Opinie

Respecteer eigenheid Haïtianen bij hulp

Haïtianen zijn een sterk en buigzaam volk, dat veel eigen krachtbronnen ter beschikking heeft, stelt Marcel Catsburg. Westerse hulpverleners moeten rekening houden met deze veerkracht en de eigenwaarde van de inwoners van Haïti.

15 February 2010 12:02Gewijzigd op 14 November 2020 09:52
„De mentaliteit van de Haïtianen zal aardbevingsbestendiger blijken te zijn dan hun huizen.” Foto EPA
„De mentaliteit van de Haïtianen zal aardbevingsbestendiger blijken te zijn dan hun huizen.” Foto EPA

Bij hulpverlening is het van groot belang dat hulpverleners leren hun inzet vorm te geven op basis van erkenning van en respect voor de eigen krachtbronnen van degenen die de hulp ontvangen. Dat gaat niet altijd zoals het moet. Illustratief is het voorbeeld van het King’s ziekenhuis van dr. Hyacinth in Port-au-Prince (zie het interview met haar in het RD van zaterdag).Met haar medische team bood ze direct na de aardbeving hulp aan slachtoffers. Alleen redde ze het niet, en dankbaar aanvaardde ze hulp van buitenlandse medische teams. Binnen enkele dagen namen de hulpverleners het ziekenhuis echter min of meer over. Een groot conflict ontstond over wie er recht had op krukken. Zwangere vrouwen, vonden de hulpverleners. Alleen mensen met maar één been, meende Hyacinth, „die hebben het harder nodig dan zwangere vrouwen.”

Het voorbeeld laat zien hoe –goedbedoelende– westerse hulpverleners volledig voorbijgaan aan de eigen kracht en kunde van in dit geval zowel het medisch personeel als van zwangere vrouwen in Haïti.

Waarin schuilt de kracht van de Haïtiaanse bevolking? Haïtianen hebben al sinds het begin van hun volksbestaan te maken met tegenwind van allerlei aard. Slavernij en dictatuur, politieke instabiliteit en wanbeleid, economische achteruitgang en armoede, milieuschade door ontbossing en bodemerosie, natuurgeweld door met name tropische stormen en orkanen. Telkens opnieuw moesten de Haïtianen vooral op eigen kracht weer verder. Van de eigen overheid was niet veel te verwachten, terwijl buitenlandse hulp soms tijdelijk wat verlichting bracht.

Bamboe

Haïtianen zijn overlevers geworden. Allerlei overlevingsstrategieën hebben zich geworteld in de mentaliteit van de bevolking. Strategieën die op westerlingen vreemd of zelfs storend kunnen overkomen, maar die in de Haïtiaanse context bewezen effectief zijn. Als bamboe zijn ze sterk geworden en hebben geleerd mee te buigen met stormwinden die over hen heen raasden, om vervolgens weer overeind te komen. De mentaliteit van de Haïtianen zal aardbevingsbestendiger blijken te zijn dan hun huizen. Al was de klap dit keer wel enorm groot.

Haïtianen hebben een groot nationaal zelfbewustzijn, noem het trots. Wat er ook uiteindelijk van terecht is gekomen, de Haïtiaanse slaven hebben wel hun eigen vrijheid en onafhankelijkheid (in 1804) bevochten op de wereldmachten van toen. In de wereldgeschiedenis is dit een unicum gebleven. Ook al zijn velen analfabeet en slecht geschoold, toch leeft het besef een volk met een bijzonder verleden te zijn.

Kenmerkend voor het maatschappelijke leven in Haïti is de grote waarde van familieverbanden, de religieuze gemeenschap en andere sociale verbanden als de buurt. De zorg voor de familie herkennen we in de reactie op de aardbeving van Haïtianen in Nederland. Hun bezorgdheid richt zich niet alleen op hun directe familie, maar strekt zich uit tot neven en achterneven en tot (familie van) vrienden en kennissen.

Ook het geloof is voor veel Haïtianen een krachtbron. Als ons westerlingen iets duidelijk is geworden via de media, dan is het wel de enorme moed en hoop die Haïtianen putten uit hun geloof en geloofsgemeenschap. Mensen die zingend onder het puin vandaan komen en vastende mensen in een hongerig land spreken boekdelen over de kracht van het geloof. Daarbij zijn ook de geloofsgemeenschappen belangrijke kanalen voor materiële hulp.

Opening

In de verwerking van het trauma van de aardbeving –en van alle ontberingen die nog volgen– zullen de Haïtianen hulp van anderen hard nodig hebben. Tegelijk zullen ze diep moeten boren in hun eigen krachtbronnen: hun veerkracht, hun nationale trots, hun steun van familie en van geloof.

De leider van de Haïtiaanse slavenopstand, Franc Toussaint, kreeg als bijnaam ”Toussaint Louverture”. Deze benaming werd zijn geuzennaam. In welke nadelige situatie hij zich ook militair bevond ten opzichte van de Engelsen, Fransen, Spanjaarden, telkens wist hij weer een uitweg, een opening (= ouverture) te forceren.

Haïtianen kunnen met recht ”Louverturemensen” genoemd worden. Mensen die tegen de omstandigheden in staande kunnen blijven. Laten hulpverleners zich dat goed realiseren.

De auteur werkte vijf jaar in Haïti voor Woord en Daad en beheert de website haitiinfo.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer