Pijpleiding moet Afrika impuls geven
Nigeria zal vanaf juni 2005 gas leveren aan Ghana, Benin en Togo. Vanaf 1 januari volgend jaar begint de Société de Gazoduc de l’Afrique de l’Ouest (Sogao) aan de bouw van een 617 kilometer lange pijpleiding die Lagos (Nigeria) zal verbinden met Takoradi (Ghana), Cotonou (Benin), Lomé (Togo) en Tema (Ghana).
Viervijfde van het gas is bestemd voor Ghana; Togo en Benin krijgen respectievelijk 7 en 9 procent. De initiatiefnemers hopen dat het project met nieuwe investeerders verder westelijk kan uitgebreid worden.
De pijpleiding, die grotendeels onder water voor de West-Afrikaanse kust zal lopen, kan 400 miljoen kubieke meter gas per dag transporteren en kost een half miljard dollar. De private onderneming Sogao zal de pijpleiding bouwen en exploiteren. Het Ghanese Volta River Authority (VRA), de Société Togolaise de Gaz, de Société Béninoise de Gaz, Chevron Nigeria, Shell en het Nigeriaanse staatsoliebedrijf NNPC participeren in het project.
De voorbereiding van de pijpleiding zit in een laatste fase. Onlangs werd er een raamakkoord ondertekend tussen Sogao en de vier betrokken landen over de oprichting van een West African Gas Pipeline Authority (Wagpa). De bouw kan op 1 januari 2004 beginnen en zal ongeveer achttien maanden in beslag nemen, zegt Leonce Magbonde, de projectcoördinator voor Benin binnen Sogoa.
Het project zou de komende vijftien jaar 561 miljoen dollar aan taksen opleveren voor Nigeria, Ghana, Togo en Benin, schatten experts van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Landen (Ecowas). Het gas zal voornamelijk gebruikt worden voor de opwekking van elektriciteit, wat eenderde goedkoper is dan waterkracht. Dat vooruitzicht slaat aan bij het West-Afrikaanse bedrijfsleven.
„De huidige energiekosten bedragen 2,5 procent van de productiekosten en dat maakt ons weinig competitief tegenover de Aziaten”, zegt bijvoorbeeld Annick Oshumare, financieel directeur van de textielfederatie Sobetex in Benin. „Als we er niet in slagen de productiekosten te verlagen, houden we op te bestaan.”
Magbonde van Sogao gelooft dat de pijpleiding op lange termijn verlengd kan worden tot in Senegal, waardoor ook andere West-Afrikaanse landen zouden kunnen profiteren van het Nigeriaanse gas. „President Wade van Senegal toont erg veel interesse in het project, dat een oplossing kan betekenen voor de energieproblemen van Senegal. Dat enthousiasme geldt ook voor andere Ecowas-landen.”
De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Landen telt zestien leden: Benin, Burkina Faso, Kaapverdië, Ivoorkust, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone en Togo.