Consument

Ikke zelf doen

De fotohobbyist en de zelfstandige camera hebben een moeizaam huwelijk.

tekst Wessel van Binsbergen
19 March 2010 15:22Gewijzigd op 14 November 2020 10:08
In situaties waar de scherpstelling nauw luistert, doet de fotograaf er goed aan het heft in eigen hand te nemen.
In situaties waar de scherpstelling nauw luistert, doet de fotograaf er goed aan het heft in eigen hand te nemen.

Het leven van een pasgeborene is overzichtelijk. Veel meer dan drinken, sla-pen en een verdwaalde lachstuip zit er niet in. Twee jaar later is dat een heel ander verhaal. Hulp­behoevendheid maakt plaats voor drang naar zelfstandigheid. Meningsverschillen met ouders worden op de spits gedreven. De insteek is duidelijk; de peuter acht zichzelf prima in staat om taken van de opvoeders over te nemen.De carrière van de hobby­fotograaf maakt vaak een soortgelijke ontwikkeling door. Voor de baby’s in de fotografie zijn aanvankelijk slechts twee knoppen van belang; die om het toestel aan of uit te zetten en de ontspanknop. Verder hoeft de beginner zich nergens over te bekommeren. „Richten en schieten”, luidt het devies. Een simpel, volautomatisch cameraatje van rond de 100 euro lijkt een afdoend stuk gereedschap. Megapixels heeft elke compact genoeg en de functionaliteit breidt in rap tempo uit. Computertjes in de camera verwerken meer informatie in minder tijd. Hierdoor kunnen ze steeds beter situaties herkennen en ‘meedenken’ met hun eigenaar. Goed voorbeeld is lachdetectie; de camera knipt zelfstandig een plaat als de geportretteerde glimlacht. Het enige wat de fotograaf moet doen, is de camera inschakelen en op het onderwerp richten.

Een beginnende, leergierige fotoamateur zoekt continu naar verbeterpunten. Het kritisch bekijken van eigen werk is daarvoor een goed startpunt. Daarbij blijft de automatisch handelende camera niet buiten schot. De meeste foto’s die het ding aflevert zijn prachtig en technisch goed uitgevoerd. Toch bevat die ene foto wel erg veel ruis, een andere is te donker, een derde ‘verkeerd’ scherp gesteld. Maar het moet niet bij constateren blijven.

De kunst is om een vinger achter de handelwijze van de camera-automaat te krijgen. Ondanks zijn toenemende intelligentie kan het toestel slechts gissen wat de eigenaar van hem verlangt. Juist de opgroeiende, creatieve fotograaf heeft nogal eens iets niet-standaards in zijn hoofd. Voor meer controle over het beeld zal hij vroeg of laat wat taken van de fotocamera moeten overnemen.

Automatische scherpstelling behoort al tientallen jaren tot de basisuitrusting van een foto­camera. Toch is het hulpmiddel nog volop in ontwikkeling. Lange tijd was één centraal scherpstelpunt de maatstaf. Nu heeft de betere compact soms wel negen plekken waarop hij kan focussen. Hoe meer autofocus- of scherpstelpunten des te groter de kans dat het toestel een onderwerp buiten het middelpunt opmerkt. Veel camera’s kunnen zelfs op bewegende onderwerpen scherp stellen en deze ‘vasthouden’ zolang ze binnen het bereik van de focuspunten vallen. Bij stilstaande voorwerpen kiest de cameraautomaat een focuspunt, afhankelijk van de omstandigheden. Soms krijgt het dichtstbijzijnde onderwerp prioriteit, dan weer een onderwerp in de verte. In de afweging spelen vooral voorwerpsgrootte en -afstand een rol. Staat een fors object dichtbij, pontificaal in beeld, dan zullen de meeste toestellen dit als hoofdonderwerp zien.

Veel compacts en instap­reflexen beschikken daarnaast over gezichtsherkenning. Detecteert het toestel een gelaat, dan stelt het hier zonder meer op scherp. Autofocus werkt tegenwoordig snel en doeltreffend, maar de automaat kan er wel een andere mening op nahouden dan de fotograaf. Stelt u zich een uitzicht in de bergen voor; het dal vormt de grootste beeldvulling. Ook al staan er op de voorgrond fotogenieke bloemen, de camera focust op de einder. Geen rare keuze, maar in dit geval wel de verkeerde. Kies voor handmatige selectie van een autofocuspunt om dergelijke misstanden te voorkomen. Bij actiefotografie of bewegende onderwerpen kan zo weer teruggeschakeld worden naar volautomatische scherpstelling.

Bij volwassenen komen de spreekwoordelijke kinder­jaren wel eens terug. De gepokte en gemazelde hobbyfotograaf vormt hier geen uitzondering op. Tussen alle techniekgekte is het heerlijk om enkel bezig te zijn met observeren en klikken. De camera doet het werk wel.


Belichtingscompensatie

Waarom is dat kinderportretje aan zee veel te donker? Voor het bepalen van een goede belichting deelt de camera het beeld op en bepaalt voor elk stukje de helderheid. De belichtingsautomaat probeert de gemiddelde helderheid vaak rond een bepaalde waarde te houden. Zeewater reflecteert veel licht en zou daarmee het gemiddelde te veel omhoog halen. Daarom maakt het toestel het geheel wat donkerder. Belichtingscompensatie biedt soelaas; dit verhoogt of verlaagt de streefwaarde van de camera, zodat het hele beeld lichter of juist donkerder wordt.


Lichtgevoeligheid

Bij weinig omgevingslicht besluit een autonoom fototoestel al snel tot een flits. Is dit ongewenst, dan moet de camera met iets anders komen. Vaak schroeven de toestellen de licht­gevoeligheid dan flink op (hogere ISO-waarde). Door de signalen uit de beeldsensor te versterken, volstaat een kortere sluitertijd. De altijd aanwezige ruis gaat echter ook een grotere rol spelen. Zeker bij erg kleine beeld­sensors halen hoge ISO-waarden de beeldkwaliteit flink naar beneden. Kijk of de gevoeligheid handmatig in te stellen is. Laat haar dan bij compactcamera’s liever niet boven de ISO 200 komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer