Steeds minder Nederlandse waarnemers
Steeds minder Nederlanders zien als waarnemer toe op verkiezingen in het buitenland. In 2006 gingen nog 144 Nederlanders met dat doel op pad voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) of de Europese Unie (EU). De jaren erna nam hun aantal fors af.
In 2007 waren het er 104, in 2008 82 en vorig jaar nog slechts 28. Minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) sprak dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer van een zorgelijke trend.De daling van het aantal Nederlandse deelnemers aan OVSE–missies komt volgens de demissionaire bewindsman vooral doordat de westelijke Balkan niet langer als prioriteit voor verkiezingswaarneming geldt. De aandacht is verschoven naar Oost–Europa en de vroegere Sowjet–republieken. Maar de missies daarheen zijn veel duurder en Nederland moet de waarnemers zelf betalen.
In EU–verband speelt Nederland nauwelijks nog een rol van betekenis als het om het uitzenden van waarnemers gaat, stelt Verhagen. Vorig jaar deden elf Nederlanders aan zo’n EU–missie mee. In vergelijking met andere lidstaten staat ons land daarmee op de 23e plaats.
Verhagen wijt de beperkte deelname van Nederlanders aan een voorwaarde die hieraan wordt gesteld. Die houdt in dat waarnemers alleen worden ingezet in landen waarmee Nederland een speciale relatie heeft vanuit politiek oogpunt of vanwege ontwikkelingssamenwerking. Verhagen pleit ervoor deze voorwaarde te schrappen. Andere EU–lidstaten kennen zo’n beperking niet en doen wel „grootschalig" mee. „Nederland kan hierin niet achter blijven", stelt de bewindsman.
