Kerk & religie

Komen

20 December 2001 08:17Gewijzigd op 13 November 2020 23:19

De Heere Jezus komt met deze leer tot de Joden en ook tot ons. Het geloven in Hem is een bovennatuurlijk werk en niemand heeft dat dan die door de Vader is getrokken. Daaruit volgt dat de mens van nature onbekwaam is om in Hem te geloven. De onmacht van de mens komt tot uitdrukking in onze tekst: „Niemand kan tot Mij komen…“De mens is van nature vervreemd van Christus. Zal hij gemeenschap met Christus hebben, dan zal hij tot Hem moeten komen. Christus van Zijn kant breidt Zijn handen tot ellendige zondaars uit en roept en nodigt hen. Hierop volgt de plicht van de ellendige zondaar dat hij zich tot Christus wendt en tot Hem komt. „Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer”, Jesaja 45:22.

Dat komen is niet anders dan de Heere Jezus als de enige en volkomen Zaligmaker erkennen en Hem door het geloof omhelzen en al het heil van Hem verwachten. Nu zegt onze tekst: „Niemand kan tot Mij komen." Voor de val was de mens bekwaam om te geloven, maar gevallen zijnde heeft hij die kracht verloren. Het licht van de natuur weet van geen Zaligmaker. Dat leert alleen dat er een rechtvaardig God is, die over de zonden vertoornd is.

Florentius Costerus, predikant te Hoorn

(De geestelijke mens, 1687)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer