Bijbelwoord vergt altijd uitleg
Kindertaal is eerlijk en ontdekkend. Jonge kinderen kunnen soms met hun eenvoudige vragen grote mensen aan het denken zetten. Zo worden vanzelfsprekendheden helemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Volwassenen kunnen door kleuters gedwongen worden beter op hun woorden te letten.
Ieder die met de Statenvertaling is groot geworden, kent wel teksten waar gesproken wordt over de kinderen Israëls. De historische boeken van het Oude Testament staan er vol van. Het zijn vertrouwde klanken. „En de kinderen Israëls legerden zich te…”, of: „En de kinderen Israëls trokken voort…” Iedereen begrijpt het. Denken we…Totdat een kind na het horen van een Bijbelgedeelte over de woestijnreis vraagt: „Mam, waarom gingen de grote mensen niet mee? Het is voor kinderen toch gevaarlijk in de woestijn?” Tja, dat de kinderen Israëls ook grote mensen kunnen zijn, had de zesjarige nog niet begrepen.
Nog een voorbeeld. Toen van de tien melaatsen die de Heere Jezus genezen had er één terugkeerde om hem te danken, „viel hij op het aangezicht voor Zijn voeten” (Lukas 17:16). Voor volwassenen is duidelijk dat dit een buigen een vorm van eer- en dankbetoon was. Maar voor jonge kinderen is dat niet zo duidelijk. „Juf hadden de discipelen ook pleisters bij zich?” was de ontwapenende vraag van een kleuter die met intense aandacht naar het verhaal had geluisterd. Bijbeltaal vraagt bij kinderen vaak uitleg en verduidelijking. Alleen daardoor gaan zij het taalgebruik begrijpen.
Dezelfde uitleg is vandaag de dag vaak ook nodig bij volwassenen. Het is een misvatting te denken dat iedereen zomaar precies weet wat „de Borg des verbonds” betekent of begrijpt wat Paulus bedoelde toen hij in de Romeinenbrief schreef dat „die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen” (Rom. 8:30). Het zijn weliswaar vertrouwde woorden voor mensen die van kinds af aan onder het gehoor van de gereformeerde prediking hebben gezeten, maar lang niet iedereen weet de strekking. Dat geldt voor een groep ouderen, maar zeker voor de meeste jongeren.
Grondig
Het probleem is op zichzelf niet onbekend. Het wordt zelfs door velen beaamd, maar er wordt nog vaak te weinig rekening mee gehouden. Natuurlijk, vooropstaat dat mensen zichzelf moeten inspannen om de Bijbel te verstaan, om vertrouwd te raken met het Bijbelse taalgebruik. Dat vergt grondig Bijbellezen en studie van de achtergronden van Bijbelse uitdrukkingen. Dat mag ook van iedere kerkganger verwacht worden.
De Joden studeren dag in dag uit in de Thora, kennen die van buiten, zijn op dit punt christenen vaak tot voorbeeld. Kerkgangers hebben vaak maar een zeer beperkte Bijbelkennis en tonen zich lang niet altijd bereid zich te verdiepen in het Woord van God. Als die studiezin ontbreekt, zal men maar weinig begrijpen.
Daarbij wordt al snel gezegd dat een betere, meer eigentijdse vertaling de oplossing zou zijn. Toch is het maar de vraag of dat dit werkelijk zo is. Toen in Amerika de befaamde ESV Study Bible werd gepresenteerd, zei de vooraanstaande evangelicale theoloog dr. J. I. Packer: „Als het om het verstaan van de Bijbel gaat, is de oplossing niet om steeds maar weer een eigentijdser vertaling te maken. We hebben in onze dagen mensen als Filippus nodig; uitleggers die vertellen wat de betekenis en bedoeling van Gods Woord is.”
Het gaat dus om uitleg. Soms van basale dingen. Het is een verkeerde veronderstelling dat alle kerkgangers binnen de gereformeerde gezindte direct weten dat ”consciëntie” eenvoudig ”geweten” betekent. Evenzo vergt het uitleg als Johannes zegt: „Hij moet wassen, maar ik minder worden.” Dat ”wassen” niet alleen schoonmaken maar ook groeien kan betekenen, hebben veel jongeren niet door. Uit een onderzoek dat de christelijke gereformeerde jongerenorganisatie LCJ recent heeft gehouden, blijkt dat slechts 36 procent van de jongeren beneden de zestien jaar zegt de preken te kunnen begrijpen. Van jongeren boven de zestien jaar is dat 56 procent. Maar die uitleg moet wel worden gegeven.
Eenvoudig
Soms kan dat door eenvoudig een ander woord te gebruiken. Sommige predikanten lijken echter een voorkeur te hebben voor archaïsch taalgebruik. Alsof de preek zo aan degelijkheid wint. Ds. G. H. Kersten noemde dat „vervelende vroomheid.” Hij wees ambtsdragers erop dat zij zielen „op eenvoudige en verstaanbare wijze” moesten leiden.
Tegelijk is duidelijk dat een aantal Bijbelse begrippen onvervangbaar is. Te denken valt aan gerechtigheid, heiligmaking, wedergeboorte, verkiezing, welbehagen enzovoort. Het is van eminent belang dat het geheim van deze Bijbelwoorden goed wordt uitgelegd. En bij herhaling. Keer op keer.
Niet alle predikanten zijn zich bewust dat voor hen bekende woorden uitleg behoeven. Sommigen zijn zich dat wel, maar klagen dat ze „tegenwoordig alles uit moeten leggen.” De christelijke gereformeerde hoogleraar dr. A. Baars repliceerde onlangs die opmerking met de retorische vraag: „Waarvoor zijn predikanten anders geroepen dan om uitlegger te zijn?”
De auteur is hoofdredacteur van het RD. Reageren aan scribent?goedbekeken@refdag.nl