag aan dat een verborgencamera-actie in de tbs-cel van H., waarbij een jeugdvriend van de man als infiltrant functioneerde, tot „schokkende onthullingen” heeft geleid. Naar eigen zeggen heeft De Vries acht maanden gewerkt aan de uitzending.
Advocate J. Schaap, die namens het programma van De Vries optrad, stelde in haar pleidooi dat het gebruik van een verborgen camera het algemeen belang heeft gediend. De uitzendingen zouden veel antwoorden geven op vragen waarmee nabestaanden van de slachtoffers al jaren worstelen. Ook zou duidelijkheid komen over de „dubieuze rol die een vicepresident van de Haagse rechtbank” heeft gespeeld, zo schrijft de misdaadrechercheur op zijn website.
Volgens De Vries kan het voor aflevering 2 en 3 volgende week opnieuw spannend worden. „Maar we zijn in ieder geval zondag op de buis.” Volgens Y. Buruma, hoogleraar strafrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, is het in principe verboden om in een woning of niet voor het publiek toegankelijke plaats heimelijk beeldopnames te maken.
Het ministerie van Justitie wilde tot de uitspraak van de rechter niet reageren.
Koos H. bleef tot 1999 ontkennen dat hij de moorden op de drie meisjes had gepleegd. In overleg met zijn advocaat Wim Anker legde H. uiteindelijk een deelbekentenis af, zodat hij kon worden opgenomen in een tbs-kliniek.