Kerk & religie

Uitzichtloos volharden in de Gazastrook

Als het even kan, grijpt iedereen zijn kans om weg te komen uit het ommuurde gebied dat de Gazastrook heet. Anderhalf miljoen mensen wonen er, en voor velen van hen is er geen werk, nauwelijks eten en gezondheidszorg. Ruim twee jaar geleden vertrok ook ds. Hanna Massad, de enige protestantse voorganger uit Gaza-stad. Vorige maand keerde hij terug.

Cees-Jan Smits
3 March 2010 11:00Gewijzigd op 14 November 2020 10:00
Radicale moslims vernietigden in 2007 internetcafés, scholen en de Bible Society. Foto EPA
Radicale moslims vernietigden in 2007 internetcafés, scholen en de Bible Society. Foto EPA

Voorzichtig formulerend doet de predikant zijn verhaal. Soms kost het moeite te begrijpen waar de baptistische predikant op zinspeelt. „Ik kan niet alles vertellen. Misschien wordt mijn telefoon afgeluisterd. Ik moet voorzichtig zijn.”In Gaza trof de voorganger zijn oude gemeente, de Gaza Baptist Church, verzwakt en ontredderd aan, zo vertelt hij. Een kleine 150 leden zijn er nog.

De moord op de Palestijnse christen Rami Ayyad in oktober 2007 heeft veel losgemaakt. Veel christenen verhuisden na de moord op de boekhandelaar, zoals de voor iedereen in de Gazastrook bekende gebeurtenis wordt genoemd, naar de Westelijke Jordaanoever, waar het relatief veilig is.

Ds. Massad was elf jaar predikant van de gemeente in Gaza-stad, toen ook hij samen met zijn vrouw Suhad vertrok, vanwege de toenemende dreiging. Na ruim twee jaar afwezigheid keerde hij op 16 februari terug. Aanleiding was het overlijden van zijn zus. Zijn vrouw blijft in hun woonplaats Amman, de hoofdstad van Jordanië, omdat ze met haar Amerikaanse paspoort Gaza niet in mag. Doordat ds. Massad nu in Jordanië woont, hoopt hij vrijer van en naar Gaza te kunnen reizen. „We zijn al eerder tien maanden van elkaar gescheiden geweest. Dat willen we niet nog een keer.”

Ds. Massad heeft sinds zijn terugkomst het volledige predikantschap nog niet opgepakt, maar gaat al wel weer voor. De band met zijn gemeente moet weer groeien, zegt hij. „Na een periode van afwezigheid is het niet goed om te doen alsof ik nooit weg ben geweest. Het opzicht over de gemeente is niet eenvoudig. De hopeloze toestand in de Gazastrook verandert niet echt. Veel van mijn gemeenteleden zijn terneergeslagen, door de uitzichtloosheid van het conflict met Israël, door armoede en werkeloosheid en steeds meer ook door ziekte.”

Wat dit laatste betreft: recent riepen meer dan tachtig humanitaire hulporganisaties Israël en Egypte ertoe op de grensovergangen van het bijna hermetisch afgesloten gebied te openen, om ziekenhuizen de kans te bieden aan de broodnodige materialen te komen. Volgens de hulporganisaties lopen de 1,5 miljoen Palestijnen in toenemende mate gezondheidsrisico’s.

Toch is de situatie verbeterd vergeleken met hoe het was vlak nadat Hamas de macht had gegrepen, in juni 2007, zegt ds. Massad. „We mogen in ons eigen gebouw samenkomen voor erediensten en leven zij aan zij met de moslims als Palestijnen onder elkaar. Maar godsdienstvrijheid in de zin van vrijheid om ons geloof openlijk uit te dragen, blijft een ander verhaal.”

Anders dan veel westerlingen denken, is deze relatieve vrijheid te danken aan Hamas, volgens de voorganger uit Gaza. „Hamas helpt ons. Het is voor Hamas belangrijk om aan haar reputatie onder de bevolking te werken. Ze wil laten zien dat ze het gebied in de hand kan houden. Er zijn hier kleine maar fanatieke en militante groeperingen die het ook op christenen gemunt hebben. Hamas heeft die nu redelijk onder controle en heeft ons als kleine christelijke minderheid onder haar hoede genomen. We zijn samen Palestijn, en dan is het van minder belang of we moslim of christen zijn. Ze zijn vriendelijk voor ons.”

De militante groeperingen waar de predikant op doelt, vinden dat Hamas de islamitische wetgeving, de sharia, in Gaza niet strikt genoeg handhaaft. Deze radicale moslims zijn volgens Israëlische veiligheidsdiensten via smokkeltunnels onder de grens met Egypte de Gazastrook binnen gekomen en vaak van buitenlandse afkomst. De groeperingen plegen aanvallen op winkels die cd’s en dvd’s verkopen, cafés, internetcafés, schoonheidssalons en door mannen geleide kapperszaken met vrouwelijke klanten, maar zoeken soms ook openlijk de confrontatie met Hamas.

De groeperingen zijn volgens ds. Massad onder controle van Hamas, maar er zijn ook berichten dat ze de laatste tijd juist weer sterker lijken te worden. Zo pleegden de militante groeperingen in januari nog twee bomaanslagen op internetcafés in Khan Yunis, onder in de Gazastrook. Als een demonstratie van haar macht opende Hamas begin dit jaar haar eerste politieacademie, maar die agenten zijn dan ook meer dan nodig. Als de militante groeperingen er ondanks de inzet van Hamas in zullen slagen verdere radicalisering te bewerkstelligen, zal het voor christenen in de toekomst niet langer zo –relatief– veilig zijn als nu.

Overigens is het de vraag of Hamas écht zo „vriendelijk” is als ds. Massad zegt. Ds. Majed El Shafie, voorzitter van de christelijke mensenrechtenorganisatie One Free World International (OFWI), zei in december vorig jaar in een interview met The Jerusalem Post dat Hamas lichamen van christenen heeft opgegraven, om die te verbranden. Volgens El Shafie, een bekeerde moslim, „omdat Hamas zegt dat christenlichamen hun heilige land verontreinigen.”

Hamas komt ook steeds meer onder druk te staan, nu Israël onlangs met succes het raketschild Iron Dome (IJzeren Koepel) heeft getest en Egypte bezig is de smokkeltunnels onder de grens te blokkeren. De dreigende inklemming aan twee kanten zorgt voor een sterke beperking van de mogelijkheden van de extremistische groepering. Onder die omstandigheden is het niet ondenkbaar dat de situatie in Gaza zal verslechteren, met toenemende dreiging voor minderheden als gevolg. „Er zit hier altijd dreiging in de lucht”, erkent ds. Massad. „Vooral voor ons als christelijke leiders.”

De kleine protestantse gemeenschap in de Gazastrook, die samen met een aantal rooms-katholieke en oosters-orthodoxe gemeenschappen een kleine minderheid vormt, staat voortdurend onder druk. Wat houdt de baptistenpredikant zijn gemeente voor, op momenten dat de dreiging toeneemt? „Wat de Heere ons geleerd heeft: te volharden in moeilijke tijden.”

Contacten met Joodse christenen zijn er niet, zo zegt ds. Massad. „Maar de Heere heeft kinderen in ieder land. Daarom dragen de leden van onze gemeente geen wapens. Als christenen zijn we een volk van vrede. Wij tonen respect jegens iedereen, moslim en jood.”


Bemoedigen door er te zijn

De Palestijnse gebieden staan op plaats 46 van de ranglijst christenvervolging die Open Doors ieder jaar opstelt. Woordvoerder Jan Vermeer bezocht het gebied drie jaar geleden. „Gaza is net een snelkookpan. De druk op de samenleving is sterk toegenomen, sinds Israël zich uit het gebied terugtrok. De mensen zoeken houvast, jammer genoeg vooral in de Koran.”

Veel christenen uit Gaza bevinden zich op een „keerpunt”, zegt Vermeer. „Alle Palestijnen staan voor de keus of ze weg zullen gaan of niet, maar voor christenen geldt dat wel in het bijzonder. Hun aantal is inmiddels teruggelopen van 3000 in 2005 naar 2000 nu. Ze willen God dienen op hun plek in Gaza, maar voelen zich voor de keus tussen de kerk en hun gezin geplaatst. Alleen, de volgende vraag is: waar moet je heen? Geld om ergens anders een bestaan op te bouwen is er vaak niet.”

Vlak nadat Hamas in 2007 aan de macht kwam, durfden de baptisten niet bij elkaar te komen, aldus Vermeer. „Ze ontmoetten elkaar nog slechts in huiskringen. Nu is hun aantal weer iets toegenomen.”

Open Doors wil „ongeacht de omstandigheden” de kerk ondersteunen, zo zegt de woordvoerder. „We onderhouden contact en ondersteunen de christenen in Gaza waar mogelijk. Maar wat we vooral willen, is hen bemoedigen door er te zijn. Vooral Anne van der Bijl is er vaak met dat doel heen geweest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer