School mag gezichtssluier verbieden
Het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) in Amsterdam mag de gezichtssluier verbieden. Dat oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) donderdag. Volgens de commissie handelt de school hiermee niet in strijd met de wet op de gelijke behandeling.
Twee meisjes op het ROC vroegen de commissie twee weken geleden om een spoedoordeel over het dragen van de gezichtsbedekkende sluier. Zij weigerden het kledingstuk buiten de klaslokalen af te doen. Het ROC had het dragen van de sluier begin dit jaar verboden. Minister Van der Hoeven (Onderwijs) is tevreden over de duidelijke uitspraak van de commissie. De commissie komt nog met een advies dat de basis moet vormen voor een leidraad aan de scholen.
De meisjes kozen ervoor hun gezicht te bedekken omdat ze bij mannen geen lustgevoelens wilden opwekken. Zij menen dat het dragen van een sluier in het bijzijn van mannen volgens de koran verplicht is. In het klaslokaal en tijdens tentamens deden ze de sluier wel af, maar elders in het schoolgebouw wilden ze het kledingstuk blijven dragen.
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) oordeelt echter dat een open interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en docenten zwaarwegender is dan het recht om een sluier te dragen. Dit geldt vooral het beroepsonderwijs, waar leerlingen worden voorbereid op het functioneren in de maatschappij. Daarbij moet je leerlingen kunnen herkennen, meent de commissie. De CGB volgt hiermee de argumenten van het ROC.
Het ROC is blij dat er nu helderheid is over de kwestie. Volgens een woordvoerster heeft de scholengemeenschap de meisjes uitgenodigd voor een gesprek. Als de tieners nu niet meer op school willen komen, is het ROC bereid een andere passende opleiding voor ze te zoeken. De advocaat van de meisjes was niet bereikbaar voor commentaar.
Ook in 2000 werd een zaak over de gezichtssluier aan de CGB voorgelegd. Het ging om een vrouw aan het ROC in Amsterdam die tijdens haar opleiding voor een beroep in de gezondheidszorg met een sluier in de les verscheen. De commissie bepaalde toen echter dat het dragen van het kledingstuk niet tot problemen leidt en dat een verbod in strijd met de wet is.