Oliemarkten beven bij brandende velden
De oliemarkten zijn vrijdag voor het eerst geconfronteerd met het scenario waar zij zo voor vrezen: brandende olie in Irak. De val van de olieprijs, die de afgelopen dagen zichtbaar was, is daardoor gestopt. In de ochtendhandel steeg de prijs van een vat Brent-olie (van 159 liter) tot boven de 26 dollar, om later weer terug te vallen naar rond de 25,50 dollar.
De branden zijn gesignaleerd door Britse militairen in het zuiden van Irak, waar zich ook de grootste olievelden van het land bevinden. Ook op satellietfoto’s zijn ze duidelijk te zien.
Irak bezit na Saudi-Arabië de grootste olievoorraden ter wereld. De belangrijkste velden liggen rond de stad Basra. Het grootste veld is Majnum, met een reserve van 20 miljard vaten. Daarna volgen West-Qurna (15 miljard vaten) en Rumaila (10 miljard vaten). „Eigenlijk is het één reusachtig olieveld”, aldus energiedeskundige C. van der Linde van Instituut Clingendael.
De branden zijn gesignaleerd bij het veld Rumaila. Onduidelijk is echter nog of het gaat om raffinaderijen of om velden. Volgens de Britten gaat het om maximaal dertig bronnen. Belangrijk is ook of het vuur is ontstaan door gevechten of door wraakacties van Iraakse militairen tegen de buitenlandse invasiemacht.
De oliemarkten zijn bang dat Saddam Hussein de tactiek van verschroeide aarde wil toepassen op de olie-industrie. Dit zou niet alleen een milieuramp van ongekende orde betekenen, maar ook een grote bedreiging voor de toekomstige olievoorziening. Irak is van cruciaal belang om energieslurpende landen als China te kunnen voorzien van olie. De afgelopen jaren kon de wereld nog zonder Iraakse olie, maar dat zal in de toekomst niet zo zijn. Irak zit boven op een reserve van 112,5 miljard vaten olie, die bij wijze van spreken bijna naar boven komen borrelen.
Volgens Van der Linde is de olierijkdom in de omgeving van Basra en de infrastructuur die daarmee verband houdt, een van de belangrijkste redenen voor de Amerikanen en de Britten om er een grote invasie te beginnen. Daarmee zou redelijk snel een deel van de Iraakse olie-export weer op gang kunnen komen.
De oliemarkten hopen dat de invasiemacht snel de controle over de Iraakse olie zal krijgen. Daar gingen ze de afgelopen dagen ook van uit. In enkele dagen werd olie op de termijnmarkten bijna een kwart goedkoper. Dit had ook te maken met de garantie van de Organisatie van Olie Exporterende Landen (OPEC) dat ze voldoende olie op de markt zal brengen om eventuele tekorten te dekken.
Volgens Van der Linde zijn de recente prijsdalingen een te sterke reactie geweest. „Het ging allemaal iets te snel. Ik had de dalingen pas verwacht bij gebleken militair succes.” Volgens haar zijn er grote onzekerheden, omdat de reservecapaciteit van de OPEC-landen slechts beperkt is, en er nog altijd de dreiging is van brandende olievelden. „Indien het Iraakse bewind inderdaad wraak neemt, komt het succes van de militaire operatie in het geding en kan de olieprijs weer sterk oplopen.”