De reizigers
„Niet lang daarna ontving Jozef bericht dat zijn vader ziek was. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij naar hem toe.” Met deze tekst uit Genesis 48 begint de roman ”De reizigers” van Angela Hunt.
Na ”De dromers” en ”Het zwarte land” is dit het derde deel van haar romanserie over het leven van Jozef.Het is altijd riskant om een Bijbelse geschiedenis te romantiseren. Gebeurtenissen, relaties en emoties worden ingekleurd door historisch onderzoek en door fantasie, waardoor weliswaar een boeiend verhaal kan ontstaan, maar dan een verhaal waarvan in de Bijbel weinig is terug te vinden.
”De reizigers” is hiervan een goed voorbeeld. Centraal staan Manasse en Efraïm. Ze bezoeken hun grootvader Jakob op zijn sterfbed en delen in de zegen. Efraïm ontvangt hierbij de grootste zegen, wat kwaad bloed zet bij Manasse.
Uitvoerig wordt beschreven hoe Efraïm zijn hart verliest aan de dochter van Farao en aan het land Egypte. Manasse daarentegen is ervan overtuigd dat het volk terugmoet naar Kanaän en traint een geheim leger van Israëlieten. Hij is verliefd op een blinde slavin die de afgoden van Egypte eert.
Angela Hunt heeft een kleurrijke verteltrant en brengt de fascinerende intriges aan het hof van Farao tot leven. Toch doet de overmatige hoeveelheid fantasie afbreuk aan het Bijbelverhaal. De Bijbel is geen vergaarbak van hoofdpersonen waaruit je naar willekeur mensen kiest en een verzonnen leven laat leven. ”De reizigers” schiet dan ook het eigenlijke doel en gebruik van de Bijbel ver voorbij.
De reizigers, Angela Hunt;uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2010; ISBN 978 90 239 9322 3; 450 blz.; € 19,90.