Young adult, een mooie marketingtruc
Jongerenboeken bestaan al jaren, maar sinds kort is er voor dit genre een nieuwe naam in omloop: young adult. Een slimme marketingtruc in de aanloop naar de Boekenweek.
Ze dragen titels als ”Alleen op de wereld”, ”Robinson Crusoe”, ”Robin Hood”: stuk voor stuk klassieke boeken die in bewerkte vorm ook het jongerenpubliek bereikten. Het jongerenboek is dan ook al zeker een eeuw oud.Het beestje heeft echter sinds ongeveer een jaar in Nederland een nieuw naampje: de young-adultroman. De term ”young adult” is uit Amerika overgewaaid, waar het genre al langere tijd erg populair is.
Young adult staat voor boeken over jongvolwassenen die over het algemeen worstelen met problemen als ontluikende seksualiteit, identiteit, zingeving en toekomstperspectief. Andere gemene delers zijn er nauwelijks: de verhaallijnen lopen erg uiteen, het genre is wat vaag. Een eenduidige definitie is er dan ook niet van dit type boek.
Lemniscaatdirecteur Jean Christophe Boele van Hensbroek noemt een young-adultboek „een realistische roman die in deze tijd speelt, geen vampier- of chicklit-genre.” Marieke Woortman van uitgeverij Van Goor heeft het over „boeken met thema’s die je voor het eerst tegenkomt als je 15, 16 of 17 bent. Dan bedoel ik universele thema’s als liefde, dood en volwassen worden. Eigenlijk niets nieuws, het bestaat al heel lang. Maar met de komende Boekenweek is dit voor uitgeverijen en bibliotheken het moment om er eens flink aan te trekken.”
Volgens boekhandel Van Kooten in Veenendaal, die sinds enkele weken een speciale young-adultboekenkast heeft, zijn deze boeken bedoeld voor jongeren die de jeugdboeken achter zich hebben gelaten maar „nog geen zin in ‘zware’ boeken” hebben. „Boeken als ”Dorsvloer vol confetti””, zegt Wilma Verzijl van de boekhandel. „We zijn ermee begonnen omdat ons vaak gevraagd werd welk boek iemand aan een zoon of dochter zou kunnen geven.”
Toch zijn veel van deze boeken vrij zwaar: de literatuur die speciaal voor de young-adultdoelgroep gemaakt is, heeft door het realismegehalte vaak een hard randje. De boeken zijn bedoeld voor 16-plussers, maar in de meeste gevallen kunnen ze prima voor volwassenenromans doorgaan.
Een voorbeeld van een roman voor jongvolwassenen is de trilogie ”Een groene bloem” van Floortje Zwigtman. Haar historische boeken worden in recensies aangeprezen als meesterwerken voor jongeren. Het staat buiten kijf dat Zwigtman er goed in is geslaagd een beeld te schetsen van het Londense leven in de tweede helft van de negentiende eeuw.
Echter, homoseksualiteit krijgt een buitengewoon grote rol toebedeeld. De schrijver is daarbij vrij expliciet in het beschrijven van seksuele handelingen. Ook wordt er veel in gevloekt. Op haar website schrijft Zwigtman over young-adultboeken: „In mijn geval is de keuze voor young adult literatuur (…) een keuze voor vrijheid geweest. Als schrijver voor jongvolwassenen kon ik kiezen voor onderwerpen en genres die in de wereld van de Echte Literatuur toen nog voor opgetrokken wenkbrauwen gezorgd zouden hebben. Spoken en vampiers, de seksuele ontdekkingstocht van een homoseksuele jongen… waren dit geen onderwerpen die een boek veroordeelden tot porno en pulp?”
Een ander voorbeeld is de klassieker ”Gebr.” van Ted van Lieshout. Een boek dat qua taalgebruik –geen vloeken– en thematiek –een jongen verwerkt de dood van zijn broertje– prima geschikt is voor jongeren. Kanttekening daarbij is ook weer het feit dat er sprake is van homoseksualiteit, zij het minder expliciet dan in Zwigtmans trilogie.
Gelukkig zijn er ook boeken onder de noemer young adult die wel degelijk interessant zijn én goed te lezen zijn. Neem ”Marcelo en de echte wereld” van Francisco X. Stork. Het boek, uitgegeven Lemniscaat, vertelt het verhaal van een jongen met het syndroom van Asperger (zie recensie).
Toch blijft het een beetje de vraag welke toegevoegde waarde het young-adultgenre heeft. Volgens Woortman van uitgeverij Van Goor zit het ’m in het creëren van „een plek in een boekhandel of bibliotheek waar boeken staan waar je als jongere wat mee kunt, zodat kinderen een vloeiende overgang kunnen maken van kinderliteratuur naar volwassenenliteratuur.”
Of het gaat werken is natuurlijk nog de vraag. Een jongerenroman die in veel gevallen evengoed een volwassenroman had kunnen zijn, dicht geen gaten tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen. Echter, boeken als ”Marcelo”, doen het young-adultgenre goed. Dan blijkt het een voordeel dat je er als volwassene ook zonder schroom van mag genieten.
Christelijk alternatief
Ook christelijke uitgevers proberen jongeren aan zich binden. Zo startte Columbus in 2007 met een serie midithrillers voor 13- tot 16-jarigen die het midden moeten houden tussen jeugdboek en thriller voor volwassenen. Ook Callenbach richt zich de laatste tijd nadrukkelijker op de oudere jeugd.
Binnenkort verschijnt bij de uitgever uit Kampen ”Liverpool Street” van Anne C. Voorhoeve, dat –natuurlijk ook in het kader van de Boekenweek– expliciet wordt gekarakteriseerd als young adult. De joods-evangelische Ziska groeit hierin op van meisje tot bijna-volwassene, een van de kenmerken van het genre.
In afwijking van de meeste boeken in het genre speelt het verhaal zich af tegen een historische achtergrond, namelijk de Tweede Wereldoorlog. Dat is ook het geval bij ”Woeste golven” van Nancy L. Hull, een jeugdroman die eveneens nog moet verschijnen (De Banier).
Young adults in de enge zin van het woord –realistische boeken die zich afspelen in deze tijd en waarin een kind zijn weg vindt naar de volwassenheid met de daarbij horende thema’s– zijn op het christelijke erf nog niet gesignaleerd. Maar wat niet is kan komen.
Marcelo is anders door asperger
tekst Willy Wouters-Maljaars
Voor wie net tussen de boot van het kinderboek en het schip van de volwassenenroman valt, schreef de Amerikaan Francisco X. Stork (1953) ”Marcelo en de echte wereld”.
Marcelo is een jongen van 17 jaar die zich zo introduceert: „Ik zie mezelf anders dan anderen in de manier waarop ik denk, praat en doe, maar niet als iemand die abnormaal of ziek is. Het is gemakkelijk om te zeggen dat mijn manier van anders-zijn het meest lijkt op het syndroom van Asperger.” Hij heeft een bijzondere interesse voor godsdienst, maar houdt zich in bij andere mensen omdat ze dan vlug denken dat hij gestoord is. Hij zit op een vertrouwde school waar hij werkt met paarden. Zijn vader wil hem in de échte wereld hebben en op diens aandringen gaat Marcelo een jaar werken op zijn advocatenkantoor.
Door zijn omgeving wordt hij als een storende factor gezien. Marcelo lijkt weerloos te zijn, maar juist door zijn ‘onwereldse kijk’ op de mensen om hen heen en zijn puurheid weet hij zich staande te houden.
”Marcelo” is een eerlijk boek dat indruk maakt op de lezer. De lezer wordt zich bewust van de ontelbare betekenissen van taal en hoe die iemand kunnen verwarren die eenlagig denkt. Marcelo denkt namelijk in concrete betekenissen die meestal op het eerste regeltje in het woordenboek staan. Onderliggende betekenissen moeten verworven worden en in zijn zakboekje genoteerd worden als zijnde nieuwe mogelijkheden die tot die tijd onvermoed waren.
Alle oneerlijke bedoelingen van collega’s ten spijt weet Marcelo zijn eigen koers te bepalen en blijkt hij een bijzonder eerlijk mens te zijn. Ontwapenend en ontroerend vind ik het boek. Ook wat taalgebruik betreft is het boek een unicum. Helaas is er één bijfiguur die vloekt, maar zijn bijdrage blijft gelukkig heel beperkt. De schrijver is in staat spanning op te roepen zodat (ook) de (oudere) lezer het boek in één adem uitleest.
”Marcelo en de echte wereld”, Francisco X. Stork;uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2010; ISBN 978 90 477 0242 9, 227 blz.; € 16,50.