„De Klerk was blank, maar dacht als een ANC’er”
Amelia Bokbaard-Msusezi (56) is een strijdbare vrouw. Ze is een overtuigd lid van het ANC en behoort beslist niet tot de leden die alleen maar ja en amen knikken. „We moeten de bestuurders voortdurend herinneren aan hun beloften”, benadrukt ze. Wie haar ontmoet, twijfelt er geen moment aan dat ze dat met verve doet.
„Ik was voor de laatste verkiezingen met de burgemeester op pad om mensen over te halen ANC te stemmen”, vertelt ze. „De burgemeester zou uitleggen wat het ANC op bestuurlijk niveau voor elkaar heeft gekregen en ik zou de sociale dimensie uit de doeken doen. Toen de burgemeester begon, heb ik echter gezegd: Laat me dat ook maar uiteenzetten. Reken maar dat de familie weer ANC heeft gestemd.” Ze knikt voldaan.Bokbaard woont in de township UMasizakhe, die voornamelijk bewoond wordt door Xhosa’s. Zelf is Bokbaard eveneens Xhosa, maar een beetje een bijzondere. In haar ouderlijk huis spraken ze namelijk Afrikaans. Dat kwam omdat de overgrootvader van Bokbaard uit Lesotho kwam. Hij trouwde een Xhosa, maar ze besloten samen Afrikaans te spreken.
Tijdens de apartheid leverde dat een merkwaardige situatie op toen Amelia naar school moest. Op de zwarte school kon ze vanwege haar taal niet terecht. Tegen de regels in ging ze daarom naar de kleurlingenschool. Ze was daar de enige Xhosa, maar werd er prima opgevangen, aldus Bokbaard. Wel moet voor de gelegenheid haar naam veranderd worden. In plaats van als Amelia Msusezi ging ze op de kleurlingenschool door het leven als Amelia Sias.
Bokbaard is altijd nauw betrokken geweest bij de politiek. Ze was lid van een verzetsbeweging tegen de apartheid en sinds 1994 van het ANC. Namens het samenwerkingsverband van Zuidelijk Afrikaanse landen SADC trad ze in 1999 zelfs op als verkiezingswaarneemster, vertelt ze niet zonder trots.
De aanzet tot vrije verkiezingen in Zuid-Afrika, de rede van De Klerk in 1990, kan Bokbaard zich nog goed herinneren. Verbaasd was ze niet. „Ik hou van De Klerk”, zegt ze. „Ik wist dat hij deugde en dat hij dacht als een ANC’er, maar hij durfde zich niet uit te spreken vanwege zijn mede-Afrikaners.”
Volgens Bokbaard is het apartheidsdenken bij sommige Afrikaners echter nog altijd aanwezig. „Er zijn geen grote spanningen meer, maar ik merk het bijvoorbeeld aan de communicatie. Sommigen praten tegen je alsof ze nog steeds aan alle touwtje trekken.” Volgens haar hebben de drie blanke leden van de Democratic Alliance in de gemeenteraad van Graaff-Reinet ook onevenredig veel invloed. „Maar dat komt omdat het ANC niet meer met de vuist op tafel slaat. Ze moeten beter weten wat ze willen.”
Na de verkiezingen van 1994 is er op het gebied van armoede niets veranderd, constateert Bokbaard. „Er zijn weinig banen, hier in Graaff-Reinet. Dat komt door de toenemende droogte, maar ook omdat fabrieken de plaats hebben verlaten.” Zelf is ze een kippenboerderij begonnen. Toen ze in 2004 begon, kreeg ze nog 34 enthousiastelingen achter zich, maar iedereen heeft inmiddels afgehaakt. „Ze hebben geen geduld genoeg”, verklaart Bokbaard de teloorgang. „Maar winst maak je pas na jaren. We hebben doorzettingsvermogen nodig.”
De kippenboerin vindt het terecht dat de regering zwarten bevoordeeld voor veel banen. „Vroeger kregen de blanken en de kleurlingen alle mooie banen en bleef het zware werk over voor de zwarten. Er moet een enorm gat gevuld worden om weer evenwicht in de verhoudingen te brengen.”
Ze constateert echter veel onbegrip bij andere bevolkingsgroepen voor het programma. Ze weet dat kleurlingen zich gediscrimineerd voelen. Onterecht, oordeelt ze. „Wij hebben altijd minder kansen en ook mindere huizen gehad dan zij. De zwarte bevolking heeft heel veel in te halen. Bokbaard zal ervoor vechten. Daarover geen misverstand.”