De zorg onder vuur
Dat de financiën van Nederland er niet zo florissant uitzien, is geen nieuws. Gisteren zijn de resultaten gepresenteerd van het werk van de twintig ambtelijke werkgroepen waaruit zal blijken waar de 35 miljard euro aan bezuinigingen vandaan moet komen.
Dat de gezondheidszorg hierbij niet buiten schot is gebleven, was te voorzien. De zorg die uit de collectieve middelen gefinancierd wordt, lag toch al onder vuur omdat de kosten ervan sneller groeiden dan wenselijk werd geacht. Daarbij komt nu nog de noodzaak van aanvullende bezuinigingen. Hoe kunnen we de kwaliteit van de zorg handhaven en toch de gewenste 6 miljard euro aan besparingen realiseren?Premie
De meest eenvoudige oplossing is verhoging van de premie, en dus van de collectieve lasten. Het voorstel om het eigen risico voor de zorgverzekeringen te verhogen naar 775 euro is hiervan de concrete vertaling. Dat levert echter niet genoeg op en daarom wordt ook het zorgpakket nog eens kritisch tegen het licht gehouden. Is alles wat daarin wordt aangeboden, wel echt nodig of kunnen we misschien ook met iets minder toe?
Tot op heden waren veranderingen in het aanbod van zorg marginaal; wel of geen slaappillen of andere –vanuit kostenoogpunt– weinig opzienbarende aanpassingen. Thans echter gaat het om ingrijpender maatregelen. Daarom wordt het onontkoombaar een bredere discussie te voeren over wat nu precies tot het terrein van de gezondheidszorg behoort, wat de rol van de overheid op dit terrein is, en in hoeverre mensen persoonlijk verantwoordelijk gehouden kunnen worden als het om de zorg voor hun gezondheid gaat.
WHO
Allereerst iets over de reikwijdte van de gezondheidszorg. In het verleden werd gezondheid veelal stilzwijgend vereenzelvigd met maximale kwaliteit van leven. De door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gehanteerde definitie geeft daar ook wel aanleiding toe. Gezondheid wordt hierin omschreven als een toestand van volkomen lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen maar de afwezigheid van ziekte of ongemak. Het lijkt me duidelijk dat zo gedefinieerd eigenlijk geen mens gezond is, een inwoner van een westerse welvaartsstaat misschien af en toe, maar 90 procent van de wereldbevolking waarschijnlijk nooit.
Toch speelt in de praktijk deze WHO-definitie een grote rol. Voor vele in de zorg geleverde voorzieningen wordt niet het criterium van behandeling van ziekte gehanteerd, maar het criterium van verhelpen van psychosociaal lijden.
Deur
Dat zet de deur wijd open voor een breed aanbod op de markt van welzijn en geluk. De verwachting, dat hierin flink gesneden zou gaan worden, lijkt bij eerste vlugge kennisneming van de voorliggende plannen te worden bevestigd. Op voorzieningen die de kwaliteit van leven van chronisch zieken en gehandicapten zo veel als mogelijk is verbeteren, wordt flink bezuinigd.
Mensen die strak in de leer zijn, propageren dat het zorgpakket alleen maar die behandelingen dient te omvatten die ”evidence based” zijn: datgene wat wetenschappelijk is getoetst. In dat geval zou er maar weinig overblijven. Vele behandelingen stammen immers uit een tijd waarin van zulk onderzoek nog geen sprake was.
Neem bijvoorbeeld penicilline. Die heeft vele levens gered maar de werkzaamheid ervan is nooit bewezen door in een groep van mensen met longontsteking de ene helft penicilline te geven en de andere helft niet, om dan vervolgens het aantal overledenen in beide groepen te tellen. Toch zal niemand voorstellen om antibiotica vanwege ontbreken van zulk bewijs niet meer te vergoeden. Het bezuinigen door toepassing van het ”evidence based”-principe is dus minder gemakkelijk dan op het eerste gezicht lijkt. In ieder geval is hier ook veel ruimte voor discussie.
De omvang van het aanbod in de gezondheidszorg en de financiering ervan wordt collectief bepaald. Overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties en zorgverzekeraars spelen sinds jaar en dag hierin de hoofdrol.
De laatste jaren is een andere partij steeds meer in het vizier gekomen: de patiënt dan wel consument. Ziekte en gebrek is niet iets dat zomaar uit de lucht komt vallen.
Bewegen
Volgens een recent bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek beweegt bijna een op de twee mensen onvoldoende; ruim een op de tien heeft ernstig overgewicht; een op de tien drinkt te veel alcohol en ruim een op de vier rookt. Het ligt voor de hand dat mensen gewezen worden op hun gedrag en hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor hun gezondheid. Daar kunnen we denk ik weinig bezwaar tegen hebben, als het gaat om zaken als roken en drinken en te veel eten.
Vaccinatie
Lastiger wordt het als ziekte en kwalen samenhangen met het achterwege laten van principieel gevoelige voorzorgsmaatregelen zoals bijvoorbeeld vaccinatie of prenataal onderzoek.
Ik acht het niet ondenkbaar dat in een klimaat waarin mensen worden aangesproken op een relatie tussen hun manier van leven en de gevolgen hiervan voor hun gezondheid, ook de ruimte voor van de algemene norm afwijkende opvattingen minder wordt – zeker als die opvattingen leiden tot een beroep op de collectief gefinancierde gezondheidszorg.
De auteur is hoogleraar klinische pathologie aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl