Hoogervorst: Aanbeveling Zalm was deeloordeel
Het negatieve oordeel dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over het optreden van Gerrit Zalm bij DSB Bank gaf, was „geen slotoordeel, maar een suboordeel van ondergeschikte betekenis". Dat zei AFM–voorzitter Hans Hoogervorst woensdag in een gesprek met de Tweede Kamer.
Het was een oordeel op „een beperkt gedragsterrein" en had „een nauwere scope dan het totaaloordeel van De Nederlandsche Bank", aldus Hoogervorst. Hij gaf aan dat het ’suboordeel’ „aan de stevige kant was". Maar Hoogervorst gelooft niet dat het oordeel van AFM tot minder commotie had geleid als er ’zienswijze’ boven had gestaan in plaats van ’aanbeveling’. „De inhoud was niet minder pregnant geweest".Professor Michiel Scheltema, die de rapporten van AFM en DNB op verzoek van de Tweede Kamer toetste, had zware kritiek op de inzet van het aanbevelingsinstrument. Maar Hoogervorst nam er ook nu in de Kamer niets van terug, al gaf hij toe dat het een pittig instrument was geweest. „Mijn mensen hebben werk van hoge kwaliteit geleverd", aldus Hoogervorst die persoonlijk niet bij het onderzoek betrokken was geweest vanwege zijn vriendschapsbanden met Zalm.
De beoordelingen van DNB en AFM over Zalm liepen ver uiteen. DNB oordeelde positief, de AFM vond dat Zalm zijn huidige functie als topman van ABM Amro zou moeten neerleggen. Uiteindelijk volgden Scheltema en minister Jan Kees de Jager (Financiën) het oordeel van DNB omdat dat de vergunningverlenende toezichthouder is.
DNB–president Nout Wellink zei woensdag „uitermate zorgvuldig" te hebben gekeken naar het negatieve oordeel van de AFM. Maar volgens hem werden „de negatieve aspecten ruimschoots overtroffen door de positieve". „We keuren niet alleen mensen goed die een tien hebben", aldus Wellink. Hij en Hoogervorst stelden allebei dat DNB en AFM goed hadden samengewerkt.