Internationale missie gebaat bij veel geduld
Vanaf 1948 zijn er niet minder dan 63 internationale VN-vredesmissies geweest. De NAVO opereerde eerder in Bosnië-Herzegovina en Kosovo. Maar hoe effectief zijn die missies nu eigenlijk?
In 1988 ging de Nobelprijs voor de vrede naar de vredestroepen van de Verenigde Naties. Het comité van de prestigieuze prijs oordeelde dat de troepen „een beslissende bijdrage” hadden geleverd aan het oplossen van conflicten in de wereld.De toenmalige voorzitter van het Nobelprijscomité, Egil Aarvik, memoreerde in zijn speech bij de overhandiging van de prijs onder meer de rol van de VN-missie op Cyprus, eind jaren zestig. En het was toch mooi dat mensen van over de hele wereld zich gezamenlijk inzetten voor de vrede?
Hoewel weinigen dat zullen ontkennen, groeide juist na 1988 de scepsis tegenover internationale vredesmissies. Een VN-missie in Somalië liep in 1993 uit op een regelrecht debacle. Een jaar later werden in Rwanda onder de neus van VN-commandant Roméo Dallaire 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. Dallaire had wanhopige verzoeken om extra troepen naar de VN-burelen in New York doen uitgaan, maar nul op het rekest gekregen. In 1995 volgde het drama rond Srebrenica, dat diep in het collectieve geheugen van Nederland is gegrift.
Om niet meer te noemen worden er momenteel grote vraagtekens geplaatst bij de effectiviteit van de grootste VN-missie van dit moment, in Congo. In november vorig jaar concludeerde een door de VN zelf samengeroepen commissie van deskundigen dat de vredestroepen in Oost-Congo een averechts effect hebben.
Nu zijn er in de jaren negentig ook vredesmissies geweest die vrij algemeen als succesvol te boek staan, zoals Mozambique (1992-1994) en El Salvador (1991-1995). Meerdere onderzoeken wijzen bovendien uit dat de VN-vredesmissies in de regel wel degelijk succesvol zijn. „De aanwezigheid van internationaal personeel is geen garantie, maar het maakt vrede wel waarschijnlijker en duurzamer”, concludeert de Amerikaanse politicologe Page Fortna in een studie over internationale missies. Afgezien van de bekende debacles, is vredeshandhaving volgens haar „een effectieve manier van conflictbeheersing” gebleken.
Maar wanneer is een missie effectief? Fortna wijst op het gevaar ieder conflict en operatie langs dezelfde meetlat te leggen. Op het eerste gezicht lijkt er met sommige missies weinig vooruitgang te worden geboekt. Een missie valt volgens haar echter het best te vergelijken met geneeskunde, waarbij de behandeling afgestemd wordt op de ernst van de ziekte. Soms moeten er beperkte doelen worden gesteld.
Belangrijke factoren voor het welslagen van een operatie zijn een goede timing en inbedding van de operatie in een plan voor de langere termijn. Samenwerking tussen de militair en het burgerlijk gezag en een minimaal gebruik van geweld blijken in onderzoeken eveneens belangrijke factoren. En niet in de laatste plaats: geduld, veel geduld.
Clingendaelmedewerker Thijs Brocades Zaalberg bepleit in zijn boek ”Soldiers and Civil Power” een ruime opvatting van het mandaat. Bij de soldaten bestaat er vaak angst om buiten het boekje te gaan: ”mission creep”. Brocades Zaalberg concludeerde echter dat operaties die meer deden dan strikt genomen opgedragen was, het succesvolst waren.
Missies kunnen zich volgens Brocades Zaalberg niet beperken tot een militair doel. Wegen aanleggen, scholen bouwen, de economie opbouwen: het hoort er allemaal bij wil een missie succesvol zijn. Aan die voorwaarden lijkt de NAVO-missie in Afghanistan in ieder geval te voldoen.