”Polderen” bij CO2-opslag beter dan doordrukken
De CO2-opslag in Barendrecht kan dankzij de Crisis- en herstelwet met minder procedures worden uitgevoerd. Dr. Arwin van Buuren vindt dat niet verstandig. Bij zo’n controversieel project is ”polderen” beter dan een besluit doordrukken.
Uit de economische nood werd vorig jaar de Crisis- en herstelwet geboren. Deze wet, op Prinsjesdag door het kabinet ingediend, moet versnelde investeringen in de infrastructuur mogelijk maken. Allerlei bezwaar- en onteigeningsprocedures worden daartoe drastisch ingekort. De Eerste Kamer keurde de wet twee weken geleden goed, zodat deze sinds gisteren van kracht is.Tot voor kort leek bijna niemand er erg in te hebben dat –verdekt in een bijlage– ook het proefproject CO2-opslag in Barendrecht onder de wet valt. Dat betekent dat dit controversiële plan nu met versnelde procedures en verminderde inspraakmogelijkheden kan worden gerealiseerd.
Deze gang van zaken verdient geen schoonheidsprijs. De gemeente Barendrecht rekende met de mogelijkheid om –mocht het nodig zijn– naar de rechter te kunnen stappen. Ze rekende erop dat zij weliswaar niet veel, maar toch op een aantal punten invloed kon uitoefenen. Ze hoopte dat een controversieel proefproject met meer procedurele waarborgen zou zijn omgeven dan de realisatie van een ”bewezen techniek”. En nu moet ze tandenknarsend constateren dat ze feitelijk buitenspel staat en dat alleen burgers en maatschappelijke organisaties naar de rechter kunnen stappen.
Er is een sterke politieke en maatschappelijke trend waar te nemen om complexe besluitvormingsprocessen te versnellen. Velen zijn het zat om decennialang over gevoelige dossiers te praten zonder iets op te schieten. Al eerder adviseerde de commissie Elverding „snellere en betere” procedures voor besluitvorming rond grote ruimtelijke en infrastructurele projecten. Het moet maar eens over zijn met belangengroepen die gaan protesteren zodra er iets in hun achtertuin gebeurt.
Op zich is het begrijpelijk dat het kabinet instrumenten ontwikkelt om investeringen in de economie te bespoedigen. Waarbij het overigens maar zeer de vraag is of het lukt om deze investeringen te realiseren voordat de recessie over is. Maar daarnaast lijkt deze wet een prachtig middel om de felbegeerde daadkracht op een aantal slepende dossiers via een omweg alsnog te realiseren.
De procedurele wissel die in het geval van de CO2-opslag in Barendrecht genomen wordt, is buitengewoon onverstandig. De inhoudelijke motivatie ervoor lijkt te ontbreken. Wat eerst een klimaatproject was, blijkt nu een project dat werkgelegenheid gaat opleveren.
Deze aanpak is met name onverstandig omdat het om een maatschappelijk omstreden project gaat. Hoewel de risico’s van CO2-opslag buitengewoon klein lijken, zijn ze in de beleving van velen zeer groot. Daarnaast wordt de rekening van het klimaatprobleem wel heel eenzijdig bij een lokale gemeenschap neergelegd. Door CO2 ondergronds op te slaan worden ingrijpender maatregelen voor reductie van de CO2-uitstoot in feite afgekocht.
Er lijkt maar weinig gezocht te worden naar mogelijkheden om de taart voor de Barendrechtse gemeenschap te vergroten. Er wordt ook niet veel gedaan om het vertrouwen in de veiligheid van de opslag te vergroten. Integendeel, er wordt een schadefonds in het leven geroepen (wat de suggestie van rampspoed versterkt). En de rapportenstrijd die nu ontbrandt, voedt de twijfels alleen maar.
Besluitvorming over controversiële kwesties wordt er meestal niet makkelijker op als de harde lijn wordt gekozen. Het getuigt van bestuurlijke zorgvuldigheid als bij een proefproject dat omgeven is met de nodige vraagtekens, partijen op basis van vrijwilligheid mogen meedenken. In zo’n proces kan het vertrouwen groeien dat nodig is om over te gaan tot finale besluitvorming. In zo’n proces kan ook een uitkomst worden bereikt waarbij alle partijen iets winnen.
”Polderen” is een besmet begrip geworden. Eindeloos praten is maar slap. Toch is de overeenstemming die op die wijze kan worden bereikt vaak harder dan gedacht. Juist omdat door met elkaar te praten ook hardnekkige opvattingen kunnen worden bijgesteld en de bereikte consensus duurzamer is dan een afgedwongen ”slikken of stikken”. Het is zoals onze kroonprins het placht te zeggen: „Alleen ga je sneller, samen kom je verder.”
De auteur is als bestuurskundige werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.