Balkenende luchtig over uitblijven Irakvisie
Premier Balkenende ging vrijdag, tijdens zijn wekelijkse persconferentie, opvallend luchtig om met de onmacht van het kabinet om een visie te formuleren op het rapport van de commissie-Davids. „Er staan veel i’s in.”
Iedereen had erop gerekend. Na de vergadering van de ministerraad zou het kabinet naar buiten treden met zijn langverwachte visie op het rapport van de commissie-Davids, die drie weken geleden haar onderzoek naar de Nederlandse politieke steun aan de Irakoorlog naar buiten bracht.Minister Van Middelkoop van Defensie had vrijdagmorgen toch niet voor niets gezegd dat er alleen nog wat „puntjes op de i” gezet moesten worden?
Toch lag er, ’s middags om vier uur, niets. Het kabinet was er, ondanks een dag vergaderen, niet uitgekomen. „Maar er lag toch al een stuk op tafel?” probeerde een journalist tijdens Balkenendes persconferentie, zinspelend op de brief van zestien kantjes die via KRO Reporter was uitgelekt. De premier gaf geen krimp: „Dat is een ambtelijk stuk dat nooit aan het kabinet is voorgelegd. Het is een non-paper.”
Maar er moesten toch alleen nog wat puntjes op de i gezet worden? Balkenende: „Er staan heel veel i’s in.”
Het was niet het enige moment waarop de premier vrijdag ontspannen en ad rem reageerde. Een andere journalist vroeg hem of het klopt dat het kabinet maandagavond opnieuw over de kwestie vergadert. Balkenende: „Dat behoort u niet te weten.” „Dus u geeft het toe?” „Nee, ik zei: Dat behoort ú niet te weten. U moet goed op de klemtoon letten.”
Sinds de presentatie van het rapport op 12 januari hebben de meest betrokken ministers al diverse malen over de tekst van een officiële kabinetsreactie overgelegd, maar tot nu toe steeds zonder resultaat.
Ook op de vraag of de vertraging betekent dat de premier eind volgende week niet naar de Olympische Spelen vertrekt, gaf Balkenende geen uitsluitsel. „Ik ben dat nog steeds van plan. Maar het gaat, net als bij het besluit over Uruzgan, om een ingewikkeld onderwerp. Als het staatsbelang dat vereist, blijf ik in Nederland.”