Uit- of toevlucht
Een goede schrijver is vooral iemand die nieuwsgierig is, oog heeft voor detail en zijn bevindingen en gedachten zo precies mogelijk kan verwoorden. De Amerikaanse schrijver Robert Morgan (1944) is zo iemand.
In zijn roman ”Geest van verlangen” (oorspronkelijke titel ”The truest pleasure”) zit hij hoofdpersoon Ginny zo dicht op de huid dat de lezer voor even helemaal in haar leven opgaat.Ginny is een jong en leergierig meisje dat van haar vrijheid houdt. Ze groeit op een boerderij in South Carolina op. Haar moeder is jong gestorven. Als kind voelt zij zich een buitenstaander omdat ze graag leest en zich inbeeldt dat de jongens haar veel te serieus en onaantrekkelijk vinden.
Gelukkig komt ze Tom tegen. Een man die liever met zijn handen dan met woorden spreekt. Hij trouwt met Ginny en de boerderij wordt zijn eigendom. Overdag gaat zijn liefde uit naar de te bewerken grond, ‘s avonds is Ginny het voorwerp van zijn liefde. Op die momenten voelen zij zich gelukkig en aan elkaar verbonden en toch blijft Ginny op zoek naar iets dat haar helemaal kan vervullen, dat haar boven zichzelf en haar harde bestaan uit kan tillen.
Die vervulling vindt ze op de opwekkingssamenkomsten waar haar vader haar mee naartoe neemt. Ze raakt ”in de Geest”, spreekt in tongen en wentelt zich door het stof. „Ik baadde in koesterende vlammen. Het vuur schroeide alle trots, alle vuile koppigheid en alle pijn van de ijdelheid uit me weg. (…) Tot in de verste hoekjes van mijn geest reikten de vlammen, en miljoenen mijlen ver joegen ze langs de hemel.”
In haar aard en in haar zoektocht naar het geluk doet Ginny denken aan grote figuren uit de literatuur zoals Eline Vere. Hun gevoelige, soms extatische aard tilt hen naar grote hoogten en tegelijk lijken ze niets anders te kunnen dan zichzelf in het ongeluk te storten. Soms lijkt het of de opwekkingssamenkomsten meer als uitvlucht dienen dan dat Ginny haar toevlucht vindt bij God. Bovendien vindt Tom het maar goddeloos gedoe en zorgen de bijeenkomsten in ieder geval voor steeds meer verwijdering tussen de twee geliefden.
De ruzies en de kille sfeer staan in groot contrast met de schitterende beschrijvingen van de natuurverschijnselen (meteorenregen, sneeuwlicht), van de liefde tussen man en vrouw en van Ginny’s gedachten over God. Het verbaast niet dat Morgan ook dichtbundels op zijn naam heeft staan. „In het weiland wervelde de sneeuw op (…) De lucht wemelde van de kristallen die glinsterden in het laatste zonlicht. Voor mijn ogen veranderde alles in goud.”
Morgans kracht ligt in zijn taalsouplesse, zijn originele beelden, de gedachten die over elkaar heen buitelen. Hij heeft zo’n breed palet aan woorden ter beschikking dat hij moeiteloos een veld met sabelsprinkhanen tot leven wekt, de geur van melassestroop opwekt of het geijl van een zieke laat horen. Hij zet zijn personages met al hun gedachten overtuigend neer.
Dit geldt minder voor de opbouw en de plot. De opbouw is eenvoudig; in chronologische volgorde wordt het verhaal van Ginny verteld. De auteur had meer spanning kunnen creëren door met de volgorde te spelen. Voor de plot geldt dat de verwijdering tussen Ginny en Tom beter onderbouwd had kunnen worden. Nu vraagt de lezer zich soms af waar ze toch zo moeilijk over doen. Of komt dit doordat de lezer niet in Toms hoofd kan kijken en niet weet wat hij er zo erg aan vindt? En waarom komt Ginny dan eindelijk tot inkeer als blijkt dat het al te laat is? Iets wat soms inderdaad de wrange werkelijkheid is, maar toch…
Het einde heeft iets teleurstellends; alsof het boek uitgaat als een rokende vlaswiek zonder dat alles een plekje heeft gekregen. Zonder dat duidelijk is geworden wat Ginny’s ”truest pleasure” nu echt is. Maar Ginny zal de lezer bijblijven.
Geest van verlangen, Robert Morgan;uitg. Brandaan, Barneveld, 2009; ISBN 978 94 6005 006 0; 312 blz.; € 19,50.