Topman Corus per direct opgestapt
Topman Tony Pedder van Corus is met onmiddellijke ingang opgestapt. Dat heeft de Brits-Nederlandse staalgigant bekendgemaakt. Het vertrek hangt samen met het vrijdag gepresenteerde slechte resultaat.
Wat Pedders vertrek ongetwijfeld heeft bespoedigd, is de tegenslag die de top van het moederbedrijf Corus Group in Londen donderdag moest incasseren. De ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam verbood de verkoop van de aluminiumdivisie aan het Franse Pechiney. Met de opbrengst had het kwakkelende staalbedrijf saneringsactiviteiten in Groot-Brittannië willen bekostigen.
President-commissaris sir Brian Moffat heeft zijn voor volgende maand aangekondigde pensioen uitgesteld. Hij zal de onderneming leiden totdat een opvolger voor Pedder is gevonden. Directielid Stuart Pettifor, nu verantwoordelijk voor sanering van de Britse staaltak, wordt verantwoordelijk voor de dagelijkse activiteiten.
FNV Bondgenoten is ontevreden met de nieuwe positie van Moffat. „Hij heeft van het begin af aan deel uitgemaakt van de toezichthouders en is medeverantwoordelijk voor het falende beleid tot nu toe.” De vakbond beschouwt het vertrek van Pedder als een volgende stap in de ontvlechting van Corus, „waarbij het voormalige Hoogovens weer zelfstandig wordt.”
De centrale ondernemingsraad (COR) van Corus Nederland noemt het vertrek van Pedder „onontkoombaar.” „Na de mislukte verkoop van de aluminiumtak en opnieuw grote verliezen, bleef er voor hem weinig keus meer over”, aldus voorzitter F. van Wieringen.
De jaarcijfers die Corus vrijdag bekendmaakte, zijn inderdaad weinig florissant. Zoals analisten hadden ingeschat, boekte het concern over 2002 een nettoverlies van 458 miljoen pond (673 miljoen euro). In 2001 bedroeg het verlies 419 miljoen pond.
De omzet daalde het afgelopen jaar van 7,7 miljard naar 7,1 miljard pond (10,4 miljard euro). Het operationele verlies kwam uit op omgerekend 570 miljoen euro. De nettoschuld bedroeg eind 2002 1,8 miljard euro. Corus maakt in de prestaties geen onderscheid tussen de Nederlandse en Britse tak.
Sinds British Steel en Hoogovens in 1999 fuseerden en onder de naam Corus verdergingen, heeft de staalgigant alleen verlies geleden. Dat kan geheel op rekening van de Britse tak worden geschreven.
Corus wil naar eigen zeggen het vertrouwen van de belegger in de onderneming herstellen. Op de beurs wordt echter openlijk gespeculeerd op de ondergang van het concern. Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s verlaagde vrijdag aan het einde van de middag de waardering van Corus.
Deze positie maakt het aantrekken van krediet lastig. Het staalconcern is op zoek naar een driejarige kredietfaciliteit om een herziening van de strategie voor de staal en aluminiumactiviteiten te kunnen doorvoeren. Financiers zullen niet geneigd zijn Corus het voordeel van de twijfel te gunnen.
Nu de verkoop van de aluminiumactiviteiten is afgelast, kan Londen het plan om alleen met staal verder te gaan, voorlopig en waarschijnlijk voor lange tijd, vergeten. Maar de verwachte presentatie van een nieuwe strategie bleef vrijdag uit.
Ook gaf Corus geen concrete verwachting voor 2003. Het stelde enkel dat de vraag naar Brits staal zwak was en die van de Europese productie vlak. Wel kondigde het concern aan dat het in Groot-Brittannië de capaciteit terugbrengt door fabrieken te gaan sluiten. Dit jaar zullen veel Britse staalarbeiders naar een andere baan moeten omzien. Eind vorig jaar werkten er 50.900 mensen bij Corus.