Crisis niet als tsunami
Het gedrag is al zo oud als de mensheid. Er gaat iets mis, góéd mis, en de een wijst met een beschuldigende vinger naar de ander.
Die houding van ”hij heeft de schuld” spitst zich door de secularisatie verder toe. Heerste er een eeuw geleden in West-Europa nog een basaal besef dat we in een door de zonde gebroken werkelijkheid leven, waarin per definitie van alles mis gaat zonder dat we meteen een of twee zondebokken aan kunnen wijzen; tegenwoordig lijken steeds meer mensen ervan uit te gaan dat de samenleving in principe perfect georganiseerd behoort te zijn. Vindt er een catastrofe plaats, dan heeft iemand, meestal de overheid, daarvan de schuld. Die had alle narigheid moeten voorkomen.Die sfeer hangt ook enigszins om de kredietcrisis en om de commissie-De Wit, die deze crisis onderzoekt. Er is iets fout gegaan in ons land en dat mag niet, dat kan niet. Iemand is schuldig, iemand moet gefaald hebben. Het zijn gedachten die raken aan de illusie van de maakbare samenleving en de maakbare economie.
Het gesprek dat de commissie-De Wit gisteren voerde met DNB-directeur Wellink ging ook enkele malen deze richting op. Wellink betoogde, zoals te verwachten viel, dat ook hem weinig te verwijten valt in het ontstaan van de kredietcrisis. Hij had best gewaarschuwd tegen kwalijke ontwikkelingen en tegen zeepbellen in de financiële wereld. Maar ja, de banken wilden niet luisteren. En ook zijn bevoegdheden waren, helaas, beperkt.
Dat betoog leidde bij de onderzoekscommissie tot de verzuchting of dan niemand schuldig is aan het ontstaan van de financiële crisis. Of die crisis dan soms een „tsunami” was die, geheel buiten onze wil en invloed, verwoestend over ons heen is gestroomd?
Het antwoord van Wellink was interessant omdat het enige orde brengt in ons denken over de kredietcrisis. Nee, het was geen tsunami geweest. Het had meer weg van de watersnoodramp in 1953. Die ontstond voor een deel door factoren buiten de menselijke invloedssfeer: springtij in combinatie met een harde storm. Maar daarbij kwam een factor waarop de mens wel invloed had: de slechte toestand van ‘s lands dijken.
De commissie-De Wit heeft nog een aantal verhoren te gaan, voor zij eraan toe is haar eerste deelrapport te schrijven. Het zou zomaar kunnen dat de opmerking van Wellink over de watersnoodramp in dat rapport een rode draad vormt. Nee, de economie is niet maakbaar en de kredietcris is ons inderdaad, voor een deel, overkomen.
Maar er is ook een deel waarvoor we wel verantwoordelijk zijn. En waarvoor de een méér verantwoordelijk is dan de ander. Bijvoorbeeld doordat hij meer kennis en instrumenten had dan anderen om een dijkdoorbraak te voorkomen. Of omdat hij de specifieke taak had om op de dijken te letten.
Als de commisise-De Wit die gelaagdheid in verantwoordelijkheden enigszins in kaart kan brengen, heeft zij goed werk gedaan. Het is dan aan de politiek te bepalen of de verantwoordelijke wellicht ook consequenties moet trekken uit het gebeurde, bijvoorbeeld door op te stappen. Want de economie mag dan niet maakbaar zijn, de crisis is evenmin een zaak die ons buiten onze schuld overkwam.