Opinie

Antioorlogsfront is zelf erg bezorgd om olievoorraden

Voor de Verenigde Staten gaat het in een oorlog tegen Irak niet om oliebelangen, maar om de veiligheid van het Westen, meent drs. Cyril Widdershoven.

13 March 2003 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:11

Hij laat zien dat juist voor Duitsland, Rusland en Frankrijk de oliebelangen op het spel staan. Een totale crisis binnen de VN-Veiligheidsraad tussen de VS en het antioorlogsfront Rusland, Frankrijk en Duitsland is een feit. De Europese neestemmers hebben al aangegeven een veto in te brengen tegen de nieuwe oorlogsresolutie van de VS en Groot-Brittannië tegen Irak. Mogelijke veto’s betekenen het objectieve einde van de rol van de VN. Saddam Husseins hachje lijkt weer eens gered te worden door zijn oude vrienden. Mensenrechten en veiligheid worden verkwanseld door diverse Europese grootmachten.

Het antioorlogsoffensief in de internationale media is hier ten dele debet aan. De militaire actie van de VS en Groot-Brittannië tegen Irak wordt voortdurend afgeschilderd als een oorlog om de olie. De Amerikaans-Britse buitenlandse politiek zou worden beheerst door mogelijke Irakese olieconcessies na de val van Saddam Hussein. En president Bush zou aan het lijntje van ExxonMobil, ChevronTexaco en ConocoPhillips lopen. Het zou niet gaan om de vernietiging van de Irakese massavernietigingswapens, maar om de olie- en gasreserves van dit OPEC-land. Deze visie druist in tegen de realiteit van het moment. Als er landen aan het olielijntje lopen, zijn dit de zogenaamde Europese grootmachten zelf.

Wapens
De zeer negatieve houding van de Fransen en de Russen is gebaseerd op de bescherming van hun nationale belangen in de Arabische wereld, waarbij Irak een ongepolijste diamant in het spel is. Volgens de media zou de tegenstand van Frankrijk, Rusland en Duitsland gebaseerd zijn op de wil om de VN-wapeninspecties meer tijd te geven voor controle van Irak. Althans, de officiële uitlatingen verwijzen alleen naar de noodzaak om de huidige wapeninspecties meer tijd te geven. Hoeveel tijd moet Irak nog worden gegeven? Het gaat hierbij niet om de noodzaak dat de wapeninspecteurs de mogelijkheid moeten krijgen tot huiszoekingen, het bezoeken van bedrijven en het ondervragen van Irakese deskundigen. De kwestie van het bewijzen van schuld en onschuld ligt bij Irak. Het bewind van Saddam Hussein is opgedragen aan te tonen dat het geen massavernietigingswapens meer bezit.

Diverse keren heeft Saddam er al blijk van gegeven dat hij de inmiddels twaalf jaar durende sancties met voeten treedt. In het door Irak opgestelde rapport, enkele maanden geleden, zitten echter grote hiaten. Irak heeft niet kunnen aantonen dat het geen massavernietigingswapens meer bezit. Het land is daarentegen de laatste vier jaren actief verdergegaan met de ontwikkeling van diverse systemen. Dat is een evidente schending van het sanctiebeleid en van de diverse resoluties.

De gegevens in het rapport komen bovendien niet overeen met de Irakese rapportages van 1998 aan de toenmalige wapeninspecteurs. Hierin werd gesproken over chemische wapens (tabun, mosterdgas en VX) die de VN-controleurs hadden gevonden. Eind 1998 heeft Irak zelfs aan de VN doorgegeven nog steeds over 550 tot 650 ton mosterdgas te beschikken. Veel deskundigen vermoeden dat het regime de laatste jaren nog eens 220 ton heeft geproduceerd. Op hetzelfde moment gaf Bagdad toe tevens over 2245 gallon hoogwaardig antrax te beschikken.

Het is duidelijk: Irak voldoet domweg niet aan de eisen die zijn opgesteld in de VN-resolutie 1441. Dit maakt harde acties noodzakelijk indien het internationale orgaan VN zich niet wil blameren.

Oliebelangen
De positie van de drie-eenheid Frankrijk-Duitsland-Rusland is hierbij van doorslaggevende betekenis. Het zogenaamde pacifisme van deze regeringen is zo klaar als een klontje: nationale eigenbelangen staan op het spel. In tegenstelling tot de VS en Groot-Brittannië, speelt olie voor deze landen al jaren een overheersende rol. De Irakese olie-industrie wordt in het leven gehouden door Frans-Russische oliemaatschappijen, waarbij men hulp krijgt van de Chinezen en diverse Arabische staten. Niet alleen is er sprake van directe leveranties van producten aan de Irakese oliesector: men heeft tevens Irak al ’verdeeld.’ Firma’s zoals TotalFinaElf, Gaz de France, Yukos, Lukoil, Sibneft en andere hebben grootschalige overeenkomsten ondertekend met het huidige Irakese regime. Deze zullen in werking treden op het moment dat de VN-sancties tegen Irak worden opgeheven.

Het is aanwijsbaar dat deze factoren de stemming binnen de VN-Veiligheidsraad de laatste jaren negatief hebben beïnvloed. Diverse keren hebben deze landen, gebruikmakend van hun veto, verhinderd dat nieuwe, harde en meer effectieve sancties tegen Irak zijn doorgevoerd. Frankrijk en Rusland zijn al jaren bezig om voldoende steun te verkrijgen voor het opheffen van de VN-sancties tegen Irak. Oliebelangen gaan hier voor mensenrechten, internationale veiligheid en regionale stabiliteit. Dit blijkt nu ook weer de drijfveer te zijn. Hierbij moet tevens worden opgemerkt dat Irak nog tientallen miljarden aan militair-economische schulden heeft in Parijs, Moskou en Duitsland. Een nieuw Irakees regime zal hieraan zeker niet voldoen.

Miljarden dollars
De Europese neestemmers hebben hun kaarten gezet op het huidige Irak. Saddam zit in hun broekzak. De anti-Amerikaanse gevoelens in de Arabische regio zullen de Russische, Franse en Chinese oliemaatschappijen de komende jaren grote kansen geven. De laatste jaren heeft het regime van Saddam vooral relaties met Rusland, China, Frankrijk en Turkije gesteund. Irak heeft duchtig met de geldbuidel gezwaaid: Russische oliemaatschappijen hebben voor meer dan 30 miljard dollar aan olieconcessies binnen. De Fransen zitten ook op het vinkentouw, met grootschalige belangen van TotalFinaElf en Gaz de France. Frankrijk verhandelde tussen 1996 en 2001 voor ongeveer 1,5 miljard dollar. Duitsland is een ongekende macht in Irak: er is sprake van een officiële bilaterale handel ter waarde 350 miljoen dollar per jaar. Saddam heeft Irakese bedrijven opdracht gegeven de voorkeur aan Duitsland te geven, wegens zijn duidelijke antioorlogstandpunten sinds 2001.

Veiligheid
Anders dan de internationale media willen doen geloven, speelt olie binnen de militaire strategie van Washington een ondergeschikte rol. Volgens de meeste deskundigen heeft Irak de beschikking over 78 miljard vaten ruwe olie en 51 miljard vaten mogelijke reserves. Dit betekent dat Irak op één land na (Saudi-Arabië) de grootste oliereserves ter wereld heeft.

Volgens de OPEC beschikt Irak over 112 miljard vaten ruwe olie. Maar de totale productie van Irak is niet meer dan 2 procent van de totale wereldproductie. Als de infrastructuur van de Irakese oliesector de komende drie jaar wordt hersteld, zal dit percentage stijgen tot 4. Analisten berekenen dat als er de komende tien jaar 45 miljard dollar wordt geïnvesteerd in de oliesector, het percentage verder kan oplopen tot 6 à 7 procent van de wereldproductie. Dit betekent dat Saudi-Arabië met 10 procent van de wereldproductie leider zal blijven. Ook bezit Saudi-Arabië meer dan twee keer de totale oliereserves van Irak.

Wat op het spel staat zijn de veiligheidsbelangen van de VS en van het Westen. Actie tegen Irak is noodzakelijk voor de stabiliteit van de regio. Olievoorraden zijn niet het strategische doel van de VS, integendeel: het stemgedrag van het antioorlogsfront is hierop gebaseerd.

De auteur is Midden-Oostendeskundige en militair analist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer