Economie

DSB en dividend in box 3

Voor degenen die geen uitstel aanvragen is er nog even de tijd om aangifte over 2009 te doen. Naar aanleiding hiervan wordt in deze bijdrage aandacht besteed aan de spaartegoeden van DSB en aan de dividendbelasting.

Wilbert van Vliet
25 March 2010 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 10:11

Veel spaarders zijn hun geld bij DSB kwijtgeraakt door het faillissement van DSB. Particulieren die een vordering hebben op De Nederlandse Bank (DNB) in het kader van het depositogarantiestelsel moeten dit aangeven in box 3. Achtergestelde deposito’s of spaartegoeden voor zover deze hoger zijn dan 100.000 euro zijn echter niet gegarandeerd.De staatssecretaris heeft op 10 maart uit praktische overwegingen goedgekeurd dat dergelijke deposito’s en spaartegoeden (voor bedragen boven de 100.000) op een waarde van nihil kunnen worden gesteld in de aangifte per 31 december 2009. De kans dat deze particulieren deze spaartegoeden of deposito’s kunnen terugkrijgen, is immers zeer klein of in ieder geval erg onzeker.

Veel Nederlandse beleggers bezitten naast spaartegoeden ook aandelen. Aandelen in binnenlandse en buitenlandse bedrijven vallen voor particulieren veelal in box 3. Het gaat dan globaal gezegd om aandelen die minder dan 5 procent in het aandelenkapitaal van de vennootschap uitmaken. De gemiddelde waarde van aandelen komt in box 3. Hierover wordt 1,2 procent inkomstenbelasting berekend.

In mindering

Wie dividend op aandelen ontvangt van een Nederlandse nv of bv, zal zien dat hierop 15 procent dividendbelasting wordt ingehouden. De ingehouden dividendbelasting wordt ‘terugbetaald’ (verrekend) op het totaalbedrag aan inkomstenbelasting over het jaar waarin het dividend is ontvangen. Een belegger kan een bedrag van 150 euro aan dividendbelasting, dat in 2009 is ingehouden op zijn dividend, dus in mindering brengen op de in 2009 te betalen inkomstenbelasting.

Wie dividend ontvangt uit het buitenland, merkt meestal dat dit dividend net als in Nederland wordt verminderd met buitenlandse dividendbelasting. Deze belasting wordt in de regel ingehouden door de vennootschap, die deze belasting –net als hier– weer moet afdragen aan de lokale belastingdienst (”dividend withholding tax”). Indien er sprake is van dividendbetalingen over de grens vindt er internationaal gezien dubbele belasting plaats: één keer dividend withholding tax over het uitgekeerde dividend in het land waar de vennootschap is gevestigd en één keer inkomstenbelasting over dit dividend in het land waar de ontvanger ervan woont.

Om de gevolgen van dubbele belasting te verzachten, sluiten landen onderling vaak belastingverdragen. Volgens veel van deze verdragen mogen landen niet meer dan 15 procent dividendbelasting heffen. Een land kan echter in eerste instantie een hoger percentage (bijvoorbeeld 20 procent) aan dividendbelasting laten inhouden. In dat geval kan het verschil (hier dus 5 procent) worden teruggevraagd bij de Belastingdienst van het betreffende land. Hier is wel wat papier- en stempelwerk voor vereist, waarbij wordt gecontroleerd of u als Nederlands inwoner de echte rechthebbende tot het dividend bent (”benificial owner”). Voor een aantal landen kunnen de teruggaafformulieren worden aangevraagd bij de B/CFD Unit Apeldoorn (Document en Logistiek, Postbus 20049, 7302 HA Apeldoorn of Lrc.apeldoorn@belastingdienst.nl, zie ook belastingdienst.nl, zoekwoord ”lrc”). Vaak is in het verdrag een periode bepaald waarbinnen het teruggaafverzoek moet worden gedaan (veelal twee of drie jaar).

Tegemoetkoming

De beperking van het tarief is niet de enige verzachtende maatregel. In de aangifte kan onder ”vrijstellingen en verminderingen” bij de ”aftrek ter voorkoming van dubbele belasting” worden ingevuld dat in box 3 een verrekening te claimen is. Dan dient er een vinkje te komen voor de regel dat het gaat om een verrekening van bronbelasting op buitenlandse aandelen. In dat kader volgt een tegemoetkoming, die inhoudt dat de buitenlandse dividendbelasting die per saldo mag worden ingehouden –vaak dus 15 procent– kan worden verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting over dat jaar. Onder ”inkomsten” moet dan het bedrag van het dividend worden genoteerd, en het bedrag van de buitenlandse bronbelasting kan eveneens worden ingevuld.

Verrekening kan alleen plaatsvinden voor zover de particulier in dat jaar box 3 heffing verschuldigd is. Een restant aan buitenlandse dividendbelasting kan worden doorgeschoven naar volgende jaren. Het feit dat Nederland de teruggaaf voor buitenlandse dividendbelasting beperkt tot de belasting in box 3, zou in EU-verband wellicht kunnen leiden tot ongeoorloofde discriminatie.

De Nederlandse fiscale regelgeving biedt de mogelijkheid om buitenlandse dividendbelasting uit landen waarmee geen verdrag is te verrekenen in de aangifte. Het moet dan wel gaan om aangewezen ontwikkelingslanden, tot een bedrag van 15 procent van het bruto dividend. Ook in dit geval kan de buitenlandse dividendbelasting alleen worden verrekend met de totale box 3 heffing die verschuldigd is.

De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl

Meer over
Fiscaliteiten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer