Cultuur & boeken

Van dier tot diepere laag

Dier en prentenboek, het is een onafscheidelijk duo. Dat blijkt ook weer uit de oogst van deze maand. Waartussen overigens twee titels zitten die –al dan niet met een knipoog– een poging doen om iets over de oorsprong van de wereld(bewoners) te vertellen.

Mariëlle Oussoren-Buys
15 March 2010 09:14Gewijzigd op 14 November 2020 10:05

Van de vier leukste prentenboeken die de afgelopen weken langskwamen hebben drie exemplaren dieren in de hoofdrol. In ”Monstermuis” is dat een „muizenbeest”, dat veel gevaarlijker is dan zijn voorkomen doet vermoeden. Hij werkt het ene na het andere wezen naar binnen: olivaar en blootbildil (die doet meteen denken aan Buddingh’s blauwbilgorgel), maar ook jongetje Jan, dat uiteindelijk de held van het verhaal wordt.Het boek, geschreven en getekend door Daan Remmerts de Vries, is een griezelig boek, maar blijft behapbaar. Alle dieren (en mensen) die hoofdpersoon monstermuis verorbert komen weer levend uit zijn bek.

De platen zijn kunstige olieverfcollages. De vele vlekkerige vlakken geven ze iets abstracts, maar er is genoeg concreets te zien en er zit genoeg vaart in om kinderen te boeien. De rake tekst is in rijmvorm gegoten. Niet overal loopt het metrum even soepel; de voorlezer kan dus maar beter even van te voren oefenen om niet te struikelen (De monstermuis likt aan zijn bek./ „Dat was lekker, hè hè hè…/ Maar niet genoeg./ Hiervan krijg ik nog meer trek!”).

Ook bij ”Wat het lieveheersbeestje hoorde” is de tekst op rijm. Dit boek, waarin een lieveheersbeestje en een stel boerderijdieren twee dieven om de tuin leiden, is van een heel ander kaliber dan ”Monstermuis”. In plaats van olieverfplaten hier cartoonachtige tekeningen en het omslag is voorzien van glitters. Maar ook in dit boek maakt de illustrator gebruik van collagetechniek. Zo heeft het schaap een vacht van ‘echte’ (gefotografeerde) wol.

De rijmpjes zijn eenvoudiger, maar zeker leuk („Hiii!” riep de gans met de stem van het paard./ „Die kant op,” zei Leen (met de stoppelbaard)./ „Kwak!” riep de hond een beetje schor./ „Die kant op,” zei Loe (met de rode snor).). Het boek van de auteur die bekend is van ”De Gruffalo” zorgt absoluut voor veel hilariteit.

Dat is niet minder het geval bij ”Bloot?!”. Laat de nietsverhullende titel van dat laatste boek vooral geen reden zijn het boek links te laten liggen, want het boek gaat over dieren. Van kameel tot vos tot zeehond, illustrator Dagmar Stam tekende ze allemaal écht bloot: net zo roze als het varkentje dat de hoofdrol speelt.

”Bloot?!” is een verhaal uit de tijd „toen alle dieren nog bloot waren”. Koe heeft op een dag zijn roze velletje ingeruild voor een zwart-witgevlekte. Daardoor ontstaat er een heuse run op de vellen, haren, huiden, veren, schubben en huisjes in het warenhuis. Elk dier vindt een passend pak, behalve Varkentje. Het dier belandt ook nog eens met haar staart tussen de draaideur. Maar houdt daar –geluk bij ongeluk– een prachtige krulstaart aan over.

Debutant Ellen van Liebergen is absoluut origineel en overtuigend in dit prentenboek. Alleen tijdens de scene in het warenhuis wil ze te veel vertellen. Het is veel leuker uit de prenten op te maken dat –bijvoorbeeld– Olifant een streeppak past.

Enige struikelblok bij dit boek zou kunnen zijn dat het de werkelijke oorsprong van het kleurige pauwenpak en het beschermende slakkenhuis ondermijnt. Maar, ter relativering: niemand zal werkelijk denken dat dieren op deze manier aan hun uiterlijk zijn gekomen.

Ook ”De man in de wolken” –het enige prentenboek waarin geen dier, zelfs geen kind, maar een oude man als hoofdpersoon figureert– heeft iets weg van een scheppingsverhaal.

Het boek is gebaseerd op het gelijknamige lied van Harrie Jekkers en Koos Meinderts uit 1991. Eigenlijk is het een verstild verhaal over de paradoxale relatie tussen bezit en geluk. De man in de wolken heeft een schilderij dat hem veel geluk brengt. Erop is een landschap afgebeeld, „zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon.”

Mensen uit het dorp mogen altijd langskomen om het schilderij te bekijken. Tot de man hoort dat zijn schilderij een fortuin waard is. Hij wordt achterdochtig. De tekeningen geven de sfeer goed weer, al zijn sommige bezoekers minder overtuigend neergezet, zowel in beeld als in tekst („de eenzame jongen die eigenlijk een meisje was.”(!)) Uiteindelijk ontdekt de man dat de glans van het schilderij is verdwenen en verbrandt hij het. Dan kijkt hij naar buiten en ziet „een landschap zo mooi, zo schitterend leeg…”

Monstermuis, Daan Remmerts de Vries;uitg. Querido, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 4511 085 1; 27 blz.; € 13,99;

Wat het lieveheersbeestje wilde, Julia Donaldson en Lydia Monks (ill.);uitg. Gottmer, Haarlem, 2010; ISBN 978 90 2574 640 7 8; 24 blz.; € 12,95;

Bloot?!, Ellen van Liebergen en Dagmar Stam (ill.);uitg. Pimento, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 4992 386 0; 32 blz.; € 13,50;

De man in de wolken, Koos Meinderts en Annette Fienieg (ill.);uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2010; ISBN 978 90 4770 245 0; 26 blz; € 12,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer