Kleinkind uit beeld
In ”Kleinkind onbereikbaar” heeft Cornelie van Well 24 verhalen over verbroken relaties tussen grootouders, ouders en kleinkinderen verzameld.
Door middel van interviews wordt een aantal aangrijpende levensverhalen van opa’s en oma’s voor het voetlicht gehaald. Doordat de relatie met de eigen zoon of dochter (en schoondochter of schoonzoon) ernstig verstoord raakte, kwamen ook de contacten met de kleinkinderen in het gedrang of werden deze zelfs helemaal verbroken.De schrijfster hoopt dat mensen door deze verhalen gaan nadenken over de belangrijke en onverbrekelijke band die er bestaat tussen grootouders en kleinkinderen. Als gouden regel geldt dat zij na de scheiding van zoon of dochter tegen kleinkinderen nooit negatief spreken over vader of moeder. Als zij dit wel doen, zullen de kleinkinderen niet graag bij hen blijven komen. Kinderen zijn altijd loyaal aan beide ouders, zelfs al ondervinden zij veel pijn en angst in het contact met hen.
De band tussen grootouders, ouders en kleinkinderen is onverbrekelijk; kinderen zullen altijd blijven zoeken naar continuïteit en verbinding. Het is daarom van groot belang dat grootouders boven de conflicten staan die hun zoon of dochter met hun partner heeft. Zo kunnen zij de kleinkinderen emotionele ondersteuning en veiligheid bieden en een ankerpunt vormen in een verscheurende gezinssituatie. In een groot echtscheidingsonderzoek bleek dat kleinkinderen willen dat grootouders beschikbaar blijven om de leegte, pijn en de rouw met hen door te maken.
Het is belangrijk dat grootouders zich achter de kleinkinderen, als de zwakste schakel, scharen en boven de conflicten van hun zoon of dochter en partner staan. Dat zij ervoor waken om partij te kiezen of hun partijschap te veel laten merken.
Uit veel van de interviews wordt duidelijk hoe ouders en grootouders vooral niet moeten reageren. Het is ronduit schokkend om te lezen dat ouders en grootouders het principe oog om oog hanteren en met gelijke munt terugbetalen wat hun wordt aangedaan.
In de interviews komt veel strijd naar voren en zijn de ontwrichting in relaties en de gebrokenheid van het leven zeer pijnlijk aanwezig. Een zeker gevoel van verscheurdheid neemt bezit van je als je deze verhalen leest. Wat een leed!
Opvallend is dat in de interviews maar weinig zelfreflectie te bespeuren valt bij grootouders en hun volwassen kinderen. Het merendeel van de geïnterviewden maakt forse relationele en psychologische fouten. Slechts in één interview kijkt een oma, met behulp van haar therapeut, op een eerlijke manier terug op haar aandeel in de relatiebreuk met haar dochter.
Als je als therapeut deze verhalen leest, valt op hoe moeilijk het voor mensen is om met enige afstand naar eigen gedrag en situatie te kijken. In verschillende interviews komt bijvoorbeeld het claimgedrag van de grootouders ten opzichte van hun kinderen naar voren, waardoor spanningen kunnen ontstaan. Zo spreken sommige oma’s erover dat ze bij de geboorte van een kleinkind aanwezig waren, zonder dat ze lijken te beseffen hoe ongepast dit eigenlijk is. Een goede balans tussen betrokkenheid en distantie is dan afwezig.
In de meeste verhalen raken grootouders kleinkinderen kwijt ten gevolge van een echtscheiding van hun kinderen. Maar het gebeurt ook door psychische problemen van één of beide ouders, variërend van borderline en schizofrenie tot drugsgebruik en prostituerend gedrag. Duidelijk is dat het verhaal van opa of oma slechts één kant van de waarheid is, en dat het gezichtspunt van de ouders heel anders kan zijn. Maar wie zich een beeld wil vormen van echtscheidingssituaties en de gevolgen daarvan voor grootouders, kinderen en kleinkinderen kan dankzij dit boek meer inlevingsvermogen ontwikkelen.
”Kleinkind onbereikbaar. Verhalen over verbroken relaties tussen grootouders, ouders en kleinkinderen”, Cornelie van Well;uitg. De Graaff, Utrecht, 2009; ISBN 978 90 77024 31 7; 148 blz.; € 19,95.