Piraten laten Taiwanese vissersboot vrij
Somalische piraten hebben donderdag een vissersboot uit Taiwan laten gaan, nadat een „betrekkelijk laag losgeld" was betaald. Dat heeft Ecoterra International, een milieuorganisatie die de scheepvaart ten oosten van het Afrikaanse continent in de gaten houdt, gemeld.
De boot, de FV Win Far 161, werd in april in de Indische Oceaan nabij de eilandengroep de Seychellen gekaapt. Volgens de milieuorganisatie waren zeventien Filipijnen, vier Indonesiërs, vier Chinezen en twee Taiwanezen aan boord van de vissersboot. Drie van hen zijn overleden tijdens de „verschrikkelijke beproeving".Ecoterra meldde dat de bemanning in afschuwelijke omstandigheden was achtergelaten door de piraten, ondanks oproepen van een humanitaire organisatie om de slachtoffers ten minste van water en voedsel te voorzien. Hoe hoog het losgeld precies was, is niet meegedeeld.
Het aantal gevallen van piraterij wereldwijd is vorig jaar met bijna 40 procent toegenomen. Meer dan de helft van de 406 aanvallen vond plaats in de Hoorn van Afrika. De zwaarbewapende Somalische piraten houden schepen doorgaans vast tot er losgeld wordt betaald.