Daarmee is het boekje ”Een straatagent kijkt achterom” meer dan een bundeling van leuke verhaaltjes geworden. De confrontatie met geweld, met conflicten, met onrecht gaat een politieman niet in de kouwe kleren zitten. Het vormt hem. Ten goede of ten kwade.Als Arie van Stuijvenberg met een hoofd vol theorie en zijn jongenslijf verborgen achter een politieuniform de straat op gaat, ligt de criminaliteit voor het oprapen. Een vrouw die haar stoffer uitschudt vanuit het bovenraam bijvoorbeeld. Overtreding van de algemeen plaatselijke verordening, dat is zeker. Daar moet wat aan gedaan worden. Al snel leert de politieman dat prioriteiten anders liggen en na de (on)nodige vechtpartijen en doden krijgt het leven een ander gezicht en Arie een andere bril. Van Stuijvenberg beschrijft het onbevangen en met een stukje relativering. Het maakt zijn boekje waardevol.

Daarnaast leest het boekje als een trein vanwege de vele anekdotes. Humor ligt op straat, zeker in de Rotterdamse volkswijken. Levenslessen zijn daar ook te vinden. Wees bijvoorbeeld voorzichtig bij echtelijke twisten. Voor je het weet heb je zowel pa als ma aan je nek hangen. Wees vertrouwd, maar vertouw niemand. En vooral: weet altijd wat je doet. Of zorg in ieder geval dat je –teruggekomen op het bureau– het kromme kunt recht breien in het dagrapport.

Een straatagent kijkt achterom, A. van Stuijvenberg; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2010; ISBN 978 90 3360 838 4; 156 blz., € 9,95.