Heimwee naar de christelijke traditie
Christelijk-conservatieve politiek bepleiten de SGP-jongeren in hun beginselmanifest ”Kernideeën”. Maar wat bedoelen ze daar precies mee? En wat willen ze ermee? „Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Dat is de kern van ons betoog.”
Het conservatisme bloeit. Rondom het thema zijn en worden de laatste tijd veel debatavonden georganiseerd –soms meerdere op één dag– die druk worden bezocht. Een boek over de christelijkconservatieve ds. J. T. Doornenbal ging sinds november al ruim 3200 keer over de toonbank.
Die opleving van het (christelijk-)conservatieve gedachtegoed komt niet uit de lucht vallen. Een aannemelijke verklaring voor de populariteit ervan is dat de oude gezindheid nieuwe vastigheid en geborgenheid biedt in een tijd waarin alle grenzen en zekerheden lijken weg te vallen en (gezins)verbanden versnipperen. Het verlichtingsdenken, sinds de 18e eeuw in opmars, lijkt dankzij de secularisatie hard op weg naar de eindoverwinning. Het christelijk normen-en-waardenkader is voor velen buiten beeld verdwenen. Daar kwam recent de economische crisis, met dank aan de grote graaiers bij de banken, nog bij.
In dat tijdsgewricht doet een ideologie die uitgaat van de slechtheid van de mens en de onmaakbaarheid van de samenleving en die pleit voor sterke gezinnen en een kleine overheid, het goed. Op deze pagina aandacht voor drie organisaties waar (christelijk) conservatisme een (grote) rol speelt: De SGP-jongeren, die gisteren een regiotour van zes bijeenkomsten rondom hun beginselmanifest ”Kernideeën” hebben afgesloten, het CDJA en het Conservatief Café.
De SGP-jongeren „zijn enige tijd geleden een nieuwe richting ingeslagen”, schreef de conservatieve blogger Frank Verhoef onlangs. En ze laten daarbij een ander geluid horen dan het orthodox-christelijke verhaal van de moederpartij, suggereerde hij. Ook anderen van buiten de partij en mensen uit de SGP-achterban menen verschil te ontwaren.
In ”Kernideeën” spreken de SGP-jongeren zich uit voor een kleine overheid die traag is om dingen te veranderen en om in te grijpen in maatschappelijke verbanden en de vrije markt. Verder leggen ze sterke nadruk op het gezin, burgerschap en particulier initiatief. Onderwijs in de christelijke traditie moet het volk verheffen.
„Dat past precies binnen het oude staatkundig-gerefomeerde gedachtegoed”, stellen SGP-jongerenvoorzitter Jacques Rozendaal en jeudwerkadviseur Dirk Jan Nijsink. Wel vallen er andere klanken te beluisteren, geeft Rozendaal aan. „Want we leven in een andere tijd dan SGP-oprichter ds. G. H. Kersten. De zuilen zijn weggevallen en er is geen christelijke meerderheid meer in Nederland.”
In deze postverzuilde tijd zijn veel jongeren uit de SGP-achterban gewend buiten hun eigen kerkverband te kijken. Ze willen boven de reformatorische zuil uitstijgen, wegkomen van interne achterhoedegevechten over de plaats van de vrouw in de politiek en theocratische sjibbolets, en aanhaken bij de brede christelijke traditie van voor de verzuiling en de totstandkoming van de SGP.
De SGP-jongerentop, zelf ook gestempeld door de tijd, haakt daarop in. Met een christelijk-historische, conservatieve boodschap, primair gericht op de eigen achterban maar tegelijkertijd op heel het volk. In ”Kernideeën” worden niet ds. G. H. Kersten, ds. P. Zandt of ds. H. G. Abma geciteerd, maar Augustinus, Luther, Groen van Prinsterer, Bonhoeffer en Aalders.
De conservatieve publicist Bart Jan Spruyt –die meermaals heeft gezegd dat hij ”Kernideeën” zelf geschreven zou kunnen hebben– komt in het beginselmanifest weliswaar niet voor, maar hij oefent volgens de conservatieve blogger en oud-SGP-jongere Wilco Boender een „revolutionaire” invloed uit op de SGP-jongeren. Nijsink erkent dat Spruyt tot de denkers behoort die hem bij het schrijven „buitengewoon hebben geïnspireerd.” Maar, zegt hij: „We hebben juist ook teruggegrepen op het christelijke denken over politiek van voor de SGP en onszelf de vraag gesteld: Wat kunnen wij daar nu mee?”
Anders opereren dan de moederpartij willen de SGP-jongeren ook. Nijsink: „Het krachtigste getuigenis bestaat misschien wel niet in het vertolken van de aloude beginselen, maar in het uitleggen van de waarde van het christelijke geloof voor onze samenleving, in het beschermen en bevorderen van een christelijke Leitkultur.”
De SGP zou dat zelf ook moeten doen, meent hij, door zich in het cultuur- en religiedebat „te mengen met een verhaal over Nederland als christelijke natie, waarin de christelijke kerk een bevoorrechte positie moet innemen.”
Terugkeer
De term christelijk conservatisme is in ”Kernideeën” terechtgekomen in een poging de positie van de SGP-jongeren duidelijk te maken, stelt medeauteur Nijsink. Christelijk-conservatief, tegenover de seculiere linkse en libertijnse progressieve politieke meerderheid die gelooft in de maakbare samenleving, die uitgaat van de goedheid van de mens en de overheid een grote rol toekent.
Tegenover de christelijk-sociale ChristenUnie ook en het christendemocratische CDA. „Wij geloven namelijk niet dat alle godsdiensten gelijk zijn”, aldus Nijsink. „Het christelijk geloof is superieur.” Door zulke verschillen te markeren, hopen de SGP-jongeren mensen aan de rand van hun achterban, die overhellen naar CDA of ChristenUnie, binnenboord te houden.
Het christelijk-conservatieve gedachtegoed van de SGP-jongeren is kernachtig samen te vatten, aldus de jeugdwerkadviseur. „Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Wij willen erop wijzen dat onze cultuur is gestempeld door het christendom. Dat is echter bij het grof vuil gezet, met alle kwalijke gevolgen van dien. De enige mogelijkheid om de samenleving weer op het juiste fundament te krijgen, is een terugkeer naar de heilzame christelijke traditie.”
Met de term christelijk-conservatief willen de SGP-jongeren uitdrukken dat de SGP een christelijke partij is met een conservatief hart, die ingaat tegen de (post)moderniteit en de relativering van waarden, aldus Nijsink. Christelijk conservatisme is „geen huwelijk tussen deugdethiek en evangelie”, onderstreept hij, maar „een gezindheid die de waarde van tradities, wetten en ongeschreven gedragsregels inziet voor het behoud van onze wankele democratische rechtsstaat.”
Gesjans
De nieuwe koers valt niet bij iedereen in de achterban goed. „Al dat conservatieve gedoe heel de tijd en dat gesjans met Spruyt komt me helemaal de keel uit”, schreef Janneke uit Amersfoort op de SGP-jongerensite. „Dat geldt niet alleen voor mij, maar voor heel veel mensen uit mijn omgeving. Laten ze met een duidelijke christelijke, Bijbelse boodschap komen, daar hebben ze Spruyt en het conservatisme helemaal niet voor nodig!!!”
Maar veel anderen zijn positief. Van de 750 gedrukte ”Kernideeën” zijn er nog maar twintig over. De regiotouravonden rondom het beginselmanifest werden massaal bezocht. Rozendaal, tevreden: „Het is ons gelukt om met een eigentijds geformuleerd, toekomstgericht beginselmanifest de slag te maken naar de volgende generatie om aan hen de staatkundig-gereformeerde beginselen door te geven.”
Conservatieve colloquia
De Edmund Burke Stichting (EBS), eind 2000 opgericht, was het eerste platform in Nederland waaromheen conservatieven zich organiseerden. De stichting hield onder meer bijeenkomsten en organiseert nu zomerscholen voor studenten om het conservatieve gedachtegoed uit te dragen en meer bekendheid te geven.
Omdat de EBS geen bijeenkomsten meer houdt, was er geen fysieke ontmoetingsplek meer voor conservatieven. Drie bloggende conservatieven, Wilco Boender (ex-voorzitter Goudse SGP-jongeren), Rutger Schimmel (geschiedenisstudent in Utrecht) en Frank Verhoef (ex-JOVD’er) zijn in dat gat gesprongen en hebben in mei vorig jaar het Conservatief Café opgericht.
De eerste bijeenkomst vond in mei vorig jaar plaats in Café De Zalm in Gouda. In november volgde een tweede avond. De conservatieve publicist Bart Jan Spruyt presenteerde toen zijn boek over ds. J. T. Doornenbal. Op 22 januari was er in Gouda een nieuwjaarsborrel.Op de avonden komen honderden orthodox-gereformeerden, rooms-katholieken, vrijzinnigen, agnosten en seculieren af uit de achterban van CDA, SGP, VVD, PVV en Verdonk.
Buiten het Conservatief Café vinden conservatieven elkaar op internet, via weblogs (zoals conservatieforever.blogspot.com), websites (zoals conservatismeweb en bitterlemon) en Twitter.
Verder is een groep christelijke conservatieven van plan zogenoemde ”tea party’s” te organiseren rondom conservatieve thema’s.
Naast deze gestructureerde initiatieven vinden er tal van eenmalige bijeenkomsten plaats rondom het conservatisme, zoals een politieke jongerenavond in Middelharnis over het christelijk conservatisme en de SGP en een conservatieve debatavond in Ermelo. Op de Familiedagen in Hardenberg kunnen bezoekers eind deze maand dagelijks een uur lang kennismaken met het christelijk conservatisme.
Wel rechts, niet conservatief
Sympathie voor het conservatisme is niet alleen te vinden bij de SGP-jongeren, maar ook bij de jongerenorganisatie van het CDA. Sommige CDJA’ers, waaronder Rutger Schimmel en Carel Kauffmann, noemen zich conservatief. Voormalig vicevoorzitter van het CDJA Maarten Neuteboom sprak ruim een jaar geleden van een „verrechtsing” binnen de jongerenorganisatie. „Er is een conservatieve opleving gaande.”
CDJA-voorzitter Jeroen van Velzen (20) stelt dat er destijds „een hype gaande was rond het tijdschrift Opinio, waarbij ook CDJA’ers waren betrokken. Daardoor is het CDJA toen neergezet als een conservatieve beweging.”
Dat beeld klopt niet, meent hij. „Binnen de bandbreedte van onze jongerenorganisatie zijn zowel agnosten als gereformeerden actief. Daarom kun je het CDJA per definitie niet conservatief noemen.”
Van Velzen positioneert de jonge christendemocraten anno 2010 liever als „rechts van het midden.” Volgens hem volgen de CDA-jongeren daarin een landelijke trend. „Sinds de aanslagen op het World Trade Center in New York in 2001 neigen jongeren over het algemeen meer naar rechts. Ze denken meer dan eerdere generaties na over vraagstukken als nationale identiteit, cultuur en integratie.”
Jongeren zijn anno 2010 traditioneler ingesteld dan voorheen, vervolgt Van Velzen. „In de jaren 80 stond het CDJA bijvoorbeeld positief tegenover legalisering van softdrugs. Dat zou nu ondenkbaar zijn. De tijd van vrijheid, blijheid is echt voorbij.”
Dat het CDJA nu „rechts van het midden” opereert, ligt volgens Van Velzen onder meer aan het feit dat de moederpartij met twee links georiënteerde partijen in het kabinet zit. Door die rechtse stellingname ligt het CDJA dichter bij de SGP-jongeren dan bij de ChristenUniejongeren, vertelt Van Velzen. „SGP-jongeren en CDJA naderen elkaar als het gaat over de rol van de overheid of over nationale identiteit. Je zou dat conservatieve standpunten kunnen noemen, maar het is maar net welke definitie je hanteert van het begrip conservatisme.”