Nijpels had eerder laten weten dat hij zou terugtreden als voorzitter van ABP als onderzoek naar het failliete DSB feiten aan het licht mocht brengen die zijn functioneren bij het pensioenfonds belemmeren. Nijpels was commissaris bij DSB.Nijpels zegt in zijn brief dat het voor hem steeds moeilijker wordt zijn functie bij ABP adequaat uit te oefenen door de „stroom al dan niet accurate berichten" over het onderzoek naar de gang van zaken rond DSB.

Ook stelt hij dat de diverse onderzoeken inmiddels „forse vertraging hebben opgelopen" en dat het maatschappelijke debat daarna „ongetwijfeld nog maanden doorgaat". Verder schrijft Nijpels dat de pensioensector voor tal van ingrijpende beslissingen staat. „Onder andere naar aanleiding van de rapporten van de commissies Don, Frijns en Goudzwaard. De voorzitter van ABP moet in dat maatschappelijke en politieke debat volledig zijn rol kunnen spelen. De afhandeling van de gang van zaken rond DSB en de voortdurende al dan niet te verifiëren publiciteit daarover maakt dat vrijwel onmogelijk".

Tijdens het onderzoek voorafgaand aan zijn benoeming bij ABP is in gesprekken met De Nederlandsche Bank (DNB) zijn DSB–commissariaat aan de orde geweest, schrijft Nijpels. Dat zou volgens hem geen belemmering voor zijn benoeming zijn geweest.

„Ook niet gelet op de briefwisseling en het veelvuldig overleg tussen DNB en DSB over de gang van zaken bij de bank in de daaraan voorafgaande maanden. Ondanks dat heb ik de DNB–functionarissen meegedeeld uit een oogpunt van zuiverheid mijn functie bij DSB onmiddellijk bij de bekendmaking van mijn benoeming als ABP–voorzitter te zullen neerleggen. Op verzoek van DNB ben ik evenwel mijn commissariaat bij DSB blijven vervullen totdat in de vacature zou worden voorzien".

ABP zegt het vertrek van Nijpels zeer te betreuren, maar heeft „begrip voor de afweging die hij heeft gemaakt". Nijpels was sinds 1 augustus vorig jaar voorzitter bij ABP, hij volgde Elco Brinkman in die functie op. ABP gaat de komende weken op zoek naar een nieuwe voorzitter.