Binnenland

Vrouw drijft wig tussen SGP en CU

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1998 kwamen SGP en ChristenUnie in bijna 80 plaatsen met een gemeenschappelijke lijst uit. Volgend jaar maart zal dat in hooguit 40 plaatsen gebeuren. Hoe komt dat? SGP-voorzitter Kolijn: „De ChristenUnie is veranderd en wil zich ten koste van ons profileren.” Unie-voorzitter Van Daalen: „Het standpunt van het hoofdbestuur van de SGP is verhard. Zeg dan gewoon dat je eigenlijk geen samenwerking wilt.”

Door B. J. Spruyt
20 December 2001 11:31Gewijzigd op 13 November 2020 23:19

Naar aanleiding van een spreekbeurt van beoogd lijsttrekker Veling publiceerde de ChristenUnie vorige week een persbericht waarin zij de SGP opriep de ChristenUnie in haar waarde te laten en geen blokkade op te werpen tegen haar vrouwelijke kandidaten. Kolijn reageerde, en daarop kwam weer een weerwoord van Van Daalen. En zo werd de discussie geboren. Wie breekt, betaalt, zo luidt een politieke wet, en daarom benadrukken beide partijen dat de schuld voor de verstoorde verhoudingen bij de ander ligt.

Kolijn stelt dat zijn partij nu geen ander standpunt inneemt dan in 1998. „Met feitelijke gegevens kan ik aantonen dat wij op geen enkel punt aanvragen voor samenwerking dit jaar anders hebben beoordeeld dan in 1998. Er is dus geen sprake van een veranderde (verharde) houding van de kant van SGP.”

Niet meer houdbaar
Wat is volgens Kolijn dan wel de reden waarom de samenwerkingsovereenkomsten zo moeizaam tot stand zijn gekomen, en vooral dat het er zoveel minder zijn dan in 1998? Behalve dat er volgend jaar minder gemeenten zijn als gevolg van herindelingen, zijn vooral veranderingen binnen de ChristenUnie zijns inziens de oorzaak van de daling. „Ze zullen ongerust zijn over de prognoses en willen zich nadrukkelijk ten opzichte van de SGP profileren. De ChristenUnie wil niet meer geassocieerd worden met onze partij, omdat de partij vindt dat zij niet meer kan aankomen met standpunten over de vrouw en over andere religies die in deze tijd niet meer houdbaar zouden zijn.”

Kolijn noemt als voorbeeld de situatie in Gouda, waar de Unie niet eens meer met de SGP wilde onderhandelen, en Ridderkerk, waar ChristenUnie-voorzitter Van Rietschoten voor een zelfstandige lijst koos omdat de Unie „sommige dingen minder zwart-wit wil bekijken dan de SGP. Met sommige problemen moet je praktischer omgaan.” Kolijn noemt ook Amersfoort, waar een vrouw „koste wat het kost” op een verkiesbare plaats moest komen – „ook al betekende de daaropvolgende breuk tussen SGP en ChristenUnie dat zij geen wethouder zullen leveren.”

Grondvlak
Van Daalen is het helemaal niet met Kolijn eens. Hij kan slechts vaststellen dat de SGP in haar standpunt verhardt. „Het hoofdbestuur trekt de voren nu rechter dan in 1998. Het is minder coulant in het beoordelen van samenwerkingsovereenkomsten dan voorheen.” Bovendien stuit Van Daalen regelmatig op de bereidheid van plaatselijke Unie-afdelingen om omwille van de samenwerking met de SGP maar geen vrouwen op verkiesbare plaatsen te zetten. „Maar dat willen wij als bestuur niet.”

Ook Van Daalen verwijst naar de situatie in Amersfoort. „Er was een samenwerkingsovereenkomst tussen SGP en ChristenUnie, er was een gezamenlijke lijst en een gezamenlijk programma. Maar het hoofdbestuur van de SGP heeft daarover zijn veto uitgesproken, omdat de Unie een vrouw op een verkiesbare plaats had.”

Van Daalen verwacht dat de situatie „over nog eens vier jaar” heel anders zal zijn binnen de SGP. „Ik zie dat de houding op het grondvlak vaak anders is dan binnen het hoofdbestuur. Dat zal aanleiding geven tot steeds meer discussie. Dat hoeft er helemaal niet toe te leiden dat ook de SGP vrouwen op haar lijsten plaatst. En dat hoeft van ons ook niet. Wij laten de SGP in haar waarde. Maar die discussie zal er wel toe leiden dat SGP’ers de eigen positie van de ChristenUnie zullen accepteren en ook ons in onze waarde zullen laten.”

Dordts model
Het beleid van de SGP is nu dat zij in beginsel met een eigen lijst uitkomt en alleen een combilijst aangaat wanneer zij op eigen kracht niet een zetel in een gemeenteraad kan bemachtigen. „Maar die samenwerking moet dan wel volgens de voorwaarden die de SGP stelt”, aldus Van Daalen. „Wij accepteren dat niet meer. Onder de huidige voorwaarden lijkt het ons niet verstandig samen verder te gaan.”

Bovendien hanteert de SGP het zogenaamde Dordtse model. Dat houdt in dat de SGP nog wel akkoord kan gaan met een vrouw op een verkiesbare plaats op de lijst van de Unie, maar dat zij de samenwerking opzegt wanneer die vrouw daadwerkelijk in de gemeenteraad komt. Dat een vrouw dankzij de SGP in de gemeenteraad komt, is voor de SGP „ondenkbaar.” En dat is voor de Unie weer „onaanvaardbaar.” „Het legt een te zware verantwoordelijkheid op de vrouw in kwestie. Met zo’n hypotheek mag je de samenwerking niet belasten.”

Vergezocht
Wat de ChristenUnie vooral teleurstelt is dat Kolijn in een interview met deze krant wel eens heeft gezegd dat een SGP’er in bepaalde situaties een vrouwelijke wethouder kan steunen. „En de SGP’er Houtman doet samen met een vrouwelijke PvdA-gedeputeerde in de Zuid-Hollandse staten de onderwijsportefeuille. Waarom kan dat allemaal wel”, vraagt Van Daalen zich af, „en is de SGP niet bereid om ons in onze waarde te laten en akkoord te gaan met vrouwen op onze kandidatenlijsten?”

Kolijn noemt die redenering „ontzaglijk vergezocht.” „Ik heb gesproken over uitzonderlijke situaties en gevallen van gewetensnood, zoals jaren geleden in Capelle aan den IJssel, waar onze man voor de keuze stond om of een vrouwelijke CDA-wethouder te steunen of een college te zien ontstaan dat veranderingen wilde doorvoeren die regelrecht tegen de eerste tafel van de wet ingingen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer