Buitenland

„Asielzoeker veroorzaakt culturele schade in Israël”

In de straten en parken rond het oude busstation in het centrum van Tel Aviv bevinden zich veel migranten. Hun gelaatstrekken tonen dat ze uit Midden-Afrika en Zuidoost-Azië afkomstig zijn. In Israël bevinden zich ongeveer een half miljoen migranten, onder wie een kleine 20.000 asielzoekers.

Alfred Muller
1 March 2010 10:57Gewijzigd op 14 November 2020 09:58
TEL AVIV - In de buurt van het vroegere centraal busstation in Tel Aviv wonen vele migranten. Foto Yulia Mestechkin
TEL AVIV - In de buurt van het vroegere centraal busstation in Tel Aviv wonen vele migranten. Foto Yulia Mestechkin

De komst van de asielzoekers baart Israël zorgen. Premier Benjamin Netanyahu waarschuwde in januari tijdens een bezoek aan de poreuze grens met Egypte tegenover de nieuwswebsite Ynet voor een „grote golf” van vluchtelingen uit Afrika. Zij veroorzaken volgens hem „sociaaleconomische en culturele schade en dreigen ons naar beneden te halen naar het niveau van ontwikkelingslanden.” Ook beschuldigde de regeringsleider de vluchtelingen ervan de banen af te pakken van de maatschappelijk gezien zwakste Israëliërs.In januari gaf Netanyahu toestemming voor bouw van een modern hekwerk met radars op delen van de 200 kilometer lange grens tussen Israël en Egypte. Hij toerde ook rond in het grensgebied en liet zich daarbij voorlichten door militaire leiders. „We moeten onze grens versterken”, liet de premier weten. „Dat zal de infiltratie van terroristen, drugsdealers en illegale arbeiders verminderen.”

Intussen promoot het ministerie van Defensie een wetsvoorstel voor zogeheten ‘infiltratiepreventie’. Acht Israëlische mensenrechtenorganisaties stelden onlangs in een gezamenlijke verklaring dat het voorstel een van de gevaarlijkste is die ooit op de bureaus van de Knessetleden zijn beland. Zou het parlement de wet aannemen, dan schendt Israël zijn plichten onder het Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen. Dit stelt onder meer dat asielzoekers gehoord moeten kunnen worden door vertegenwoordigers van de VN.

Volgens acht Israëlische mensenrechtenorganisaties zijn er momenteel tussen de 19.000 en de 20.000 asielzoekers in het land, van wie 85 procent afkomstig is uit Sudan en Eritrea. De premier, diverse ministers, ambtenaren en andere functionarissen herhalen voortdurend de stelling dat degenen die de grens met Egypte oversteken economische motieven hebben en geen vluchtelingen zijn.

Als de Knesset de wet aanneemt, kunnen vluchtelingen volgens de organisaties naar hun vaderland worden gestuurd terwijl hun leven daar gevaar loopt. Het voorstel bepaalt dat vluchtelingen uit een „vijandig land” tot zeven jaar gevangenisstraf kunnen worden veroordeeld. Israëliërs die de asielzoekers helpen, kunnen eveneens op zware straffen rekenen.

Het anti-infiltratievoorstel waarschuwt voor „een onbeheersbare golf” van migranten. Maar de organisaties stellen in hun rapport dat de realiteit totaal anders is. In 2009 bracht de regering van Netanyahu zelf 25 keer zo veel buitenlanders het land binnen als het aantal asielzoekers. Terwijl het aantal buitenlandse werknemers dat Israël aantrekt, groeit, neemt het aantal asielzoekers uit Egypte juist af. Bovendien is Israël karig met het verstrekken van verblijfs­vergunningen: in 2008 waren dat er volgens een VN-rapport vier. In hetzelfde jaar bood Frankrijk asiel aan 9648 personen.

Sigal Rozen van de in Tel Aviv gevestigde Hotline voor Migranten, een van de acht organisaties die het rapport hebben opgesteld, dacht dat het om een grap ging toen ze het wetsvoorstel voor het eerst zag. Het gaat namelijk dwars tegen alle internationale verdragen in.

Rozen vertelt dat elke maand ongeveer 310 vluchtelingen uit Egypte Israël binnenkomen. Een deel van hen wordt teruggezonden. Het aantal mensen dat de grens oversteekt neemt af. In 2008 waren het er nog 7000, in 2009 circa 4000.

Op 24 januari nam de regering een beleidsbesluit over immigratie. Dit moet niet verward worden met het wetsvoorstel dat nog bij de Knesset ligt. Rozen vindt het positief dat het kabinet streeft naar het sluiten van bilaterale verdragen met landen die gastarbeiders sturen. Ze is ook blij dat de regering een database opent voor migranten die geen baan hebben, zodat ze werk kunnen vinden. Verder stelt ze het op prijs dat bemiddelingskantoren die gastarbeiders naar Israël halen, maar hun geen werk kunnen geven, het eerste jaar hen toch moeten betalen. Dit om te voorkomen dat deze koppelbazen hen slechts laten komen om de premie op te strijken.

Rozen vindt het daarentegen problematisch dat Israël een draaideurpolitiek sanctioneert. Dat wil zeggen: aan de ene kant haalt de Joodse staat steeds nieuwe gastarbeiders binnen; aan de andere kant worden ze teruggestuurd. Een gastarbeider kan maximaal 63 maanden blijven. Maar als hij of zij in die periode zonder werk komt te zitten, resteren er nog maar negentig dagen om een nieuwe werkgever te vinden en een nieuw visum aan te vragen, „en dat is te weinig.”

De grote winnaars zijn de bemiddelingskantoren. Deze kantoren bevinden zich zowel in Israël als in de landen van herkomst. Ze vangen per persoon duizenden dollars en oefenen daarom druk uit op de regering om nieuwe gastarbeiders te laten komen. Ook werkgevers profiteren volop. De lonen die ze betalen liggen namelijk ver onder het wettelijk vastgestelde minimumloon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer