Leven en dood van Thomas à Kempis (ca. 1380-1471)
Het graf van Thomas à Kempis zorgt al eeuwen voor allerlei verwikkelingen. De schrijver van het beroemde boekje ”De navolging van Christus” stierf op 25 juli 1471 in zijn klooster op de Agnietenberg bij Zwolle, en daar werd hij ook begraven.
Twee eeuwen bleef het stil rondom zijn graf, maar in 1672 begonnen de moeilijkheden. Op bevel van de keurvorst van Keulen moest het lichaam van Thomas worden opgegraven, onder strenge bewaking van gewapende soldaten. Dat laatste voor het geval iemand in de verleiding zou komen om zich aan het stoffelijk overschot te vergrijpen: relieken van bijna-heiligen vormden een kostbaar bezit.
Toen eindelijk de juiste kist gevonden, en de inhoud ervan door pastoor Waeyer beschreven was -„In Thomas’ graf werden bloemen gevonden, zoo schoon bloeiende als in ’t midden van Mei”- werd het geraamte uit elkaar genomen, in linnen gewikkeld en naar Zwolle overgebracht. Daar was een „menigte volks, luid jubelend” op de been om de intocht van Thomas’ overblijfselen in de St-Josephskapel luister bij te zetten.
Anderhalve eeuw later bleek dat alleen de linkerzijde van de bijna-heilige in de reliekschrijn was overgebleven; niemand wist waar de rechterkant gebleven was. De kist was intussen verhuisd naar het praalgraf in de Sint-Michaëlskerk aan de Roggenstraat. Nadat die kerk in 1965 gesloopt werd, kreeg de reliekschrijn een onopvallende plek in de nieuwe Sint-Michaëlskerk. Een onlangs opgericht comité pleit inmiddels voor reconstructie van het monumentale praalgraf.
Belangrijker dan de wederwaardigheden van het stoffelijk overschot van Thomas à Kempis blijft echter zijn geestelijke erfenis. Ook onder protestanten: niemand minder dan Gisbertus Voetius beveelt het lezen van ”De navolging van Christus” van harte aan, met het argument dat hij ná de Heilige Schrift nooit iets „krachtigers en godvruchtigers” gelezen heeft.
„Verhoor het gebed van Uw arme dienaar, die ver van zijn vaderland ronddwaalt in een land der schaduwen des doods”, schrijft Thomas. „Bescherm en bewaar de ziel Uws dienaars in de menigvuldige gevaren van dit vergankelijk leven, en leid mij door Uw genade op de weg des vredes tot het vaderland der eeuwige heerlijkheid!” En aan zijn lezers stelt hij de vraag: „Als gij vandaag niet gereed zijt, hoe zult gij het dan morgen zijn?”
Tijdens de Boekenweek besteedt de redactie dagelijks aandacht aan dood en graf van een schrijver.