Kamer blijft diepgaand verdeeld over Irak
Ruim zeven uur debatteerde de Tweede Kamer dinsdag over de op handen zijnde oorlog tegen Irak. De negen politieke partijen bleven echter diepgaand verdeeld. Een overzicht van standpunten.
Verhagen, CDA: „Massavernietigingswapens in handen van een dictator als Saddam zijn een onacceptabel risico. Dat is ook altijd de lijn van de VN geweest. Helaas is ook de vergrote diplomatieke en militaire druk niet genoeg gebleken. Na twaalf jaar en honderd dagen (sinds resolutie 1441) heeft Saddam nog steeds niet aan de eisen van de VN voldaan. Daarom is naar onze mening de conclusie van de Verenigde Staten terecht: alleen bij een vertrek van Saddam kan daadwerkelijk worden gekomen tot ontwapening van Irak. Het huidige onvermogen tot verdere besluitvorming in de VN-Veiligheidsraad mag er niet toe leiden dat Saddam ongemoeid wordt gelaten. Daarom steunt het CDA het militaire optreden. Eventuele militaire verzoeken aan Nederland zullen we steeds op hun eigen merites beoordelen.”
Bos, PvdA: „Het is te betreuren dat de leiders van de Veiligheidsraad zich zo diep hebben ingegraven dat een voor de hand liggend compromis -waarbij militaire druk werd gekoppeld aan een redelijke deadline- gesmoord is. Het is ook onbegrijpelijk dat compromissen, zoals aangedragen door Chili en Canada, door de VS en het Verenigd Koninkrijk van de hand zijn gewezen. De lijn van de VN is vroegtijdig afgebroken en alleen al om die reden kunnen wij het besluit van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk niet steunen. Oorlog als laatste middel is door ons nooit uitgesloten, maar wij hebben er ook nooit een misverstand over laten bestaan dat de stap van een preventieve oorlog alleen kan plaatsvinden als allerlaatste redmiddel en op basis van duidelijke politieke steun in de Veiligheidsraad.”
Zalm, VVD: „De calculerende dictator uit Irak heeft met minimale concessies maximale verdeeldheid kunnen creëren. De VVD is het oneens met het kabinet dat Nederland geen actieve militaire bijdrage zal leveren aan militaire operaties inzake Irak. De VS politiek steunen maar militair boycotten is hypocriet. Het is salonsolidariteit. Deze halfslachtige en halfbakken opstelling lijkt de vrucht te zijn van de voortslepende kabinetsformatie. Als een toekomstig CDA/PvdA-kabinet problemen zo oplost, voorspelt dat weinig goeds.”
Marijnissen, SP: „Wel politieke steun voor de oorlog, maar geen militaire bijdrage: dat is een laf standpunt. Ik kan het niet anders zien. Waarom politieke steun verlenen aan een beleid dat een bom legt onder de Veiligheidsraad, een gevaarlijk precedent vormt voor de toekomst, disproportioneel is afgezet tegen het acute gevaar van Irak en leidt tot grote verdeeldheid in de internationale gemeenschap? Dat is zeker niet in het belang van de wereld en haar bewoners. Zoals Hugo de Groot al zei: Zodra men van het volkenrecht afwijkt, schendt men de grondslag voor toekomstige vrede en slaat men de weg in die tot de chaos voert.”
Herben, LPF: „Tot het laatst heeft de LPF getracht een oorlog te voorkomen. Daartoe is een voorstel ingediend bij de VN, waarin werd gepleit voor een compleet vliegverbod voor de Irakezen boven hun eigen grondgebied, om zo de inspecteurs nog beter hun werk te laten doen. Helaas heeft ook dit niet mogen baten. Nu alle diplomatieke pogingen niet gewerkt blijken te hebben, rest er slechts de mogelijkheid tot militair ingrijpen. Dit dwingt ook Nederland tot definitief kleur bekennen: steun aan bondgenoot VS of steun aan de dictator Hussein. Het zal duidelijk zijn voor wie wij als LPF kiezen.”
Halsema, GroenLinks: „Deze oorlog is onvoorstelbaar omdat hij politieke, juridische en morele rechtvaardiging mist. Politiek gezien is de meerderheid van de internationale gemeenschap tegen. Juridisch levert de oorlog een grove schending van het internationaal recht op. Moreel hebben we te maken met het oorlogsleed, de humanitaire ellende, de vernietiging van infrastructuur en de mogelijke destabilisatie van het Midden-Oosten. Dat staat niet in verhouding tot het doel van ontwapening, een doel dat ook met wapeninspecties is te bereiken.”
Dittrich, D66: „D66 wijst de oorlog nu af, want wij vinden dat de diplomatieke onderhandelingen verder doorgezet hadden moeten worden, dat de wapeninspecties nog verder hadden moeten worden uitgebreid en dat een aanval op Irak geschraagd had moeten worden door een nieuwe resolutie van de Veiligheidsraad. D66 is van mening dat een unilaterale aanval een juridische legitimatie ontbeert. Wel vinden we dat de Nederlandse regering bondgenootschappelijke verplichtingen moet nakomen en zo nodig militaire steun moet verlenen in NAVO-verband.”
Rouvoet, ChristenUnie: „De ChristenUnie heeft zo lang mogelijk steun gegeven aan het streven naar een vreedzame oplossing, maar de diplomatie heeft gefaald. Gelet op de -in belangrijke mate onvoorzienbare- gevolgen valt het ons zwaar nu een oordeel te geven over de oorlog. Tegelijkertijd zijn wij er zeer van doordrongen dat beslistheid in een zaak als deze van het grootste belang is. De verantwoordelijkheid moet genomen worden. Daarbij leven wij vanuit de diepe wetenschap dat alle dingen in Gods hand zijn en er niets buiten Hem om gaat. We hopen dat deze oorlog het einde zal betekenen voor het dictatorschap van Saddam Hussein en dat voor de bevolking van Irak een periode van echte vrede zal aanbreken.”
Van der Vlies, SGP: „Saddam heeft zijn laatste kans verkwanseld en een laatste kans kan, op straffe van verlies van geloofwaardigheid, niet eindeloos worden opgerekt of herhaald. Het is onontkoombaar dat zijn wezenlijke schending van de VN-resoluties wordt beantwoord met serieuze consequenties. Oorlog is verschrikkelijk, het moet om vrede gaan. Maar die vrede mag niet zo verabsoluteerd worden dat elke oorlog wordt afgewezen. Vrede ten koste van gerechtigheid is geen vrede. De gerechtigheid kan dwingen de vrede te verbreken, om duurzaam vrede te stichten. Van harte hopen en bidden we daarbij dat maximaal voorkomen kan worden dat er onschuldige slachtoffers vallen en dat de oorlog tot een goed einde kan worden gebracht. Opdat er uiteindelijk in Irak weer een ”vrede met recht” kan wonen.”